Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 32014D0055
Decision (EU) 2015/425 of the European Central Bank of 15 December 2014 amending Decision ECB/2010/21 on the annual accounts of the European Central Bank (ECB/2014/55)
Besluit (EU) 2015/425 van de Europese Centrale Bank van 15 december 2014 houdende wijziging van Besluit ECB/2010/21 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/55)
Besluit (EU) 2015/425 van de Europese Centrale Bank van 15 december 2014 houdende wijziging van Besluit ECB/2010/21 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/55)
PB L 68 van 13.3.2015, blz. 54–68
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 30/12/2016; opgeheven door 32016D0035(01)
13.3.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 68/54 |
BESLUIT (EU) 2015/425 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 15 december 2014
houdende wijziging van Besluit ECB/2010/21 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/55)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 26.2,
Overwegende:
(1) |
Besluit ECB/2010/21 (1) stelt regels vast voor het opstellen van de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (ECB). |
(2) |
De waarderingsmethode van voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten moet nader verduidelijkt worden. |
(3) |
Technische verduidelijkingen moeten in Besluit ECB/2010/21 verwerkt worden, zulks overeenkomstig Besluit ECB/2014/40 (2) en Besluit ECB/2014/45 (3). |
(4) |
Tevens zijn enkele technische wijzigingen van Besluit ECB/2010/21 vereist. |
(5) |
Besluit ECB/2010/21 moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging
Besluit ECB/2010/21 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 8 wordt als volgt vervangen: „Artikel 8 Balanswaarderingsregels 1. Ten behoeve van de waardering worden de actuele marktkoersen en -prijzen op de balansdatum gebruikt, tenzij anders aangegeven in bijlage I. 2. De herwaardering van goud, instrumenten in vreemde valuta, effecten (m.u.v. effecten geclassificeerd als tot de vervaldag aangehouden, niet-verhandelbare effecten en voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten die gewaardeerd worden tegen de aanschaffingswaarde verminderd met de afschrijvingen), alsook financiële instrumenten, zowel op de balans als buiten de balans, vindt plaats per jaarultimo tegen het gemiddelde van marktbied- en laatkoersen en -prijzen. 3. Er wordt voor goud geen onderscheid gemaakt tussen prijs- en valutaherwaarderingsverschillen, maar er wordt één herwaarderingsverschil voor goud bepaald, gebaseerd op de prijs in euro per gewichtseenheid goud berekend aan de hand van de EUR/USD-koers op de driemaandelijkse herwaarderingsdatum. De herwaardering van valuta geschiedt per valutasoort, inclusief transacties binnen en buiten de balans. Ten behoeve van dit artikel, worden aangehouden SDR's, met inbegrip van voorraden aangewezen individuele deviezen die deel uitmaken van de SDR, als één deelneming behandeld. Herwaardering van effecten geschiedt per fondscode, d.w.z. hetzelfde ISIN-nummer/type, terwijl ingebouwde opties voor waarderingsdoeleinden niet gescheiden worden. Effecten die aangehouden worden voor monetairbeleidsdoeleinden of onder de posten „Overige financiële activa” of „Diversen” worden opgenomen, worden behandeld als afzonderlijke deelnemingen. 4. Effecten die ingedeeld zijn als tot de vervaldag aangehouden effecten, worden als afzonderlijke deelnemingen behandeld, gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde verminderd met de afschrijvingen en zijn onderworpen aan bijzondere waardevermindering. Dezelfde behandeling is van toepassing op niet-verhandelbare effecten en voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten die gewaardeerd worden tegen de aanschaffingswaarde verminderd met de afschrijvingen. Effecten die ingedeeld zijn als tot de vervaldag aangehouden effecten kunnen in elk van de volgende omstandigheden voor de vervaldatum worden verkocht:
|
2) |
Bijlage I wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt op 31 december 2014 in werking.
Gedaan te Frankfurt am Main, 15 december 2014.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) Besluit ECB/2010/21 van 11 november 2010 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank (PB L 35 van 9.2.2011, blz. 1).
