BESLUIT (EU) 2015/287 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 31 december 2014

inzake de storting van kapitaal, de overdracht van externe reserves en de bijdrage aan de reserves en voorzieningen van de Europese Centrale Bank door Lietuvos bankas (ECB/2014/61)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name de artikelen 30.1, 30.3, 48.1 en 48.2,

Overwegende hetgeen volgt:

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

a)   „externe reserves”: goud of US-dollars;

b)   „goud”: troy ounces fijn goud in de vorm van London Good Delivery bars, zoals gespecificeerd door de London Bullion Market Association;

c)   „US-dollar”: het wettige betaalmiddel van de Verenigde Staten.

Artikel 2

Mate en vorm van het gestorte kapitaal

1.   Met ingang van 1 januari 2015 stort Lietuvos bankas het resterende deel van haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB overeenkomend met 43 051 594,36 EUR.

2.   Lietuvos bankas betaalt op 2 januari 2015 het in lid 1 vastgelegde bedrag aan de ECB middels een aparte overboeking via het geautomatiseerde trans-Europese realtime-brutovereveningssysteem (Target2).

3.   Lietuvos bankas betaalt aan de ECB op 2 januari 2015, middels een aparte overboeking via Target2, de op 1 januari 2015 gecumuleerde rente op het krachtens lid 2 aan de ECB verschuldigde bedrag. Deze interest wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de marginale rentevoet die het eurosysteem voor zijn meest recente basisherfinancieringstransactie hanteerde.

Artikel 3

Overdracht van externe reserves

1.   Met ingang van 1 januari 2015, zulks overeenkomstig dit artikel en de regelingen die op grond van dit artikel zijn getroffen, draagt Lietuvos bankas aan de ECB een bedrag aan externe reserves over ten belope van 338 656 541,82 EUR, en wel als volgt:

2.   Het in euro uitgedrukte bedrag aan externe reserves dat ingevolge lid 1 door Lietuvos bankas overgedragen moet worden, wordt berekend op basis van de wisselkoersen tussen de euro en de US-dollar, zoals vastgelegd in de dagelijkse schriftelijke overlegprocedure op 31 december 2014 tussen het eurosysteem en Lietuvos bankas en, in het geval van goud, op basis van de prijs in US-dollar per troy ounce fijn goud, vastgesteld bij de London gold fixing op 31 december 2014, 10.30 uur a.m., Londense tijd.

3.   De ECB zal de overeenkomstig lid 2 berekende bedragen zo snel mogelijk aan Lietuvos bankas bevestigen.

4.   Overeenkomstig lid 1 draagt Lietuvos bankas een bedrag in US-dollars in contanten over ten belope van het bedrag in euro dat is vastgelegd in de tabel in lid 1.

5.   De overdracht van het bedrag in US-dollars in contanten ten belope van het bedrag in euro dat is vastgelegd in de tabel in lid 1, geschiedt naar de door de ECB aangegeven rekeningen. De afwikkelingsdatum voor het aan de ECB over te dragen bedrag in US-dollars in contanten is 5 januari 2015. Lietuvos bankas geeft opdracht tot uitvoering van die overboeking aan de ECB.

6.   De waarde van het goud dat Lietuvos bankas overeenkomstig lid 1 aan de ECB overdraagt, sluit zo dicht mogelijk aan bij 50 798 481,27 EUR, zonder dit bedrag te boven te gaan.

7.   Lietuvos bankas boekt het in lid 1 genoemde goud in niet-geïnvesteerde vorm over naar de door de ECB aangewezen bankrekeningen en plaatsen. De afwikkelingsdatum voor het aan de ECB over te dragen goud is 5 januari 2015. Lietuvos bankas geeft opdracht tot uitvoering van die overboeking aan de ECB.

8.   Als Lietuvos bankas goud aan de ECB overdraagt met een lagere waarde dan in lid 1 bedoeld, maakt zij op 5 januari 2015 een bedrag, ten belope van het tekort, in US-dollars in contanten over naar een door de ECB te bepalen bankrekening van de ECB. Een dergelijk bedrag in contanten in US-dollars maakt geen deel uit van de externe reserves die Lietuvos bankas aan de ECB overdraagt overeenkomstig lid 4.

9.   Een eventueel verschil tussen het totaalbedrag in euro vermeld in lid 1 en het bedrag vermeld in artikel 4, lid 1, wordt verevend overeenkomstig de Overeenkomst van 31 december 2014 tussen Lietuvos bankas en de Europese Centrale Bank betreffende de vordering toegekend aan Lietuvos bankas door de Europese Centrale Bank krachtens artikel 30.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (11).

