EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32011O0009

2011/509/EU: Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 30 juni 2011 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2008/8 inzake de gegevensverzameling betreffende de euro en de werking van het Valuta-informatiesysteem 2 (Currency Information System 2 — CIS 2) (ECB/2011/9)

PB L 217 van 23.8.2011, blz. 1–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Bijzondere uitgave in het Kroatisch: Hoofdstuk 10 Deel 007 blz. 106 - 145

Juridische status van het document Van kracht

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2011/509/oj

23.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 217/1


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 30 juni 2011

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2008/8 inzake de gegevensverzameling betreffende de euro en de werking van het Valuta-informatiesysteem 2 (Currency Information System 2 — CIS 2)

(ECB/2011/9)

(2011/509/EU)

De Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid artikel 128,

Gezien de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 5 en 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Vanaf 1 januari 2011 vervangt Besluit ECB/2010/14 van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (1) het kader voor de detectie van vervalsingen en voor de sortering op fitness door kredietinstellingen en andere professionele geldverwerkers (hierna het „kader voor het recirculeren van bankbiljetten” genoemd). Besluit ECB/2010/14 vereist van geldverwerkers dat ze uiterlijk vanaf 1 januari 2012 statistische gegevens aan hun nationale centrale banken (NCB’s) rapporteren. De NCB’s moeten de Europese Centrale Bank (ECB) dergelijke statistische gegevens in geaggregeerde vorm verschaffen zoals vastgelegd in Richtsnoer ECB/2008/8 van 11 september 2008 inzake de gegevensverzameling betreffende de euro en de werking van het Valuta-informatiesysteem 2 (Currency Information System 2 — CIS 2) (2).

(2)

Om te verzekeren dat er geen leemten optreden in de rapportage van statistische gegevens, is het noodzakelijk voorzieningen te treffen voor het verzamelen van dergelijke gegevens in 2011 door de NCB’s van de instellingen waarop tot 1 januari 2011 het kader voor het recirculeren van bankbiljetten van toepassing was.

(3)

Om in te spelen op de behoefte aan effectieve verslaggevingsinstrumenten in situaties van financiële crisis, zijn dagelijkse verslaggevingsfuncties ontwikkeld naast de maandelijkse en halfjaarlijkse verslaggevingsfuncties waarin al was voorzien in Richtsnoer ECB/2008/8. Op 12 mei 2010 zijn die goedgekeurd door de Raad van bestuur. Het is derhalve ook noodzakelijk Richtsnoer ECB/2008/8 te wijzigen om in bepaalde omstandigheden dagelijkse rapportage van CIS 2-gegevens door de NCB’s te verlangen.

(4)

Sommige in Richtsnoer ECB/2008/8 gebruikte technische termen dienen eveneens te worden vervangen.

(5)

Richtsnoer ECB/2008/8 dient derhalve te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Richtsnoer ECB/2008/8 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt a) wordt geschrapt;

b)

in punt c) wordt punt i) als volgt vervangen:

„i) de bij de ECB geïnstalleerde centrale database voor het opslaan van alle relevante, conform dit richtsnoer verzamelde gegevens inzake eurobankbiljetten en -muntstukken, cashinfrastructuur en Besluit ECB/2010/14 van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (3);

c)

punt i) wordt als volgt vervangen:

„i)

„gegevensbericht”: een bestand met dagelijkse, maandelijkse en halfjaarlijkse gegevens van een NCB of toekomstige Eurosysteem-NCB voor één rapportageperiode of, in het geval van herzieningen, één of meerdere rapportageperioden in een met het CIS 2-transmissiemechanisme compatibel gegevensformaat;”;

d)

in punt m) wordt punt i) als volgt vervangen:

„i) wanneer een NCB een dagelijks, maandelijks of halfjaarlijks gegevensbericht aan het CIS 2 heeft verzonden waarop het CIS 2 een feedbackbericht aan die NCB en de ECB stuurt;”;

e)

de volgende definitie wordt toegevoegd na punt m):

„n)

„geldverwerkers”: de instellingen en economische operatoren als bedoeld in artikel 6, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (4).

2)

In artikel 2 wordt het kopje als volgt vervangen:

„Gegevensverzameling betreffende maandelijks gerapporteerde eurobankbiljetten”.

3)

Het volgende artikel 2a wordt ingevoegd:

„Artikel 2a

Gegevensverzameling betreffende dagelijks gerapporteerde eurobankbiljetten

1.   De ECB stelt de dagelijkse rapportage van de CIS 2-gegevens in werking, indien een van de volgende omstandigheden van toepassing is:

a)

meer dan één NCB rapporteert ongewone geldomloopontwikkelingen aan de ECB, en tenminste één van die NCB’s verzoekt waarschijnlijk om een ad-hocoverdracht van grote partijen eurobankbiljetten;

b)

de op maandelijkse basis gerapporteerde CIS 2-gegevens laten zien dat de bruto-uitgifte van eurobankbiljetten op Eurosysteem-niveau bepaalde door de Raad van bestuur goedgekeurde en afzonderlijk door de ECB vastgelegde drempels overschrijdt;

c)

het Comité bankbiljetten geeft redenen om een dergelijke rapportage in werking te stellen.

2.   Niettegenstaande lid 1 wordt dagelijkse rapportage van CIS 2-gegevens elk jaar in juni voor een periode van één maand in werking gesteld ten behoeve van het testen van noodplannen.

3.   Na het in werking stellen van het vereiste van dagelijkse rapportage ingevolge lid 1 of 2, rapporteren de NCB’s aan de ECB dagelijks de CIS 2-gegevens betreffende eurobankbiljetten, d.w.z. de in bijlage VII gespecificeerde gegevensposten van bankbiljetten. Dergelijke gegevens zijn beschikbaar op de derde werkdag na het in werking stellen van het dagelijkse rapportagevereiste en omvatten gegevens van de tweede werkdag na een dergelijke inwerkingstelling.

4.   De NCB’s geven de in lid 3 bedoelde gegevens uiterlijk om 5 uur 's middags Centraal-Europese tijd door op de werkdag na de rapportageperiode.

5.   Artikel 2, lid 5, is mutatis mutandis van toepassing op het doorgeven van in lid 3 bedoelde gegevens.”.

4)

In artikel 3 wordt het kopje als volgt vervangen:

„Gegevensverzameling betreffende maandelijks gerapporteerde euromuntstukken”.

5)

Artikel 4 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 4

Verzameling van halfjaarlijks gerapporteerde gegevens betreffende de cashinfrastructuur en Besluit ECB/2010/14

1.   Elk halfjaar verstrekken de NCB's aan de ECB de in bijlage IIIa gespecificeerde gegevens betreffende de cashinfrastructuur.

2.   Voor de eerste keer op de in lid 7 vermelde data en vervolgens elk halfjaar verstrekken de NCB's aan de ECB de in bijlage IIIa gespecificeerde gegevens. De aan de ECB verschafte gegevens zijn gebaseerd op gegevens die de NCB’s hebben verkregen van geldverwerkers ingevolge bijlage IV bij Besluit ECB/2010/14.

3.   In aanmerking nemend dat de NCB's, op grond van artikel 13 van Besluit ECB/2010/14, geldverwerkers een overgangsperiode van één jaar kunnen geven voor het rapporteren van de in bijlage IV bij Besluit ECB/2010/14 gespecificeerde gegevens, verschaffen de NCB's in oktober 2011 en april 2012, ongeacht of zij geldverwerkers een dergelijke overgangsperiode hebben gegeven, de in bijlage IIIb gespecificeerde gegevens aan de ECB. Vanaf oktober 2012 rapporteren zij de in lid 2 gespecificeerde gegevens.

4.   De NCB’s verzenden de in lid 1 tot en met 3 genoemde gegevens middels het CIS 2-transmissiemechanisme.

5.   Elk jaar, uiterlijk op de zesde werkdag van oktober, verzenden de NCB's de in lid 1 tot en met 3 genoemde gegevens met betrekking tot de rapportageperiode van januari tot juni van dat jaar.

6.   Elk jaar, uiterlijk op de zesde werkdag van april, verzenden de NCB's de in lid 1 tot en met 3 genoemde gegevens met betrekking tot de rapportageperiode van juli tot december van het voorgaande jaar.

7.   De eerste verzending van gegevens in verband met Besluit ECB/2010/14 vindt plaats als volgt:

a)

in oktober 2012 voor de NCB's van lidstaten die de euro op of voor 1 januari 2011 hebben aangenomen, en

b)

in oktober van het jaar volgend op het jaar van aanneming van de euro voor de NCB's van lidstaten die de euro na 1 januari 2011 hebben aangenomen.”.

6)

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt als volgt vervangen:

„3.   Na de datum van omschakeling op de chartale euro en binnen een tussen de NCB en de ECB overeen te komen periode, rapporteert de NCB dagelijks aan de ECB de in bijlage VII gespecificeerde gegevensposten.”;

b)

het volgende lid 4 wordt toegevoegd:

„4.   Artikel 2, lid 5, is mutatis mutandis van toepassing op het doorgeven van de in lid 1 en 3 bedoelde gegevens.”.