(2) Besluit ECB/2014/40 van 15 oktober 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het derde programma voor de aankoop van gedekte obligaties (PB L 335 van 22.11.2014, blz. 22).
(3) Besluit (EU) 2015/5 van de Europese Centrale Bank van 19 november 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (ECB/2014/45) (PB L 1 van 6.1.2015, blz. 4).
BIJLAGE
„BIJLAGE 1
SAMENSTELLING VAN BALANS EN BALANSWAARDERINGSREGELS
ACTIVA
Balanspost |
Indeling van de balansposten |
Waarderingsgrondslag |
||||||||||||||||||||||
|
Fysiek goud, d.w.z. baren, munten, platen, klompjes, in voorraad of „nog te ontvangen”. Niet-fysiek goud, zoals direct opvraagbare tegoeden op gouddepositorekeningen (niet-verbijzonderde rekeningen), termijndeposito's, alsmede goudvorderingen die voortkomen uit één van de volgende transacties: i) op- of afwaarderingen, en ii) goudlocatie of swaps gericht op het verkrijgen van fysiek goud met een ander goudgehalte, indien het verschil tussen vrijgave en ontvangst meer dan één werkdag is |
Marktwaarde |
||||||||||||||||||||||
|
Vorderingen op wederpartijen buiten het eurogebied, inclusief internationale en supranationale instellingen en centrale banken van buiten het eurogebied luidende in vreemde valuta |
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
4. Vorderingen op niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro |
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden |
Nominale waarde |
||||||||||||||||||||||
|
Post 5.1 tot en met 5.5: transacties overeenkomstig de respectieve monetairbeleidsinstrumenten beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 (1) |
|
||||||||||||||||||||||
|
Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een wekelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van een week |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Regelmatige liquiditeitsverruimende transacties met wederinkoopverplichting, met een maandelijkse frequentie en gewoonlijk een looptijd van drie maanden |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Transacties met wederinkoopverplichting, uitgevoerd op ad-hocbasis met finetuningoogmerk |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Transacties met wederinkoopverplichting die de structurele positie van het Eurosysteem t.o.v. de financiële sector beïnvloeden |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Faciliteit voor het verkrijgen van krediet tot de volgende ochtend tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet, op onderpand van beleenbare activa (permanente faciliteit) |
Nominale waarde of repokostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Aanvullend krediet voor kredietinstellingen op grond van waardestijgingen van onderliggende activa ten behoeve van ander aan deze kredietinstellingen verleend krediet |
Nominale waarde of kostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Rekeningen-courant, termijndeposito's, daggeld, repotransacties met wederverkoopverplichting in verband met het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Effecten van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”, waaronder begrepen transacties die het gevolg zijn van de omzetting van de voormalige deviezenreserves van het eurogebied, en overige vorderingen. Correspondentrekeningen bij kredietinstellingen die in het buitenland zijn gevestigd, maar binnen het eurogebied. Overige vorderingen en transacties die niet samenhangen met monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem |
Nominale waarde of kostprijs |
||||||||||||||||||||||
7. Effecten uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied luidende in euro |
||||||||||||||||||||||||
|
Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden binnen het eurogebied uitgegeven effecten. Voor finetuning aangekochte ECB-schuldbewijzen |
|
||||||||||||||||||||||
|