Artikel 4

Denominatie, rentevergoeding en vervaldatum van de vordering ter grootte van de bijdrage

1.   Met ingang van 1 januari 2015 en met inachtneming van de specificaties in artikel 3 betreffende de afwikkelingsdata van de overdracht van externe reserves, crediteert de ECB Lietuvos bankas met een in euro luidende vordering gelijk aan het totaalbedrag in euro van haar bijdrage aan externe reserves. Deze vordering bedraagt 239 453 709,58 EUR.

2.   Op de vordering waarmee de ECB Lietuvos bankas crediteert, wordt rente vergoed vanaf de afwikkelingsdatum. De lopende interest wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan 85 % van de marginale rentevoet die het eurosysteem voor diens meest recente basisherfinancieringstransactie heeft gehanteerd.

3.   De op basis van lid 2 berekende gecumuleerde rente wordt aan het einde van ieder boekjaar aan Lietuvos bankas betaald. De ECB stelt Lietuvos bankas elk kwartaal in kennis van het cumulatieve bedrag.

4.   De vordering is niet aflosbaar.

Artikel 5

Bijdragen aan de reserves en de voorzieningen van de ECB

1.   Met ingang van 1 januari 2015 draagt Lietuvos bankas bij tot de reserves van de ECB, tot de voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld, en tot het bedrag dat nog moet worden toegerekend aan de reserves en voorzieningen overeenkomstig het saldo van de winst-en-verliesrekening per 31 december 2014.

2.   De bedragen die Lietuvos bankas moet bijdragen, worden overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten bepaald. De verwijzingen in artikel 48.2 naar „het aantal aandelen waarop de betrokken centrale bank heeft ingeschreven” en „het aantal aandelen dat de andere centrale banken al hebben volgestort” verwijzen naar de wegingen van Lietuvos bankas, respectievelijk de NCB's van de overige lidstaten die de euro als munt hebben, in de kapitaalverdeelsleutel van de ECB, krachtens Besluit ECB/2013/26.

3.   Voor de toepassing van lid 1 omvatten de „reserves van de ECB” en de „voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld”, het algemeen reservefonds van de ECB, tegoeden op herwaarderingsrekeningen en voorzieningen voor wisselkoers-, rente-, krediet-, marktprijs en goudprijsrisico's.

4.   Ten laatste op de eerste werkdag na de goedkeuring door de Raad van bestuur van de jaarrekening van de ECB voor 2014, berekent de ECB het bedrag dat door Lietuvos bankas moet worden bijgedragen krachtens lid 1 en bevestigt dit aan Lietuvos bankas.

5.   Op de tweede werkdag na de goedkeuring door de Raad van bestuur van de jaarrekening van de ECB voor 2014 betaalt Lietuvos bankas via Target2 aan de ECB:

6.   Eventuele lopende interest ingevolge lid 5, onder b), wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de marginale rentevoet die het eurosysteem voor diens meest recente basisherfinancieringstransactie hanteerde.

Artikel 6

Bevoegdheden

1.   Voor zover nodig geeft de ECB-directie instructies aan Lietuvos bankas voor de verdere specificatie en de toepassing van de bepalingen van dit besluit en om passende oplossingen voor eventuele problemen aan te reiken.

2.   Eventuele door de directie krachtens lid 1 uitgevaardigde instructies worden onmiddellijk meegedeeld aan de Raad van bestuur en de ECB-directie leeft de besluiten van de Raad van bestuur dienaangaande na.

Artikel 7

Slotbepaling

Dit besluit treedt op 1 januari 2015 in werking.

(1)  Besluit 2014/509/EU van de Raad van 23 juli 2014 betreffende de aanneming van de euro door Litouwen op 1 januari 2015 (PB L 228 van 31.7.2014, blz. 29).

(2)  Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33).

(3)  Besluit ECB/2013/30 van 29 augustus 2013 betreffende het volstorten van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 61).

(4)  Besluit ECB/2013/28 van 29 augustus 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 53).

(5)  Besluit ECB/2013/31 van 30 augustus 2013 betreffende de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van niet-eurogebiedlidstaten (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 63).

(6)  Zie voetnoot 4.

(7)  Besluit ECB/2013/17 van 21 juni 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (PB L 187 van 6.7.2013, blz. 15).

(8)  Besluit ECB/2013/26 van 29 augustus 2013 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves (PB L 16 van 21.1.2014, blz. 47).

(9)  Ingevolge Richtsnoer ECB/2000/15 van 3 november 1998, gewijzigd bij het richtsnoer van 16 november 2000 inzake de samenstelling, waardering en modaliteiten betreffende de eerste overdracht van externe reserves, alsmede de denominatie en rentevergoeding van vorderingen ter grootte van de eigen bijdrage (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 114).

(10)  Besluit ECB/2004/2 van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33).

(11)  PB C 64 van 21.2.2015, blz. 5.