7)

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt als volgt vervangen:

„1.   De NCB’s nemen passende maatregelen opdat de uit hoofde van dit richtsnoer vereiste gegevens volledig en correct zijn alvorens deze aan de ECB te verzenden. Zij controleren ten minste: a) de volledigheid volgens bijlage V en de juistheid volgens bijlage VI voor gegevensposten die maandelijks en halfjaarlijks worden gerapporteerd; en b) de volledigheid volgens bijlage VII voor gegevensposten die dagelijks worden gerapporteerd.”;

b)

lid 3 wordt als volgt vervangen:

„3.   De ECB zorgt ervoor: a) dat de volledigheids- en juistheidscontroles van bijlage V en VI voor gegevensposten die maandelijks en halfjaarlijks worden gerapporteerd; en b) de volledigheidscontroles van bijlage VII voor gegevensposten die dagelijks worden gerapporteerd, door het CIS 2 worden uitgevoerd voordat de gegevens in de centrale CIS 2-database worden opgeslagen.”;

c)

het volgende lid 6 wordt toegevoegd:

„6.   Indien de NCB's CIS 2-gegevens rapporteren betreffende de in deel 2 van bijlage I gespecificeerde levering en ontvangst van bankbiljetten, d.w.z. gegevensposten 4.2 en 4.3, die met elkaar inconsistent zijn, verduidelijken zij de aangelegenheid onverwijld wederzijds. Indien zulks niet geschiedt, komt de ECB tussenbeide om te verzekeren dat de CIS 2-gegevens juist worden gerapporteerd.”.

8)

In artikel 8 wordt lid 1 als volgt vervangen:

„1.   Na ontvangst van een schriftelijk verzoek en op voorwaarde dat de in lid 2 genoemde contractuele regelingen zijn getroffen, verleent de ECB toegang tot het CIS 2 aan: a) maximaal tien individuele gebruikers voor iedere NCB, iedere toekomstige Eurosysteem-NCB en aan de Europese Commissie in haar hoedanigheid van in aanmerking komende derde; en b) aan één individuele gebruiker voor elke overige in aanmerking komende derde. De aan een in aanmerking komende derde verleende toegang wordt beperkt tot gegevens betreffende euromuntstukken. Afhankelijk van beschikbaarheid en capaciteit, overweegt de ECB in redelijkheid schriftelijke verzoeken om toegang tot het CIS 2 voor extra individuele gebruikers.”.

9)

In artikel 11 wordt lid 2 als volgt vervangen:

„2.   Overeenkomstig artikel 17.3 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank is de directie bevoegd technische wijzigingen aan te brengen in de bijlagen bij dit richtsnoer en in de specificaties van het CIS 2-transmissiemechanisme, rekening houdend met het standpunt van het Comité bankbiljetten en het Comité informatietechnologie.”.

10)

Bijlage I bij Richtsnoer ECB/2008/8 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij dit richtsnoer.

11)

Bijlage III bij Richtsnoer ECB/2008/8 wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij dit richtsnoer.

12)

Bijlage V bij Richtsnoer ECB/2008/8 wordt vervangen door de tekst in bijlage III bij dit richtsnoer.

13)

Bijlage VI bij Richtsnoer ECB/2008/8 wordt vervangen door de tekst in bijlage IV bij dit richtsnoer.

14)

De tekst in bijlage V bij dit richtsnoer wordt ingevoegd als nieuwe bijlage VII bij Richtsnoer ECB/2008/8.

15)

De lijst van termen van Richtsnoer ECB/2008/8 wordt vervangen door de tekst in bijlage VI bij dit richtsnoer.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit richtsnoer treedt twee dagen na vaststelling ervan in werking.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht aan alle centrale banken van het Eurosysteem.

Gedaan te Frankfurt am Main, 30 juni 2011.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1.

(2)  PB L 346 van 23.12.2008, blz. 89.

(3)  PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1.”;

(4)  PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6.”.


BIJLAGE I

Deel 2 van bijlage I wordt als volgt vervangen:

„DEEL 2

Specificatie van gegevensposten van bankbiljetten

Voor alle gegevensposten rapporteren de NCB's en de toekomstige Eurosysteem-NCB’s de cijfers in termen van aantallen als gehele getallen, ongeacht of ze positief of negatief zijn.

1.   Cumulatieve gegevensposten

Cumulatieve gegevens zijn cijfers die verzameld zijn over alle rapportageperioden vanaf de eerste levering vanaf een drukkerij vóór de introductie van een nieuwe serie, variant of denominatie tot de sluiting van de rapportageperiode

1.1

Voortgebrachte bankbiljetten

Bankbiljetten die: i) voortgebracht zijn krachtens een afzonderlijke rechtshandeling van de ECB betreffende de productie van bankbiljetten; ii) geleverd zijn aan de LS of ESS van de NCB en aangehouden worden door de NCB; en iii) geregistreerd zijn in het liquiditeitenbeheersysteem van de NCB (1). Bankbiljetten die overgedragen zijn aan of aangehouden worden door NHTO-entiteiten en ECI-banken, met inbegrip van vernietigde bankbiljetten (gegevensposten 1.2 en 1.3) blijven deel uitmaken van de door een NCB voortgebrachte bankbiljetten

1.2

Online vernietigde bankbiljetten

Voortgebrachte bankbiljetten die door de NCB of namens de NCB vernietigd zijn op een bankbiljettensorteermachine met een geïntegreerde papierversnipperaar na sortering op echtheid en geschiktheid

1.3

Offline vernietigde bankbiljetten

Voortgebrachte bankbiljetten die door de NCB of namens de NCB vernietigd zijn na sortering op echtheid en geschiktheid op een andere wijze dan met een bankbiljettensorteermachine met een geïntegreerde papierversnipperaar, bv. beschadigde bankbiljetten of bankbiljetten die om welke reden dan ook door bankbiljettensorteermachines zijn afgekeurd. Deze gegevens omvatten niet de bankbiljetten die online vernietigd werden (gegevenspost 1.2)

2.   Gegevensposten betreffende voorraden bankbiljetten

Deze gegevensposten, zijnde gegevens van voorraden, hebben betrekking op het einde van de rapportageperiode

A)   Door het Eurosysteem aangehouden voorraden

2.1

ESS van nieuwe bankbiljetten

Nieuwe bankbiljetten die deel uitmaken van de ESS en namens de ECB worden aangehouden door de NCB

2.2

ESS van geschikte bankbiljetten

Voor recirculatie geschikte bankbiljetten die deel uitmaken van de ESS en namens de ECB worden aangehouden door de NCB

2.3

LS van nieuwe door de NCB aangehouden bankbiljetten

Nieuwe bankbiljetten die deel uitmaken van de LS van de NCB en door de NCB worden aangehouden (op haar hoofdkantoor en/of filialen). Nieuwe bankbiljetten die deel uitmaken van de ESS zijn niet in dit cijfer inbegrepen

2.4

LS van door de NCB aangehouden voorraden geschikte bankbiljetten

Voor recirculatie geschikte bankbiljetten behorende tot de LS van de NCB die door de NCB worden aangehouden (op haar hoofdkantoor en/of filialen). Voor recirculatie geschikte bankbiljetten die deel uitmaken van de ESS zijn niet in dit cijfer inbegrepen

2.5

Voorraden door de NCB aangehouden niet-geschikte bankbiljetten (te vernietigen)

Niet voor recirculatie geschikte bankbiljetten die door de NCB worden aangehouden en nog niet zijn vernietigd

2.6

Door de NCB aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

Door de NCB aangehouden bankbiljetten die nog niet door een NCB op bankbiljettensorteermachines of handmatig op echtheid en geschiktheid zijn gesorteerd. Bankbiljetten die op echtheid en geschiktheid zijn gesorteerd door NHTO-entiteiten, ECI-banken of andere kredietinstellingen of professionele geldverwerkers en daarna geretourneerd zijn aan de NCB, maken deel uit van deze gegevenspost totdat de NCB dergelijke bankbiljetten verwerkt heeft

B)   Door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden

Deze gegevensposten hebben betrekking op een NHTO-regeling die een NCB in haar rechtsgebied kan invoeren. De NCB rapporteert de van individuele NHTO-entiteiten afkomstige gegevens geaggregeerd voor alle NHTO-entiteiten. Deze voorraden maken geen deel uit van bankbiljetten in omloop

2.7

LS van nieuwe door de NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten

Door NHTO-entiteiten aangehouden door de NCB overgedragen nieuwe bankbiljetten

2.8

LS van geschikte door de NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten

Voor recirculatie geschikte, door de NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten die van de NCB zijn overgebracht of uit circulatie zijn genomen en door de NHTO-entiteiten overeenkomstig Besluit ECB/2010/14 voor recirculatie geschikt werden geacht

2.9

Door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden niet-geschikte bankbiljetten

Door NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten die door de NHTO-entiteiten overeenkomstig Besluit ECB/2010/14 niet voor recirculatie geschikt werden geacht

2.10

Door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

Door de NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten die niet door de NHTO-entiteiten op echtheid en geschiktheid zijn gesorteerd overeenkomstig Besluit ECB/2010/14

C)   Door de ECI-banken aangehouden voorraden

Deze gegevensposten hebben betrekking op een ECI-programma. Deze voorraden maken geen deel uit van bankbiljetten in omloop

2.11

LS van nieuwe door de ECI-banken aangehouden bankbiljetten

Door een ECI-bank aangehouden van de NCB overgebrachte nieuwe bankbiljetten

2.12

LS van geschikte door de ECI-banken aangehouden bankbiljetten

Voor recirculatie geschikte, door een ECI-bank aangehouden bankbiljetten die van de NCB zijn overgebracht of uit circulatie zijn genomen en door een ECI-bank overeenkomstig Besluit ECB/2010/14 voor recirculatie geschikt werden geacht

2.13

Door de ECI-banken aangehouden voorraden niet-geschikte bankbiljetten

Door een ECI-bank aangehouden bankbiljetten die door de ECI-bank niet voor recirculatie geschikt zijn geacht overeenkomstig Besluit ECB/2010/14

2.14

Door de ECI-banken aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

Door een ECI-bank aangehouden bankbiljetten die niet op echtheid en geschiktheid zijn gesorteerd overeenkomstig Besluit ECB/2010/14

