EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32004D0012(01)

2004/526/EG:Besluit van de Europese Centrale Bank van 17 juni 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank (ECB/2004/12)

PB L 267M van 12.10.2005, blz. 15–17 (MT)
PB L 230 van 30.6.2004, blz. 61–63 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
bijzondere uitgave in het Bulgaars: Hoofdstuk 10 Deel 005 blz. 268 - 270
bijzondere uitgave in het Roemeens: Hoofdstuk 10 Deel 005 blz. 268 - 270
Bijzondere uitgave in het Kroatisch: Hoofdstuk 01 Deel 003 blz. 83 - 85

Juridische status van het document Van kracht

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/526/oj

30.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 230/61


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 17 juni 2004

houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank

(ECB/2004/12)

(2004/526/EG)

DE ALGEMENE RAAD VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 46.4,

BESLUIT:

Enig artikel

Het reglement van orde van de Algemene Raad van de Europese Centrale Bank van 1 september 1998 wordt als volgt vervangen en treedt op 1 juli 2004 in werking.

„REGLEMENT VAN ORDE VAN DE ALGEMENE RAAD VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

INLEIDEND HOOFDSTUK

Artikel 1

Definities

Dit reglement van orde is een aanvulling op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank. De in dit reglement van orde gebruikte begrippen hebben dezelfde betekenis als in het Verdrag en de statuten.

HOOFDSTUK I

DE ALGEMENE RAAD

Artikel 2

Tijd en plaats van vergaderingen van de Algemene Raad

1.   Op voorstel van de president stelt de Algemene Raad de data vast waarop zijn vergaderingen worden gehouden.

2.   De president roept een vergadering van de Algemene Raad bijeen wanneer hierom door ten minste drie leden van de Algemene Raad wordt verzocht.

3.   De president kan tevens vergaderingen van de Algemene Raad bijeenroepen wanneer hij/zij dit nodig acht.

4.   De Algemene Raad vergadert in beginsel in de gebouwen van de Europese Centrale Bank (ECB).

5.   Vergaderingen kunnen tevens worden gehouden in de vorm van een teleconferentie, tenzij ten minste drie presidenten van een centrale bank hiertegen bezwaar maken.

Artikel 3

Aanwezigheid bij vergaderingen van de Algemene Raad

1.   Behoudens het hierin bepaalde, is aanwezigheid bij de vergaderingen van de Algemene Raad voorbehouden aan zijn leden, de overige leden van de directie, de voorzitter van de Raad van de Europese Unie en een lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

2.   Iedere president van een centrale bank is in beginsel gerechtigd zich door één persoon te laten bijstaan.

3.   Indien een lid van de Algemene Raad verhinderd is een vergadering bij te wonen, is hij/zij gerechtigd schriftelijk een plaatsvervanger aan te stellen om de vergadering bij te wonen en namens hem/haar te stemmen. Deze schriftelijke mededeling wordt de president tijdig voor het begin van de vergadering toegezonden. Deze plaatsvervanger is in beginsel gerechtigd zich door één persoon te laten bijstaan.

4.   De president wijst een personeelslid van de ECB als secretaris aan. De secretaris staat de president bij de voorbereiding van de vergaderingen van de Algemene Raad bij en stelt de notulen van die vergaderingen op.

5.   De Algemene Raad kan, indien dit wenselijk wordt geacht, tevens andere personen voor de vergaderingen uitnodigen.

Artikel 4

Stemming

1.   De Algemene Raad kan alleen tot stemming overgaan, indien een quorum van tweederde van de leden of hun plaatsvervangers aanwezig is. Indien het quorum niet aanwezig is, kan de president een buitengewone vergadering bijeenroepen waar besluiten worden genomen zonder inachtneming van het bovenbedoelde quorum.

2.   Tenzij in de statuten anders is bepaald, worden besluiten met gewone meerderheid van stemmen genomen.

3.   De Algemene Raad gaat op verzoek van de president tot stemming over. De president laat tevens tot stemming overgaan, indien een lid van de Algemene Raad zulks verzoekt.

4.   Besluiten kunnen eveneens door middel van een schriftelijke procedure worden genomen, tenzij ten minste drie leden van de Algemene Raad hiertegen bezwaar maken. Voor een schriftelijke procedure geldt het volgende:

i)

in beginsel staan ieder lid van de Algemene Raad niet minder dan tien werkdagen ter beschikking om zich te kunnen beraden. In dringende gevallen, hetgeen in het verzoek moet worden gerechtvaardigd, kan de periode worden teruggebracht tot vijf werkdagen, en

ii)

persoonlijke ondertekening door ieder lid van de Algemene Raad, en

iii)

een dergelijk besluit dient te worden vermeld in de notulen van de volgende vergadering van de Algemene Raad.