Effecten m.u.v. effecten onder actiefpost 7.1 „Voor monetairbeleidsdoeleinden aangehouden effecten” en onder actiefpost 11.3 „Overige financiële activa”: promessen en obligaties, wissels, nulcouponobligaties, geldmarktpapier dat op termijnbasis („outright”) wordt aangehouden, waaronder begrepen overheidsobligaties van vóór de EMU, luidende in euro. Eigenvermogensinstrumenten |
|
||||||||||||||||||||||
|
Vorderingen op overheden van vóór de EMU (niet-verhandelbare effecten, leningen) |
Deposito's/leningen tegen nominale waarde, niet-verhandelbare effecten tegen kostprijs |
||||||||||||||||||||||
9. Vorderingen binnen het Eurosysteem |
||||||||||||||||||||||||
|
Vorderingen binnen het Eurosysteem jegens NCB's die voortvloeien uit de uitgifte van ECB-schuldbewijzen |
Kostprijs |
||||||||||||||||||||||
|
Vorderingen uit hoofde van de uitgifte van bankbiljetten door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29 (2) |
Nominale waarde |
||||||||||||||||||||||
|
Nettopositie van de volgende subposten: |
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
Saldi van vereveningsrekeningen (vorderingen), waaronder begrepen vorderingen uit hoofde van te incasseren cheques |
Nominale waarde |
||||||||||||||||||||||
11. Overige activa |
||||||||||||||||||||||||
|
Euromuntstukken |
Nominale waarde |
||||||||||||||||||||||
|
Grond en gebouwen, meubilair en inventaris, inclusief computerapparatuur, software |
Kostprijs minus afschrijving Afschrijving is de systematische toedeling van het af te schrijven bedrag van een actief over de levensduur ervan. De levensduur is de periode waarin een vast actief verwacht wordt beschikbaar te zijn voor gebruik door de entiteit. De levensduur van individuele vaste activa kan systematisch worden herzien, indien verwachtingen afwijken van eerdere schattingen. Belangrijke activa kunnen bestaan uit componenten met verschillende levensduur. De levensduur dient voor elk van dergelijke componenten individueel te worden beoordeeld. De kostprijs van immateriële activa omvat de aanschafprijs van het immateriële actief. Overige directe of indirecte kosten dienen als uitgaven te worden geboekt. Kapitalisering van kosten: op basis van limiet (minder dan 10 000 EUR, excl.btw: geen kapitalisering |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps (tenzij dagelijkse variatiemarge van toepassing is), rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum |
Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt |
||||||||||||||||||||||
|
Inkomsten die in de verslagperiode niet opeisbaar zijn, maar er wel aan moeten worden toegeschreven. Vooruitbetaalde kosten en betaalde opgebouwde rente, d.w.z. opgebouwde interest gekocht met een effect |
Nominale waarde, deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
|
Nominale waarde |
PASSIVA
Balanspost |
Indeling van de balansposten |
Waarderingsgrondslag |
|||||||||
|
Eurobankbiljetten uitgegeven door de ECB overeenkomstig Besluit ECB/2010/29 |
Nominale waarde |
|||||||||
|
Posten 2.1, 2.2, 2.3 en 2.5: deposito's in euro zoals beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 |
|
|||||||||
|
Eurorekeningen van kredietinstellingen die zijn opgenomen in de lijst van financiële instellingen die overeenkomstig de ESCB-statuten minimumreserves moeten aanhouden. Deze post bevat hoofdzakelijk rekeningen voor het aanhouden van minimumreserves |
Nominale waarde |
|||||||||
|
Deposito's met een looptijd tot de volgende ochtend, tegen een van tevoren vastgestelde rentevoet (permanente faciliteit) |
Nominale waarde |
|||||||||
|
Wegens finetuningtransacties aangetrokken voor liquiditeitsverkrapping |
Nominale waarde |
|||||||||
|
Monetairbeleidstransacties gericht op liquiditeitsverkrapping |
Nominale waarde of repokostprijs |
|||||||||
|
Deposito's van kredietinstellingen die voortkomen uit waardedalingen van onderliggende activa inzake aan deze kredietinstellingen verstrekte kredieten |
Nominale waarde |
|||||||||
|
Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effectenportefeuilles onder actiefpost 7 „Effecten van ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro”. Overige transacties die geen verband houden met monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem. Geen rekeningen-courant van kredietinstellingen |
Nominale waarde of repokostprijs |
|||||||||
|
Schuldbewijzen zoals beschreven in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 Discontopapier dat is uitgegeven om liquiditeit te verkrappen |
Kostprijs Disagio's worden afgeschreven |
|||||||||
5. Verplichtingen aan overige ingezetenen van het eurogebied, luidende in euro |
|||||||||||
|
Rekeningen-courant, termijndeposito's, direct opvraagbare deposito's |
Nominale waarde |
|||||||||
|
Rekeningen-courant van personeel, bedrijven en cliënten, waaronder financiële instellingen die zijn vrijgesteld van het aanhouden van minimumreserves (zie passiefpost 2.1); termijndeposito's, direct opvraagbare deposito's |
Nominale waarde |
|||||||||
|
Rekeningen-courant, termijndeposito's, direct opvraagbare deposito's waaronder rekeningen voor betalingsdoeleinden en voor het beheer van reserves: van andere banken, centrale banken, internationale/supranationale instellingen waaronder de Europese Commissie; rekeningen-courant van overige depositanten. Repotransacties in verband met gelijktijdige repotransacties met wederverkoopverplichting voor het beheer van effecten, luidende in euro. Saldi van TARGET2-rekeningen van centrale banken van niet-eurogebiedlidstaten |
Nominale waarde of repokostprijs |
|||||||||
|
Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud |
Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo |
|||||||||
8. Verplichtingen aan niet-ingezetenen van het eurogebied, luidende in vreemde valuta |
|||||||||||
|
Rekeningen-courant. Verplichtingen uit hoofde van repotransacties; gewoonlijk beleggingen waarbij gebruik wordt gemaakt van deviezen of goud |
Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo |
|||||||||
|
Kredietverlening overeenkomstig de ERM II-voorwaarden |
Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo |
|||||||||
|
In SDR luidende post, die de SDR's aangeeft die oorspronkelijk aan het/de desbetreffende land/NCB waren toegewezen |
Nominale waarde; omrekening tegen koers op deviezenmarkt per jaarultimo |
|||||||||
10. Verplichtingen binnen het Eurosysteem |
|||||||||||
|
Post op de balans van de ECB, luidende in euro |
Nominale waarde |
|||||||||
|
Nettopositie van de volgende subposten: |
|
|||||||||
|
|
||||||||||
|
|
||||||||||
|
Saldi van vereveningsrekeningen (verplichtingen), waaronder schulden uit hoofde van af te wikkelen girale overboekingen |
Nominale waarde |
|||||||||
12. Overige passiva |
|||||||||||
|
Resultaten van de waardering van deviezentermijnaffaires, deviezenswaps, renteswaps (tenzij dagelijkse variatiemarge van toepassing is), rentetermijncontracten, termijntransacties in effecten, contante deviezentransacties vanaf de transactiedatum tot de afwikkelingsdatum |
Nettopositie tussen termijn en contant, tegen koers op deviezenmarkt |
|||||||||
|
Kosten die in een toekomstige periode invorderbaar worden, maar betrekking hebben op de verslagperiode. Inkomsten die in de verslagperiode zijn ontvangen, maar betrekking hebben op een toekomstige periode |
Nominale waarde, deviezen worden omgerekend tegen de marktkoers |
|||||||||
|
|
|
|||||||||
|
|
||||||||||
|
|
||||||||||
|
|
|
|||||||||
|
|
||||||||||
|
|
|
|||||||||
|
|
||||||||||
15. Kapitaal en reserves |
|||||||||||
|
Volgestort kapitaal |
Nominale waarde |
|||||||||
|
Wettelijke reserves overeenkomstig artikel 33 van de ESCB-statuten en bijdragen uit hoofde van artikel 48.2 van de ESCB-statuten met betrekking tot centrale banken van lidstaten wier derogatie is ingetrokken |
Nominale waarde |
|||||||||
|
|
Nominale waarde” |
(1) Richtsnoer ECB/2011/14 van 20 september 2011 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (PB L 331 van 14.12.2011, blz. 1).
(2) Besluit ECB/2010/29 van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (PB L 35 van 9.2.2011, blz. 26).