2.15

LS van bankbiljetten die onderweg zijn naar of van de ECI-banken

Bankbiljetten die door een NCB aan een ECI-bank zijn geleverd (of aan een waardevervoerder die handelt namens een ECI-bank) en die aan het einde van de rapportageperiode nog onderweg zijn naar de panden van de ECI-bank, en eventuele door een NCB van een ECI-bank te ontvangen voorraden (of van een waardevervoerder die handelt namens een ECI-bank) die aan het einde van de rapportageperiode nog onderweg zijn, d.w.z. die de panden van de ECI-bank hebben verlaten, maar nog niet bij de NCB zijn aangekomen

D)   Gegevensposten voor kruiscontrole

2.16

Voor overdracht geoormerkte ESS

Nieuwe en voor recirculatie geschikte bankbiljetten van de ESS die aangehouden worden door de NCB en voorbehouden zijn voor overdrachten krachtens afzonderlijke rechtshandelingen van de ECB betreffende de productie van bankbiljetten en het beheer van voorraden bankbiljetten. De NCB kan de bankbiljetten overdragen aan de LS of de ESS van één of meer NCB’s of aan haar eigen LS. Totdat de bankbiljetten fysiek worden overgedragen, behoren ze tot de nieuwe of voor recirculatie geschikte door de NCB aangehouden ESS (gegevenspost 2.1 of 2.2)

2.17

Voor overdracht geoormerkte LS

Nieuwe en voor recirculatie geschikte bankbiljetten van de LS van de NCB die voorbehouden zijn voor overdrachten krachtens afzonderlijke rechtshandelingen van de ECB betreffende de productie van bankbiljetten en het beheer van voorraden bankbiljetten. De NCB kan de bankbiljetten overdragen aan de LS of de ESS van één of meer NCB’s of aan de door de NCB aangehouden ESS. Totdat de bankbiljetten fysiek worden overgedragen, behoren ze tot de nieuwe of voor recirculatie geschikte LS van de NCB (gegevenspost 2.3 of 2.4)

2.18

Voor ontvangst geoormerkte ESS

Nieuwe en voor recirculatie geschikte bankbiljetten die moeten worden overgedragen aan de door de NCB (als ontvangende NCB) aangehouden ESS door één of meerdere NCB’s, door een drukkerij of van de eigen LS van de NCB krachtens afzonderlijke rechtshandelingen van de ECB betreffende de productie van bankbiljetten en het beheer van voorraden bankbiljetten

2.19

Voor ontvangst geoormerkte LS

Nieuwe en voor recirculatie geschikte aan de LS van de NCB (als ontvangende NCB) over te dragen bankbiljetten door één of meerdere NCB’s, door een drukkerij of van de door de NCB aangehouden ESS krachtens afzonderlijke rechtshandelingen van de ECB betreffende de productie van bankbiljetten en het beheer van voorraden bankbiljetten

3.   Gegevensposten betreffende bedrijfsactiviteiten

Deze gegevensposten, zijnde stroomgegevens, hebben betrekking op de gehele rapportageperiode

A)   Bedrijfsactiviteiten van de NCB's

3.1

Door een NCB uitgegeven bankbiljetten

Nieuwe en voor recirculatie geschikte bankbiljetten die door derden opgenomen zijn aan NCB-balies, ongeacht of een klantenrekening is gedebiteerd voor de opgenomen bankbiljetten. Deze gegevenspost omvat geen overdrachten aan de NHTO-entiteiten (gegevenspost 3.2) en de ECI-banken (gegevenspost 3.3)

3.2

Van een NCB aan de NHTO-entiteiten overgedragen bankbiljetten

Nieuwe en voor recirculatie geschikte bankbiljetten die de NCB heeft overgedragen aan de NHTO-entiteiten

3.3

Van een NCB aan de ECI-banken overgedragen bankbiljetten

Nieuwe en voor recirculatie geschikte bankbiljetten die de NCB heeft overgedragen aan ECI-banken

3.4

Aan een NCB geretourneerde bankbiljetten

Aan de NCB geretourneerde in omloop zijnde bankbiljetten, ongeacht of een klantenrekening voor deze bankbiljetten is gecrediteerd. Deze gegevenspost omvat geen overdrachten aan de NCB door de NHTO-entiteiten (gegevenspost 3.5) of de ECI-banken (gegevenspost 3.6)

3.5

Van de NHTO-entiteiten aan een NCB overgedragen banbiljetten

Door de NHTO-entiteiten aan de NCB overgedragen bankbiljetten

3.6

Van de ECI-banken aan een NCB overgedragen bankbiljetten

Door de ECI-banken aan de NCB overgedragen bankbiljetten

3.7

Door een NCB verwerkte bankbiljetten

Bankbiljetten die op bankbiljettensorteermachines of handmatig op echtheid en geschiktheid zijn uitgesorteerd door de NCB.

Deze gegevens omvatten de voorraden niet-verwerkte bankbiljetten (gegevenspost 2.6) van de vorige rapportageperiode + geretourneerde in omloop zijnde bankbiljetten (gegevenspost 3.4) + bankbiljetten die door de NHTO-entiteiten overgedragen zijn aan de NCB (gegevenspost 3.5) + bankbiljetten die van de ECI-banken overgedragen zijn aan de NCB (gegevenspost 3.6) + van andere NCB’s ontvangen niet-verwerkte bankbiljetten (subset van gegevenspost 4.3) – aan andere NCB’s overgedragen niet-verwerkte bankbiljetten (subset van gegevenspost 4.2) – voorraden niet-verwerkte bankbiljetten van de lopende rapportageperiode (gegevenspost 2.6)

3.8

Door een NCB als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten

Door de NCB verwerkte bankbiljetten en als niet voor recirculatie geschikt uitgesorteerd overeenkomstig een afzonderlijke rechtshandeling van de ECB betreffende de verwerking van bankbiljetten door de NCB's

B)   Bedrijfsactiviteiten van de NHTO-entiteiten

3.9

Door de NHTO-entiteiten in omloop gebrachte bankbiljetten

Door de NHTO-entiteiten in omloop gebrachte bankbiljetten, d.w.z. alle opnamen bij de NHTO-entiteiten

3.10

Aan de NHTO-entiteiten geretourneerde bankbiljetten

Door de NHTO-entiteiten geretourneerde in omloop zijnde bankbiljetten, d.w.z. alle bij de NHTO-entiteiten gedeponeerde bankbiljetten

3.11

Door de NHTO-entiteiten verwerkte bankbiljetten

Bankbiljetten die op bankbiljettensorteermachines of handmatig op echtheid en geschiktheid zijn uitgesorteerd door de NHTO-entiteiten overeenkomstig Besluit ECB/2010/14

3.12

Door de NHTO-entiteiten als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten

Door de NHTO-entiteiten verwerkte bankbiljetten die als niet voor recirculatie geschikt zijn uitgesorteerd overeenkomstig Besluit ECB/2010/14

C)   Bedrijfsactiviteiten van de ECI-banken

3.13

Door de ECI-banken in omloop gebrachte bankbiljetten

Door een ECI-bank in omloop gebrachte bankbiljetten, d.w.z. alle opnamen bij de ECI-bank

3.14

Aan de ECI-banken geretourneerde bankbiljetten

Aan een ECI-bank geretourneerde in omloop zijnde bankbiljetten, d.w.z. alle bij de ECI-bank gedeponeerde bankbiljetten

3.15

Door de ECI-banken verwerkte bankbiljetten

Bankbiljetten die op bankbiljettensorteermachines of handmatig op echtheid en geschiktheid zijn uitgesorteerd door een ECI-bank overeenkomstig Besluit ECB/2010/14

Deze gegevens omvatten de voorraden niet-verwerkte bankbiljetten (gegevenspost 2.14) van de vorige rapportageperiode + aan de ECI-bank geretourneerde bankbiljetten (gegevenspost 3.14) – voorraden niet-verwerkte bankbiljetten (gegevenspost 2.14) van de lopende rapportageperiode

3.16

Door de ECI-banken als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten

Door een ECI-bank verwerkte bankbiljetten die als niet voor recirculatie geschikt zijn uitgesorteerd overeenkomstig Besluit ECB/2010/14

4.   Gegevensposten betreffende verplaatsingen van bankbiljetten

Deze gegevensposten, zijnde stroomgegevens, hebben betrekking op de gehele rapportageperiode

4.1

Levering door een drukkerij van nieuwe productie aan de verantwoordelijke NCB

Nieuwe bankbiljetten die krachtens een afzonderlijke rechtshandeling van de ECB betreffende de productie van bankbiljetten zijn geproduceerd en die door een drukkerij zijn geleverd aan de NCB (zijnde de NCB verantwoordelijk voor productie), of via de NCB (zijnde de NCB verantwoordelijk voor productie) aan een andere NCB

4.2

Overdracht van bankbiljetten

Van de NCB aan een andere NCB overdragen bankbiljetten of intern uit de eigen LS aan de door de NCB aangehouden ESS, of vice versa

4.3

Ontvangst van bankbiljetten

Door de NCB van een andere NCB ontvangen bankbiljetten of intern overgedragen bankbiljetten uit de eigen LS aan de door de NCB aangehouden ESS, of vice versa

5.   Gegevensposten voor de toekomstige Eurosysteem-NCB’s

Deze gegevensposten hebben betrekking op het einde van de rapportageperiode

5.1

Voorraden betaalmiddelen voordat de euro wettig betaalmiddel wordt

Door de toekomstige Eurosysteem-NCB aangehouden eurobankbiljetten met het oog op de omschakeling naar de chartale euro

5.2

Bevoorrading vooraf

Vooraf door de toekomstige Eurosysteem-NCB geleverde eurobankbiljetten aan in aanmerking komende tegenpartijen die voldoen aan de vereisten om eurobankbiljetten te ontvangen voor bevoorrading voorafgaande aan de omschakeling naar de chartale euro overeenkomstig Richtsnoer ECB/2006/9

5.3

Verdere bevoorrading vooraf

Verdere vooraf geleverde eurobankbiljetten door in aanmerking komende tegenpartijen aan derde beroepsdoelgroepen op grond van Richtsnoer ECB/2006/9 en die door die derde beroepsdoelgroepen worden aangehouden in hun gebouwen voorafgaande aan de omschakeling naar de chartale euro. Deze gegevenspost is een subpost van gegevenspost 5.2


(1)  Eventuele bankbiljetten die zijn voortgebracht en vervolgens gemerkt als voorbeeldbankbiljetten worden van deze gegevenspost afgetrokken.”.