Artikel 5

Organisatie van vergaderingen van de Algemene Raad

1.   De Algemene Raad stelt de agenda voor elke vergadering vast. De president stelt een voorlopige agenda op en deze wordt, tezamen met de bijhorende documenten, toegestuurd aan de leden van de Algemene Raad en andere gevolmachtigde deelnemers. Dit geschiedt ten minste acht dagen vóór de desbetreffende vergadering, behoudens buitengewone omstandigheden, in welk geval de president naar deze omstandigheden handelt. Op voorstel van de president of een ander lid van de Algemene Raad kan de Algemene Raad besluiten punten van de voorlopige agenda af te voeren of daaraan toe te voegen. Een punt wordt van de agenda afgevoerd, indien ten minste drie leden van de Algemene Raad daarom verzoeken, in het geval dat de desbetreffende documenten niet tijdig aan de leden van de Algemene Raad zijn toegezonden.

2.   De notulen van de beraadslagingen van de Algemene Raad worden in de volgende vergadering (of, indien nodig, eerder, door middel van een schriftelijke procedure) ter goedkeuring aan de leden voorgelegd en door de president getekend.

HOOFDSTUK II

BETROKKENHEID VAN DE ALGEMENE RAAD BIJ DE TAKEN VAN HET EUROPEES STELSEL VAN CENTRALE BANKEN

Artikel 6

Betrekkingen tussen de Algemene Raad en de Raad van bestuur

1.   Zonder afbreuk te doen aan de overige verantwoordelijkheden van de Algemene Raad, met inbegrip van de taken op grond van artikel 44 van de statuten, verleent de Algemene Raad met name zijn medewerking aan de in artikel 6.2 tot en met 6.8 opgesomde taken.

2.   De Algemene Raad verleent medewerking aan de adviestaken van de ECB krachtens artikel 4 en artikel 25.1 van de statuten.

3.   De medewerking van de Algemene Raad aan de statistische taken van de ECB bestaat uit:

het versterken van de samenwerking tussen alle nationale centrale banken van de Europese Unie met het oog op het ondersteunen van de taken van de ECB op het gebied van statistiek,

het, waar nodig, bijdragen aan de harmonisatie van de regels en werkwijzen voor het verzamelen, opmaken en verspreiden van statistieken door alle nationale centrale banken van de Europese Unie, en

het voorleggen van opmerkingen aan de Raad van bestuur betreffende ontwerp-aanbevelingen op statistisch gebied, krachtens artikel 42 van de statuten, voordat deze worden goedgekeurd.

4.   De Algemene Raad verleent medewerking aan het voldoen aan de rapportageverplichtingen van de ECB krachtens artikel 15 van de statuten door de Raad van bestuur opmerkingen voor te leggen betreffende het jaarverslag voordat dit wordt goedgekeurd.

5.   De Algemene Raad verleent medewerking aan de standaardisatie van de regels inzake financiële administratie en verslaglegging van de uitgevoerde werkzaamheden krachtens artikel 26.4 van de statuten door de Raad van bestuur opmerkingen voor te leggen betreffende de ontwerp-regels voordat deze worden goedgekeurd.

6.   De Algemene Raad verleent medewerking aan het treffen van andere maatregelen in het kader van artikel 29.4 van de statuten door de Raad van bestuur opmerkingen voor te leggen betreffende dergelijke ontwerp-maatregelen voordat deze worden goedgekeurd.

7.   De Algemene Raad verleent medewerking aan het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden van het personeel van de Europese Centrale Bank door de Raad van bestuur opmerkingen voor te leggen betreffende de ontwerp-voorwaarden voordat deze worden goedgekeurd.