BIJLAGE II

BIJLAGE IIIa

GEGEVENS BETREFFENDE DE CASHINFRASTRUCTUUR EN BESLUIT ECB/2010/14

Voor alle gegevensposten moeten de cijfers als positieve gehele getallen gerapporteerd worden.

1.   Gegevensposten betreffende aan een NCB gerelateerde cashinfrastructuur

Deze gegevensposten hebben betrekking op het einde van de rapportageperiode

1.1

Aantal NCB-filialen

Alle filialen van de NCB's die cashdiensten verlenen aan kredietinstellingen en andere professionele cliënten

1.2

Opslagcapaciteit

Totale veilige opslagcapaciteit voor bankbiljetten van de NCB, in miljoenen bankbiljetten en berekend op basis van de denominatie van 20 euro

1.3

Sorteercapaciteit

Totale sorteercapaciteit van bankbiljetten (d.w.z. totale maximale doorvoer) van de bankbiljettensorteermachines van de NCB per jaar, berekend op basis van het aantal werkdagen van de NCB in het desbetreffende jaar, na aftrek van onderhoudsdagen

1.4

Vervoerscapaciteit

Totale vervoerscapaciteit (d.w.z. maximale laadcapaciteit) van bij de NCB in gebruik zijnde gepantserde trucks, in duizenden bankbiljetten en berekend op basis van de denominatie van 20 euro

2.   Gegevensposten betreffende de algemene cashinfrastructuur en Besluit ECB/2010/14

Deze gegevensposten hebben betrekking op het einde van de rapportageperiode

 

Algemene cashinfrastructuur

 

2.1a

Aantal filialen van kredietinstellingen

Alle filialen van kredietinstellingen met inbegrip van verafgelegen filialen die gevestigd zijn in de deelnemende lidstaat en die retail- of wholesale-cashdiensten verlenen

2.1b

Aantal verafgelegen filialen van kredietinstellingen

Alle filialen van kredietinstellingen die in aanmerking komen als „verafgelegen filialen” volgens Besluit ECB/2010/14

2.2

Aantal waardevervoerders

Alle binnen de deelnemende lidstaat gevestigde waardevervoerders (1)  (2)

2.3

Aantal cashcentra die geen eigendom zijn van een NCB

Alle in de deelnemende lidstaat gevestigde cashcentra die in handen zijn van kredietinstellingen, waardevervoerders en andere professionele geldverwerkers (1)  (2)

 

Geldautomaat

„Geldautomaat”: een door de cliënt bediende machine die middels een bankkaart of anderszins, eurobankbiljetten uitgeeft aan het publiek en een bankrekening debiteert (1)  (2)

2.4a

Aantal geldautomaten onder verantwoordelijkheid van kredietinstellingen

Deze subpost bestrijkt geldautomaten die worden geëxploiteerd onder de verantwoordelijkheid van in de deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstellingen, ongeacht wie dergelijke geldautomaten bevoorraadt

2.4b

Aantal geldautomaten geëxploiteerd door andere geldverwerkers

Deze subpost bestrijkt geldautomaten onder de verantwoordelijkheid van andere entiteiten dan kredietinstellingen die gevestigd zijn in de deelnemende lidstaat (bv. „retail-geldautomaten” of „gemaksgeldautomaten”)

2.5

Aantal self-checkout terminals („SCoTs”)

Deze subpost bestrijkt self-checkout terminals (SCoTs) waarmee het publiek kan betalen voor goederen en diensten, hetzij met een bankkaart, contanten of andere betaalinstrumenten, waarmee contanten kunnen worden opgenomen, maar niet de echtheid en geschiktheid van eurobankbiljetten wordt gecontroleerd

2.6

Aantal andere geldautomaten

Deze subpost bestrijkt elk ander type geldautomaat

 

Door cliënten en personeelsleden bediende bankbiljettensorteermachines

De volgende rapportageverplichtingen hebben betrekking op bijlage I en IV bij Besluit ECB/2010/14

Overeenkomstig bijlage IV kan de reikwijdte van de rapportage worden beperkt vanwege door elke NCB te bepalen uitzonderingen en/of rapportagedrempels

2.7a

Aantal door cliënten bediende cash-recycling machines („CRM's”) die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

Middels CRM's kunnen cliënten met een bankkaart of anderszins, op hun bankrekeningen eurobankbiljetten storten en van hun bankrekeningen eurobankbiljetten opnemen. CRM's controleren eurobankbiljetten op echtheid en geschiktheid met herleiding naar de rekeninghouder. Voor opnamen kunnen CRM's als echt geclassificeerde geschikte eurobankbiljetten gebruiken die andere cliënten bij eerdere transacties hebben gestort

Deze subpost bestrijkt CRM's die geëxploiteerd worden door kredietinstellingen

2.7b

Aantal door cliënten bediende CRM's die worden geëxploiteerd door overige geldverwerkers

Middels CRM's kunnen cliënten met een bankkaart of anderszins, op hun bankrekeningen eurobankbiljetten storten en van hun bankrekeningen eurobankbiljetten opnemen. CRM's controleren eurobankbiljetten op echtheid en geschiktheid met herleiding naar de rekeninghouder. Voor opnamen kunnen CRM's als echt geclassificeerde geschikte eurobankbiljetten gebruiken die andere cliënten bij eerdere transacties hebben gestort

Deze subpost bestrijkt CRM's die geëxploiteerd worden door overige geldverwerkers

2.8

Aantal door cliënten bediende cash-in machines („CIM's”)

Middels CIM's kunnen cliënten met een bankkaart of anderszins, eurobankbiljetten op hun bankrekeningen storten, maar CIM's hebben geen gelduitgiftefunctie. CIM's controleren eurobankbiljetten op echtheid met herleiding naar de rekeninghouder; geschiktheidscontroles zijn optioneel

Deze subpost bestrijkt door alle geldverwerkers geëxploiteerde CIM's (1)  (2)

2.9

Aantal gecombineerde cash-in machines („CCM's”)

Middels CCM's kunnen cliënten met een bankkaart of anderszins, op hun bankrekeningen eurobankbiljetten storten en van hun bankrekeningen eurobankbiljetten opnemen. CCM's controleren eurobankbiljetten op echtheid met herleiding naar de rekeninghouder; geschiktheidscontroles zijn optioneel. Voor opnamen gebruiken CCM's geen eurobankbiljetten die andere cliënten bij eerdere transacties hebben gestort, maar alleen eurobankbiljetten die apart in de CCM's zijn geladen

Deze subpost bestrijkt door alle geldverwerkers geëxploiteerde CCM's (1)  (2)

2.10

Aantal cash-out machines („COM's”)

COM's zijn automaten die eurobankbiljetten voor uitgifte aan cliënten controleren op echtheid en geschiktheid. COM's gebruiken door geldverwerkers of andere geautomatiseerde systemen (bv. automaten) in de COM's geladen eurobankbiljetten.

Deze subpost bestrijkt door alle geldverwerkers geëxploiteerde COM's

2.11

Aantal teller assistant recycling machines (door baliepersoneel bediende automaten voor het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten) („TARM's”) die gebruikt worden als door cliënten bediende machines

TARM's zijn door geldverwerkers bediende automaten voor het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten, die op echtheid en geschiktheid gecontroleerd worden. Voor opnamen kunnen TARM's als echt geclassificeerde geschikte eurobankbiljetten gebruiken die andere cliënten bij eerdere transacties hebben gestort. Bovendien houden zij eurobankbiljetten in bewaring en faciliteren ze crediteringen en debiteringen van cliëntenbankrekeningen door geldverwerkers

Deze subpost is alleen van toepassing indien cliënten eurobankbiljetten storten door invoering in TARM's, of de door deze machines gedistribueerde eurobankbiljetten nemen

2.12

Aantal door baliepersoneel bediende automaten („TAM's”) die gebruikt worden als door cliënten bediende machines

TAM's zijn door geldverwerkers bediende machines die eurobankbiljetten controleren op echtheid. Bovendien houden zij eurobankbiljetten in bewaring en faciliteren ze crediteringen en debiteringen van cliëntenbankrekeningen door geldverwerkers (1)

Deze subpost is alleen van toepassing indien cliënten eurobankbiljetten storten door invoering in TAM's, of de door deze machines gedistribueerde eurobankbiljetten nemen (1)  (2)

2.13a

Aantal door personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

Deze subpost bestrijkt alle door personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

2.13b

Aantal door personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door overige geldverwerkers worden geëxploiteerd

Deze subpost bestrijkt alle door personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door overige geldverwerkers worden geëxploiteerd

3.   Operationele gegevensposten

Deze gegevensposten, zijnde stroomgegevens, hebben betrekking op de gehele rapportageperiode en worden gerapporteerd in termen van aantallen, uitgesplitst naar denominatie. Overeenkomstig de in bijlage IV bij Besluit ECB/2010/14 neergelegde regels kan de reikwijdte van de rapportage worden beperkt vanwege door elke NCB te bepalen uitzonderingen en/of rapportagedrempels. In het algemeen worden op verafgelegen filialen verwerkte, gesorteerde en/of gerecirculeerde bankbiljetten niet meegenomen

3.1

Aantal bankbiljetten dat verwerkt is op door kredietinstellingen geëxploiteerde bankbiljettensorteermachines

Op echtheid en fitness gecontroleerde bankbiljetten op door cliënten en personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

3.2

Aantal bankbiljetten dat verwerkt is op door overige geldverwerkers geëxploiteerde bankbiljettensorteermachines

Op echtheid en fitness gecontroleerde bankbiljetten op door cliënten en personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door overige geldverwerkers worden geëxploiteerd

3.3

Aantal bankbiljetten dat als niet-geschikt is uitgesorteerd op door kredietinstellingen geëxploiteerde bankbiljettensorteermachines

Als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten op door cliënten en personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

3.4

Aantal bankbiljetten dat als niet-geschikt is uitgesorteerd op door overige geldverwerkers geëxploiteerde bankbiljettensorteermachines

Als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten op door cliënten en personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door overige geldverwerkers worden geëxploiteerd

3.5

Aantal door kredietinstellingen opnieuw in omloop gebrachte eurobankbiljetten

Bankbiljetten die zijn ontvangen door kredietinstellingen, zijn verwerkt op door cliënten en personeel bediende bankbiljettensorteermachines overeenkomstig Besluit ECB/2010/14, en hetzij aan cliënten zijn verspreid of nog worden aangehouden om aan cliënten te worden gerecirculeerd. Aan de NCB's geretourneerde eurobankbiljetten worden niet meegenomen

3.6

Aantal door overige geldverwerkers opnieuw in omloop gebrachte bankbiljetten

Bankbiljetten die zijn ontvangen door overige geldverwerkers, zijn verwerkt op door cliënten en personeel bediende bankbiljettensorteermachines overeenkomstig Besluit ECB/2010/14, en hetzij aan cliënten zijn verspreid of nog worden aangehouden om aan cliënten te worden gerecirculeerd. Aan de NCB's geretourneerde eurobankbiljetten worden niet meegenomen

BIJLAGE IIIB

GEGEVENS BETREFFENDE DE CASHINFRASTRUCTUUR EN HET OPNIEUW IN OMLOOP BRENGEN VAN EUROBANKBILJETTEN IN HET KADER VOOR HET RECIRCULEREN VAN BANKBILJETTEN (KRB)  (3)

Voor alle gegevensposten moeten de cijfers als positieve gehele getallen worden gerapporteerd.

1.   Gegevensposten betreffende aan een NCB gerelateerde cashinfrastructuur

Deze gegevensposten hebben betrekking op het einde van de rapportageperiode

1.1

Aantal NCB-filialen

Alle filialen van de NCB's die cashdiensten verlenen aan kredietinstellingen en andere professionele cliënten

1.2

Opslagcapaciteit

Totale veilige opslagcapaciteit voor bankbiljetten van de NCB, in miljoenen bankbiljetten en berekend op basis van de denominatie van 20 euro

1.3

Sorteercapaciteit

Totale sorteercapaciteit van bankbiljetten (d.w.z. totale maximale theoretische doorvoer) van de operationele bankbiljettensorteermachines van de NCB in duizenden bankbiljetten per uur en berekend op basis van de denominatie van 20 euro

1.4

Vervoerscapaciteit

Totale vervoerscapaciteit (d.w.z. maximale laadcapaciteit) van bij de NCB in gebruik zijnde gepantserde trucks, in duizenden bankbiljetten en berekend op basis van de denominatie van 20 euro

2.   Gegevensposten betreffende de algemene cashinfrastructuur en het KRB

Deze gegevensposten hebben betrekking op het einde van de rapportageperiode

2.1

Aantal filialen van kredietinstellingen

Alle filialen van kredietinstellingen die gevestigd zijn in de deelnemende lidstaat en die retail- of wholesale-cashdiensten verlenen

2.2

Aantal verafgelegen filialen van kredietinstellingen

Alle filialen van kredietinstellingen die in aanmerking komen als „verafgelegen filialen” ingevolge het KRB (4)

2.3

Aantal waardevervoerders

Alle binnen de deelnemende lidstaat gevestigde waardevervoerders (5)  (6)

2.4

Aantal cashcentra die geen eigendom zijn van een NCB

Alle in de deelnemende lidstaat gevestigde cashcentra die in handen zijn van kredietinstellingen, waardevervoerders en andere professionele geldverwerkers in de zin van het KRB (5)  (6)

2.5

Aantal geldautomaten geëxploiteerd door kredietinstellingen

Alle geldautomaten die worden geëxploiteerd onder de verantwoordelijkheid van in de deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstellingen, ongeacht wie dergelijke geldautomaten bevoorraadt

2.6

Aantal andere geldautomaten

Alle geldautomaten die geëxploiteerd worden door andere instanties dan in de deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstellingen (bv. „retail-geldautomaten” of „gemaksgeldautomaten”) (5)

2.7

Aantal door cliënten bediende cash-recycling machines („CRM’s”) die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

Alle door cliënten bediende CRM’s in de deelnemende lidstaat die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd (4)

2.8

Aantal door cliënten bediende cash-in machines („CIM’s”) die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

Alle door cliënten bediende CIM’s in de deelnemende lidstaat die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd (4)

2.9

Aantal door personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

Alle door personeel bediende bankbiljettensorteermachines in de deelnemende lidstaat die door kredietinstellingen worden gebruikt voor recycling (4)

2.10

Aantal door personeel bediende backofficebankbiljettensorteermachines die door andere professionele geldverwerkers worden geëxploiteerd in de zin van het KRB

Alle door personeel bediende bankbiljettensorteermachines in de deelnemende lidstaat die voor recycling worden gebruikt door andere in die lidstaat gevestigde professionele geldverwerkers waarop het KRB van toepassing is

3.   Operationele KRB-gegevensposten  (7)

Deze gegevensposten, zijnde stroomgegevens, hebben betrekking op de gehele rapportageperiode en worden gerapporteerd in termen van aantallen, uitgesplitst naar denominatie

3.1

Aantal door kredietinstellingen aan cliënten gerecirculeerde bankbiljetten

Door kredietinstellingen van cliënten ontvangen bankbiljetten die verwerkt zijn op backofficebankbiljettensorteermachines overeenkomstig het KRB en hetzij aan cliënten zijn verspreid of nog worden aangehouden ter verspreiding aan cliënten

3.2

Aantal aan cliënten gerecirculeerde bankbiljetten door andere professionele geldverwerkers in de zin van het KRB

Door andere professionele geldverwerkers van kredietinstellingen ontvangen bankbiljetten, die door andere professionele geldverwerkers verwerkt worden op backofficebankbiljettensorteermachines overeenkomstig het KRB en hetzij aan kredietinstellingen zijn geleverd of nog worden aangehouden ter levering aan kredietinstellingen

3.3

Aantal bankbiljetten dat verwerkt is op door kredietinstellingen geëxploiteerde backofficebankbiljettensorteermachines

Op echtheid en fitness gecontroleerde bankbiljetten op door personeel bediende backofficebankbiljettensorteermachines die door in de deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstellingen worden geëxploiteerd

3.4

Aantal bankbiljetten dat verwerkt is op backofficebankbiljettensorteermachines geëxploiteerd door andere professionele geldverwerkers in de zin van het KRB

Op echtheid en fitness gecontroleerde bankbiljetten op door personeel bediende backofficebankbiljettensorteermachines die geëxploiteerd worden door andere in de deelnemende lidstaat gevestigde professionele geldverwerkers

3.5

Aantal bankbiljetten dat als niet-geschikt uitgesorteerd is op door kredietinstellingen geëxploiteerde backofficebankbiljettensorteermachines

Bankbiljetten die als niet voor recirculatie geschikt zijn uitgesorteerd op door personeel bediende backofficebankbiljettensorteermachines die geëxploiteerd worden door in de deelnemende lidstaat gevestigde kredietinstellingen

3.6

Aantal bankbiljetten dat als niet-geschikt uitgesorteerd is op backofficebankbiljettensorteermachines geëxploiteerd door andere professionele geldverwerkers in de zin van het KRB

Bankbiljetten die als niet voor recirculatie geschikt uitgesorteerd zijn op door personeel bediende backofficebankbiljettensorteermachines die geëxploiteerd worden door andere in de deelnemende lidstaat gevestigde professionele geldverwerkers


(1)  Rapportage van gegevens hangt af van de beschikbaarheid ervan in de deelnemende lidstaat. De NCB's informeren de ECB over de omvang van hun rapportage.

(2)  De NCB's verschaffen gegevens betreffende alle geldverwerkers bedoeld in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1338/2001. De NCB's informeren de ECB over de omvang van hun rapportage.

(3)  Het KRB is het kader voor het recirculeren van bankbiljetten zoals vastgelegd in het document „Het recirculeren van eurobankbiljetten: kader voor de detectie van vervalsingen en voor de sortering op fitness door kredietinstellingen en andere professionele geldverwerkers”, vastgesteld door de Raad van bestuur op 16 december 2004 en op 6 januari 2005 gepubliceerd op de website van de ECB, en de documenten betreffende de uiterste termijnen voor de implementatie ervan op nationaal niveau.

(4)  Alle kredietinstellingen waarop het KRB per 31 december 2010 van toepassing was en die gevestigd zijn in de deelnemende lidstaat.