8.   De Algemene Raad verleent medewerking aan de voorbereidingen voor het onherroepelijk vaststellen van wisselkoersen krachtens artikel 47.3 van de statuten door de Raad van bestuur opmerkingen voor te leggen betreffende:

ontwerp-adviezen van de ECB krachtens artikel 123, lid 5, van het Verdrag, en

alle overige ontwerp-adviezen van de ECB met betrekking tot communautaire rechtshandelingen, die dienen te worden goedgekeurd wanneer een derogatie wordt ingetrokken, en

besluiten op grond van punt 10 van het Protocol betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

9.   Wanneer de Algemene Raad krachtens bovengenoemde leden wordt verzocht medewerking te verlenen aan de taken van de ECB, wordt hem een redelijke periode geboden waarbinnen dit plaats dient te hebben, welke niet minder dan tien werkdagen mag zijn. In dringende gevallen, hetgeen in het verzoek moet worden gerechtvaardigd, kan de periode worden teruggebracht tot vijf werkdagen. De president kan tot de schriftelijke procedure besluiten

10.   Overeenkomstig artikel 47.4 van de statuten stelt de president de Algemene Raad in kennis van de besluiten van de Raad van bestuur.

Artikel 7

Betrekkingen tussen de Algemene Raad en de directie

1.   De Algemene Raad van de ECB wordt de mogelijkheid geboden opmerkingen voor te leggen voordat de directie:

–rechtshandelingen van de Raad van bestuur ten uitvoer legt waarvoor, overeenkomstig artikel 12.1 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank, de inbreng van de Algemene Raad is vereist;

op grond van door de Raad van bestuur overeenkomstig artikel 12.1 van de statuten gedelegeerde bevoegdheden, rechtshandelingen goedkeurt waarvoor, overeenkomstig artikel 12.1 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank, de inbreng van de Algemene Raad is vereist.

2.   Wanneer de Algemene Raad krachtens het eerste lid van dit artikel wordt verzocht opmerkingen voor te leggen, wordt hem een redelijke periode geboden waarbinnen dit plaats dient te hebben, welke niet minder dan tien werkdagen mag zijn. In dringende gevallen, hetgeen in het verzoek moet worden gerechtvaardigd, kan de periode worden teruggebracht tot vijf werkdagen. De president kan tot een schriftelijke procedure besluiten.

Artikel 8

Comités van het Europees Stelsel van centrale banken

1.   Binnen zijn bevoegdheden is de Algemene Raad gerechtigd comités die door de Raad van bestuur op grond van artikel 9 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank zijn opgericht, om studies over specifieke onderwerpen te verzoeken.

2.   De nationale centrale banken van alle niet-deelnemende lidstaten kunnen ten hoogste twee personeelsleden aanwijzen om deel te nemen aan de vergaderingen van een comité wanneer aangelegenheden worden behandeld die tot de bevoegdheden van de Algemene Raad behoren en wanneer de voorzitter van een comité en de directie dit wenselijk achten.

HOOFDSTUK III

SPECIFIEKE PROCEDURELE BEPALINGEN

Artikel 9

Rechtsinstrumenten

1.   Besluiten van de ECB krachtens artikel 46.4 en artikel 48 van de statuten en krachtens dit reglement van orde, alsook door de Algemene Raad krachtens artikel 44 van de statuten goedgekeurde aanbevelingen en adviezen van de ECB worden door de president getekend.

2.   Alle rechtsinstrumenten van de ECB worden genummerd, bekendgemaakt en gepubliceerd overeenkomstig artikel 17.7 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank.

Artikel 10

Vertrouwelijkheid van en toegang tot ECB-documenten

1.   De handelingen van de Algemene Raad en van comités of groepen die aangelegenheden behandelen die binnen de bevoegdheden van de Algemene Raad vallen, zijn vertrouwelijk tenzij de Algemene Raad de president machtigt het resultaat van de beraadslagingen openbaar te maken.

2.   Toegang van het publiek tot documenten die zijn opgesteld door de Algemene Raad en door comités of groepen die aangelegenheden behandelen die binnen de bevoegdheden van de Algemene Raad vallen, wordt bepaald door een besluit van de Raad van bestuur krachtens artikel 23.2 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank.

3.   Documenten die zijn opgesteld door de Algemene Raad en door comités of groepen die aangelegenheden behandelen die binnen de bevoegdheden van de Algemene Raad vallen, worden geclassificeerd en behandeld in overeenstemming met de regels neergelegd in de krachtens artikel 23.3 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank vastgestelde administratieve circulaire. Deze documenten zijn na een periode van 30 jaar vrij toegankelijk, tenzij door de besluitvormende organen anders wordt besloten.

Artikel 11

Einde van de toepasselijkheid

Wanneer, overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag, alle derogaties door de Raad van de Europese Unie worden ingetrokken en wanneer de in het Protocol betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland voorziene besluiten worden genomen, wordt de Algemene Raad ontbonden en is dit reglement van orde niet langer van toepassing.”

Gedaan te Frankfurt am Main, 17 juni 2004.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


Naar boven