(5)  Rapportage van gegevens hangt af van de beschikbaarheid ervan in de deelnemende lidstaat. De NCB's informeren de ECB over de omvang van hun rapportage.

(6)  De NCB’s verschaffen ten minste gegevens betreffende kredietinstellingen en/of waardevervoerders waarop het KRB per 31 december 2010 van toepassing was. De NCB’s informeren de ECB over de omvang van hun rapportage.

(7)  Op verafgelegen filialen gerecirculeerde bankbiljetten worden niet meegenomen.


BIJLAGE III

„BIJLAGE V

VOLLEDIGHEIDSCONTROLES VOOR DOOR DE NCB'S EN DE TOEKOMSTIGE EUROSYSTEEM-NCB'S VERSTUURDE GEGEVENS

1.   Inleiding

Door de NCB's en de toekomstige Eurosysteem-NCB's verstuurde gegevens worden in het CIS 2 op volledigheid gecontroleerd. Gezien de verschillende aard van de gegevensposten, wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds gegevensposten van categorie 1 en 2, waarvoor voor elke rapportageperiode gegevens moeten worden gerapporteerd, en anderzijds gebeurtenisgestuurde gegevensposten, waarvoor slechts gegevens hoeven te worden verschaft indien de gebeurtenis zich in de rapportageperiode voordoet.

Het CIS 2 verifieert of het eerste door een NCB voor een rapportageperiode verstuurde gegevensbericht alle gegevensposten van categorie 1 en 2 bevat, waarbij rekening wordt gehouden met de systeemparameters betreffende de NCB-eigenschappen en de relaties tussen een ECI-bank en een NCB zoals omschreven in deel 2 van de tabel van bijlage IV. Indien ten minste één categorie 1-gegevenspost ontbreekt of onvolledig is, keurt het CIS 2 dit eerste gegevensbericht af en moet de NCB het gegevensbericht opnieuw sturen. Indien de categorie 1-gegevensposten volledig zijn, maar ten minste één gegevenspost van categorie 2 ontbreekt of onvolledig is in een eerste gegevensbericht van een NCB, accepteert het CIS 2 het eerste gegevensbericht en slaat het op in de centrale gegevensbank, maar in de online webtoepassing wordt voor elke desbetreffende gegevenspost een waarschuwing getoond. Deze waarschuwing is zichtbaar voor alle ECB-gebruikers, NCB-gebruikers en toekomstige Eurosysteem-NCB-gebruikers, en in het geval van muntstukken is de waarschuwing zichtbaar voor alle in aanmerking komende derde gebruikers. Waarschuwingen zijn zichtbaar tot de betreffende NCB één of meerdere herziene gegevensberichten verstuurt die de ontbrekende gegevens van het eerste gegevensbericht aanvullen. Voor gebeurtenisgestuurde gegevensposten voert het CIS 2 geen volledigheidscontroles uit.

In deel 4 wordt een onderscheid gemaakt tussen de volledigheidscontroles van gegevens betreffende cashinfrastructuur zoals gespecificeerd in bijlage IIIa (4. a)) en de volledigheidscontroles van gegevens betreffende de cashinfrastructuur zoals gespecificeerd in bijlage IIIb (4. b)).

2.   Volledigheidscontroles voor gegevens betreffende eurobankbiljetten

Aantal en naam van gegevenspost(en)

Uitsplitsing naar serie/variant en uitsplitsing naar denominatie

Uitsplitsing naar ECI-bank

Type gegevenspost

1.1–1.3

Cumulatieve gegevensposten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

elke combinatie met de status van prewettig betaalmiddel en postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

2.1–2.6

Door het Eurosysteem aangehouden voorraden

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

elke combinatie met de status van prewettig betaalmiddel en postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

2.7–2.10

Door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

elke combinatie met de status van prewettig betaalmiddel en postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

2.11–2.15

Door de ECI-banken aangehouden voorraden

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle door de NCB beheerde ECI-banken

categorie 1

elke combinatie met de status van postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

2.16–2.19

Gegevensposten voor kruiscontrole

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel en prewettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

3.1

Door een NCB uitgegeven bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

3.2

Van een NCB aan de NHTO-entiteiten overgedragen bankbiljetten

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

elke combinatie met de status van prewettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

3.3

Van een NCB aan de ECI-banken overgedragen bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle door de NCB beheerde ECI-banken

gebeurtenisgestuurd

3.4

Aan een NCB geretourneerde bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

elke combinatie met de status van postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

3.5

Van de NHTO-entiteiten aan een NCB overgedragen bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

elke combinatie met de status van prewettig betaalmiddel en postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

3.6

Van de ECI-banken aan een NCB overgedragen bankbiljetten

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel

alle door de NCB beheerde ECI-banken

gebeurtenisgestuurd

elke combinatie met de status van postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

3.7

Door een NCB verwerkte bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

3.8

Door een NCB als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

3.9

Door de NHTO-entiteiten in omloop gebrachte bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

3.10

Aan de NHTO-entiteiten geretourneerde bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

elke combinatie met de status van postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

3.11

Door de NHTO-entiteiten verwerkte bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

3.12

Door de NHTO-entiteiten als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

3.13

Door de ECI-banken in omloop gebrachte bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle door de NCB beheerde ECI-banken

categorie 1

3.14

Aan de ECI-banken geretourneerde bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle door de NCB beheerde ECI-banken

categorie 1

elke combinatie met de status van postwettig betaalmiddel

alle door de NCB beheerde ECI-banken

gebeurtenisgestuurd

3.15

Door de ECI-banken verwerkte bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle door de NCB beheerde ECI-banken

categorie 2

3.16

Door de ECI-banken als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle door de NCB beheerde ECI-banken

categorie 2

4.1

Levering door een drukkerij van nieuwe productie aan de verantwoordelijke NCB

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel en prewettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

4.2

Overdracht van bankbiljetten

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel, prewettig betaalmiddel en postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

4.3

Ontvangst van bankbiljetten

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel, prewettig betaalmiddel en postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

5.1–5.3

Gegevensposten voor de toekomstige Eurosysteem-NCB's

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel en prewettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

3.   Volledigheidscontroles voor gegevens betreffende euromuntstukken

Aantal en naam van gegevenspost(en)

Uitsplitsing naar serie en uitsplitsing naar denominatie

Uitsplitsing naar instantie

Type gegevenspost

1.1

Nationale netto-uitgifte van voor circulatie bestemde munten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 1

elke combinatie met de status van postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

1.2

Nationale netto-uitgifte van verzamelmunten (aantal)

categorie 2

1.3

Nationale netto-uitgifte van verzamelmunten (waarde)

categorie 2

2.1

Voorraden munten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle muntuitgevende derden waarvan de NCB gegevens betreffende voorraden euromuntstukken verzamelt

categorie 1

elke combinatie met de status van prewettig betaalmiddel of postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

3.1

Aan het publiek uitgegeven munten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle muntuitgevende derden waarvan de NCB stroomgegevens betreffende muntstukken verzamelt

categorie 1

3.2

Door het publiek geretourneerde munten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle muntuitgevende derden waarvan de NCB stroomgegevens betreffende muntstukken verzamelt

categorie 1

elke combinatie met de status van postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

3.3

Verwerkte munten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle muntuitgevende derden waarvan de NCB stroomgegevens betreffende muntstukken verzamelt

categorie 2

3.4

Als niet-geschikt uitgesorteerde munten

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

alle muntuitgevende derden waarvan de NCB stroomgegevens betreffende muntstukken verzamelt

categorie 2

4.1

Overdracht van voor circulatie bestemde munten

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel of postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

4.2

Ontvangst van voor circulatie bestemde munten

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel of postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

5.1

Door de muntuitgevende instanties aangehouden gecrediteerde voorraden voor circulatie bestemde muntstukken

alle combinaties met de status van wettig betaalmiddel

categorie 2

elke combinatie met de status van prewettig betaalmiddel of postwettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

5.2

Aantal gecrediteerde door de muntuitgevende instanties aangehouden verzamelmunten

categorie 2

5.3

Waarde van gecrediteerde door muntuitgevende instanties aangehouden verzamelmunten

categorie 2

6.1

Overschot aan munten

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

6.2

Tekort aan munten

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

6.3

Waarde van door de NCB aan de wettige uitgever(s) gecrediteerde voorraden

categorie 1

7.1–7.3

Gegevensposten voor toekomstige deelnemende lidstaten

elke combinatie met de status van wettig betaalmiddel of prewettig betaalmiddel

gebeurtenisgestuurd

4.   Volledigheidscontroles voor halfjaarlijkse gegevens betreffende de cashinfrastructuur

a)   Volledigheidscontroles voor gegevens betreffende de cashinfrastructuur en Besluit ECB/2010/14 zoals gespecificeerd in bijlage IIIa

Aantal en naam van gegevensposten

Uitsplitsing naar denominatie

Type gegevenspost

Gegevensposten betreffende aan een NCB gerelateerde cashinfrastructuur

1.1

Aantal NCB-filialen

categorie 2

1.2

Opslagcapaciteit

categorie 2

1.3

Sorteercapaciteit

categorie 2

1.4

Vervoerscapaciteit

categorie 2

Gegevensposten betreffende algemene cashinfrastructuur

2.1a

Aantal filialen van kredietinstellingen

categorie 2

2.1b

Aantal verafgelegen filialen van kredietinstellingen

gebeurtenisgestuurd

2.2

Aantal waardevervoerders

gebeurtenisgestuurd

2.3

Aantal cashcentra die geen eigendom zijn van een NCB

gebeurtenisgestuurd

2.4a

Aantal geldautomaten onder verantwoordelijkheid van kredietinstellingen

gebeurtenisgestuurd

2.4b

Aantal geldautomaten geëxploiteerd door andere geldverwerkers

gebeurtenisgestuurd

2.5

Aantal self-checkout terminals

gebeurtenisgestuurd

2.6

Aantal andere geldautomaten

gebeurtenisgestuurd

2.7a

Aantal door cliënten bediende cash-recycling machines (CRM's) die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

gebeurtenisgestuurd

2.7b

Aantal door cliënten bediende CRM's die worden geëxploiteerd door overige geldverwerkers

gebeurtenisgestuurd

2.8

Aantal door cliënten bediende cash-in machines (CIM's)

gebeurtenisgestuurd

2.9

Aantal gecombineerde cash-in machines

gebeurtenisgestuurd

2.10

Aantal cash-out machines

gebeurtenisgestuurd

2.11

Aantal teller assistant recycling machines die gebruikt worden als door cliënten bediende machines

gebeurtenisgestuurd

2.12

Aantal door baliepersoneel bediende automaten (TAM's) die gebruikt worden als door cliënten bediende machines

gebeurtenisgestuurd

2.13a

Aantal door personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

gebeurtenisgestuurd

2.13b

Aantal door personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door overige geldverwerkers worden geëxploiteerd

gebeurtenisgestuurd

Operationele gegevensposten

3.1

Aantal bankbiljetten dat verwerkt is op door kredietinstellingen geëxploiteerde bankbiljettensorteermachines

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

3.2

Aantal bankbiljetten dat verwerkt is op door overige geldverwerkers geëxploiteerde bankbiljettensorteermachines

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

3.3

Aantal bankbiljetten dat als niet-geschikt uitgesorteerd is op door kredietinstellingen geëxploiteerde bankbiljettensorteermachines

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

3.4

Aantal bankbiljetten dat als niet-geschikt uitgesorteerd is op door overige geldverwerkers geëxploiteerde bankbiljettensorteermachines

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

3.5

Aantal door kredietinstellingen opnieuw in omloop gebrachte eurobankbiljetten

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

3.6

Aantal door overige geldverwerkers opnieuw in omloop gebrachte bankbiljetten

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

b)   Volledigheidscontroles voor gegevens betreffende cashinfrastructuur en betreffende het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten in het kader voor het recirculeren van bankbiljetten (KRB) zoals gespecificeerd in bijlage IIIb

Aantal en naam van gegevensposten

Uitsplitsing naar denominatie

Type gegevenspost

Gegevensposten betreffende aan een NCB gerelateerde cashinfrastructuur

1.1

Aantal NCB-filialen

categorie 2

1.2

Opslagcapaciteit

categorie 2

1.3

Sorteercapaciteit

categorie 2

1.4

Vervoerscapaciteit

categorie 2

Gegevensposten betreffende de algemene cashinfrastructuur

2.1

Aantal filialen van kredietinstellingen

categorie 2

2.2

Aantal verafgelegen filialen van kredietinstellingen

gebeurtenisgestuurd

2.3

Aantal waardevervoerders

gebeurtenisgestuurd

2.4

Aantal cashcentra die geen eigendom zijn van een NCB

gebeurtenisgestuurd

2.5

Aantal geldautomaten geëxploiteerd door kredietinstellingen

categorie 2

2.6

Aantal andere geldautomaten

gebeurtenisgestuurd

2.7

Aantal door cliënten bediende CRM's die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

gebeurtenisgestuurd

2.8

Aantal door cliënten bediende CIM's die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

gebeurtenisgestuurd

2.9

Aantal door personeel bediende bankbiljettensorteermachines die door kredietinstellingen worden geëxploiteerd

gebeurtenisgestuurd

2.10

Aantal door personeel bediende backofficebankbiljettensorteermachines die door andere professionele geldverwerkers worden geëxploiteerd in de zin van het KRB

gebeurtenisgestuurd

Operationele gegevensposten

3.1

Aantal door kredietinstellingen aan cliënten gerecirculeerde bankbiljetten

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

3.2

Aantal aan cliënten gerecirculeerde bankbiljetten door andere professionele geldverwerkers in de zin van het KRB

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

3.3

Aantal bankbiljetten dat verwerkt is op door kredietinstellingen geëxploiteerde backofficebankbiljettensorteermachines

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

3.4

Aantal bankbiljetten dat verwerkt is op backofficebankbiljettensorteermachines geëxploiteerd door andere professionele geldverwerkers in de zin van het KRB

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

3.5

Aantal bankbiljetten dat als niet-geschikt uitgesorteerd is op door kredietinstellingen geëxploiteerde backofficebankbiljettensorteermachines

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd

3.6

Aantal bankbiljetten dat als niet-geschikt uitgesorteerd is op backofficebankbiljettensorteermachines geëxploiteerd door andere professionele geldverwerkers in de zin van het KRB

alle denominaties met ten minste één serie-/variant-/denominatiecombinatie met de status van wettig betaalmiddel gedurende ten minste één maand in de rapportageperiode

gebeurtenisgestuurd”


BIJLAGE IV

„BIJLAGE VI

CONTROLES VAN DE JUISTHEID VAN DOOR DE NCB’S EN DE TOEKOMSTIGE EUROSYSTEEM-NCB’S VERSTUURDE GEGEVENS

1.   Inleiding

De door de NCB’s en de toekomstige Eurosysteem-NCB’s aan de ECB verzonden gegevens worden op juistheid gecontroleerd binnen het CIS 2, dat twee soorten controles onderscheidt, „strikte controles” en „minder strikte controles”.

Een „strikte controle” is een juistheidscontrole waarbij de tolerantiedrempel niet mag worden overschreden. Indien niet aan een „strikte controle” wordt voldaan, worden de onderliggende gegevens geacht onjuist te zijn en wijst het CIS 2 het volledige door de NCB verzonden gegevensbericht af. De drempel is 1 % voor juistheidscontroles met een „gelijk aan”-operator (1), en nul voor de overige juistheidscontroles.

Een „minder strikte controle” is een juistheidscontrole waarbij een tolerantiedrempel van 3 % geldt. Als deze drempel overschreden wordt, heeft dit geen invloed op de aanvaarding van het gegevensbericht in het CIS 2, maar wordt in de online webtoepassing een waarschuwing voor deze juistheidscontrole opgenomen. Deze waarschuwing is zichtbaar voor alle NCB-gebruikers en toekomstige Eurosysteem-NCB-gebruikers, en in het geval van muntstukken is de waarschuwing zichtbaar voor alle in aanmerking komende derde gebruikers.

Juistheidscontroles worden uitgevoerd voor bankbiljetten en muntstukken met de status van wettig betaalmiddel en apart voor elke combinatie van series en denominaties. Voor bankbiljetten worden zij ook uitgevoerd voor elke combinatie van varianten en denominaties, als dergelijke varianten bestaan. Juistheidscontroles voor gegevens betreffende overdrachten van bankbiljetten (controles 5.1 en 5.2) en voor gegevens betreffende overdrachten van munten (controle 6.6) worden ook uitgevoerd bij de status van prewettig betaalmiddel en postwettig betaalmiddel.

2.   Juistheidscontrole van de nationale netto-uitgifte van bankbiljetten

Wanneer een nieuwe serie, variant of denominatie wettig betaalmiddel wordt, wordt deze controle uitgevoerd vanaf de eerste rapportageperiode waarin de serie/variant/denominatie wettig betaalmiddel is. De nationale netto-uitgifte voor de vorige rapportageperiode (t-1) is in dit geval nul.

2.1.   Nationale netto-uitgifte van bankbiljetten (minder strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperiode

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

Nationale netto-uitgifte overeenkomstig de voorraadmethode voor periode t

Nationale netto-uitgifte overeenkomstig de voorraadmethode voor periode (t-1)

=

 

 

3.1

Door een NCB uitgegeven bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

3.9

Door de NHTO-entiteiten in omloop gebrachte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

Σ

3.13

Door de ECI-banken in omloop gebrachte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

3.4

Aan een NCB geretourneerde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

3.10

Aan de NHTO-entiteiten geretourneerde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Σ

3.14

Aan de ECI-banken geretourneerde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

De nationale netto-uitgifte overeenkomstig de voorraadmethode wordt berekend zoals uiteengezet in onderstaande tabel.

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperiode

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

Nationale netto-uitgifte overeenkomstig de voorraadmethode voor periode t =

 

 

1.1

Voortgebrachte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

1.2

Online vernietigde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

1.3

Offline vernietigde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

2.1

ESS van nieuwe bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

2.2

ESS van geschikte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

2.3

LS van nieuwe door een NCB aangehouden bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

2.4

LS van door een NCB aangehouden geschikte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

2.5

Voorraden door een NCB aangehouden niet-geschikte bankbiljetten (te vernietigen)

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

2.6

Door een NCB aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

2.7

LS van nieuwe door de NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

2.8

LS van geschikte door de NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

2.9

Door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden niet-geschikte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

2.10

Door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Σ

2.11

LS van nieuwe door de ECI-banken aangehouden bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Σ

2.12

LS van geschikte door de ECI-banken aangehouden bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Σ

2.13

Door de ECI-banken aangehouden voorraden niet-geschikte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Σ

2.14

Door de ECI-banken aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Σ

2.15

LS van bankbiljetten die onderweg zijn naar of van de ECI-banken

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

3.   Juistheidscontrole betreffende voorraden bankbiljetten

De juistheidscontroles betreffende voorraden bankbiljetten worden slechts uitgevoerd vanaf de tweede rapportageperiode waarvoor een NCB CIS 2-gegevens aan de ECB rapporteert.

Wanneer een serie, variant of denominatie wettig betaalmiddel wordt, worden deze juistheidscontroles alleen uitgevoerd vanaf de tweede rapportageperiode waarin deze serie, variant of denominatie wettig betaalmiddel is.

Voor de NCB's van lidstaten die onlangs de euro aangenomen hebben (bv. de voormalige toekomstige Eurosysteem-NCB’s), worden de juistheidscontroles betreffende voorraden bankbiljetten uitgevoerd vanaf de tweede rapportageperiode na de aanname van de euro.

3.1.   Ontwikkeling van nieuwe bankbiljetten in de ESS (strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperiode

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

 

 

2.1

ESS van nieuwe bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

=

 

 

2.1

ESS van nieuwe bankbiljetten

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

4.1

Levering door een drukkerij van nieuwe productie aan de verantwoordelijke NCB

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

waar „voorraadtype van bestemming” = ESS

+

Σ

4.3

Ontvangst van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k waar kwaliteit = nieuw EN „voorraadtype van bestemming” = ESS

Σ

4.2

Overdracht van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k waar kwaliteit = nieuw EN „voorraadtype van herkomst” = ESS OF „voorraadtype van herkomst” = productie) EN „voorraadtype van bestemming” = ESS

Voordat nieuwe ESS-bankbiljetten kunnen worden uitgegeven, dienen ze te worden overgebracht naar de LS van de uitgevende NCB.

3.2.   Ontwikkeling van geschikte bankbiljetten in de ESS (strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperiode

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

 

 

2.2

ESS van geschikte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

=

 

 

2.2

ESS van geschikte bankbiljetten

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

Σ

4.3

Ontvangst van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k waar kwaliteit = geschikt EN „voorraadtype van bestemming” = ESS

Σ

4.2

Overdracht van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k waar kwaliteit = geschikt EN „voorraadtype van herkomst” = ESS

Voordat geschikte ESS-bankbiljetten kunnen worden uitgegeven, dienen ze te worden overgebracht naar de LS van de uitgevende NCB.

3.3.   Ontwikkeling van LS van nieuwe en geschikte bankbiljetten (minder strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperiode

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

 

 

2.3

LS van nieuwe door een NCB aangehouden bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

2.4

LS van door een NCB aangehouden geschikte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

=

 

 

2.3

LS van nieuwe door een NCB aangehouden bankbiljetten

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

2.4

LS van door een NCB aangehouden geschikte bankbiljetten

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

4.1

Levering door een drukkerij van nieuwe productie aan de verantwoordelijke NCB

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k waar „voorraadtype van bestemming” = LS

+

Σ

4.3

Ontvangst van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k waar kwaliteit = nieuw of geschikt EN „voorraadtype van bestemming” = LS

Σ

4.2

Overdracht van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k waar (kwaliteit = nieuw of geschikt EN „voorraadtype van herkomst” = LS) OF (kwaliteit = nieuw EN „voorraadtype van herkomst” = productie EN „voorraadtype van bestemming” = LS

 

3.1

Door een NCB uitgegeven bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

3.7

Door een NCB verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

3.8

Door een NCB als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

3.2

Van een NCB aan de NHTO-entiteiten overgedragen bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Σ

3.3.

Van een NCB aan de ECI-banken overgedragen bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k


3.4.   Ontwikkeling van voorraden niet-verwerkte bankbiljetten (minder strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

 

 

2.6

Door een NCB aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

=

 

 

2.6

Door een NCB aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

3.7

Door een NCB verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

3.4

Aan een NCB geretourneerde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

3.5

Van de NHTO-entiteiten aan een NCB overgedragen bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

Σ

3.6

Van een NCB aan de ECI-banken overgedragen bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

Σ

4.3

Ontvangst van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k waar kwaliteit = niet-verwerkt

Σ

4.2

Overdracht van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k waar kwaliteit = niet-verwerkt

Alle ontvangsten van niet-verwerkte bankbiljetten worden door de ontvangende NCB geboekt onder „voorraadtype van bestemming” = LS.

Alle overdrachten van niet-verwerkte bankbiljetten worden door de leverende NCB geboekt onder „voorraadtype van herkomst” = LS en onder „voorraadtype van bestemming” = LS.

3.5.   Ontwikkeling van door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden bankbiljetten (minder strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

 

2.7

LS van nieuwe door de NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

2.8

LS van geschikte door de NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

2.9

Door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden niet-geschikte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

2.10

Door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

=

 

2.7

LS van nieuwe door de NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

2.8

LS van geschikte door de NHTO-entiteiten aangehouden bankbiljetten

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

2.9

Door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden niet-geschikte bankbiljetten

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

2.10

Door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

3.2

Van een NCB aan de NHTO-entiteiten overgedragen bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

3.10

Aan de NHTO-entiteiten geretourneerde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

3.5

Van de NHTO-entiteiten aan een NCB overgedragen bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

3.9

Door de NHTO-entiteiten in omloop gebrachte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Voor de toepassing van dit richtsnoer worden alle bankbiljetten die uit circulatie zijn genomen en aan de NHTO-entiteiten zijn geretourneerd, meegenomen in gegevenspost 2.10 (door de NHTO-entiteiten aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten) tot ze worden verwerkt.

3.6.   Ontwikkeling van door de ECI-banken aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten (minder strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperiode

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

 

2.14

Door de ECI-banken aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, ECI-bank-m

=

 

2.14

Door de ECI-banken aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, ECI-bank-m

 

3.15

Door de ECI-banken verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, ECI-bank-m

+

 

3.14

Aan de ECI-banken geretourneerde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, ECI-bank-m

Voor de toepassing van dit richtsnoer worden alle bankbiljetten die uit circulatie zijn genomen en aan de ECI-banken zijn geretourneerd, meegenomen in gegevenspost 2.14 (door de ECI-banken aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten) tot ze worden verwerkt.

3.7.   Ontwikkeling van door de toekomstige Eurosysteem-NCB’s aangehouden voorraden bankbiljetten (strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

 

 

5.1

Voorraden betaalmiddelen voordat ze wettig betaalmiddel worden

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

5.2

Bevoorrading vooraf

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

=

 

 

5.1

Voorraden betaalmiddelen voordat ze wettig betaalmiddel worden

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

5.2

Bevoorrading vooraf

t-1

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

 

4.1

Levering door een drukkerij van nieuwe productie aan de verantwoordelijke NCB

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

Σ

4.3

Ontvangst van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

waar „NCB van herkomst” ≠ rapporterende NCB-k

Σ

4.2

Overdracht van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

waar „NCB van bestemming” ≠ rapporterende NCB-k

4.   Juistheidscontroles van bedrijfsactiviteiten betreffende bankbiljetten

4.1.   Door de NCB's als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten (strikte controle)

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

3.8

Door een NCB als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

3.7

Door een NCB verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k


4.2.   Door de NHTO-entiteiten als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten (strikte controle)

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperiode

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

3.12

Door de NHTO-entiteiten als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

3.11

Door de NHTO-entiteiten verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k


4.3.   Door de ECI-bank als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten (strikte controle)

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

3.16

Door de ECI-banken als niet-geschikt uitgesorteerde bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, ECI-bank-m

3.15

Doorde ECI-banken verwerkte bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, ECI-bank-m

5.   Juistheidscontroles betreffende overdrachten van bankbiljetten

5.1.   Overdrachten tussen verschillende voorraadtypes binnen een NCB (strikte controle)

Voorwaarden

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

ALS

4.2

Overdracht van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, „NCB van bestemming”-m, „voorraadtype van herkomst”-u, „voorraadtype van bestemming”-v, kwaliteit-x, planning-y

waar NCB-k = NCB-m

DAN

4.2

Overdracht van bankbiljetten

t

Voorraadtype-u ≠ voorraadtype-v


5.2.   Afstemming van individuele overdrachten van bankbiljetten tussen de (toekomstige Eurosysteem-)NCB’s (minder strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

Σ

4.2

Overdracht van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, „NCB van bestemming”-m, kwaliteit-n, „voorraadtype van bestemming”-p

=

 

4.3

Ontvangst van bankbiljetten

t

Serie/variant-i, denominatie-j, rapporterende NCB-m, „NCB van herkomst”-k, kwaliteit-n, „voorraadtype van bestemming”-p

Door een NCB of een toekomstige Eurosysteem-NCB geleverde bankbiljetten moeten gelijk zijn aan door een andere NCB of toekomstige Eurosysteem-NCB ontvangen bankbiljetten.

6.   Juistheidscontroles betreffende muntstukken

6.1.   Ontwikkeling van nationale netto-uitgifte van muntstukken (minder strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

 

 

1.1

Nationale netto-uitgifte van voor circulatie bestemde munten

t

Serie-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

=

 

 

1.1

Nationale netto-uitgifte van voor circulatie bestemde munten

t-1

Serie-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

+

Σ

3.1

Aan het publiek uitgegeven munten

t

Serie-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Σ

3.2

Door het publiek geretourneerde munten

t

Serie-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Deze juistheidscontrole wordt uitgevoerd vanaf de tweede rapportageperiode waarin een NCB CIS 2-gegevens aan de ECB rapporteert.

Indien een nieuwe serie of denominatie wettig betaalmiddel wordt, wordt deze controle uitgevoerd vanaf de eerste rapportageperiode waarin deze serie of denominatie wettig betaalmiddel is. De nationale netto-uitgifte voor de vorige rapportageperiode (t-1) is in dit geval nul.

6.2.   Afstemming van voorraden muntstukken (strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

Σ

2.1

Voorraden munten

t

Serie-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

 

5.1

Door muntuitgevende instanties aangehouden gecrediteerde voorraden voor circulatie bestemde muntstukken

t

Serie-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k

Het CIS 2 verzamelt gegevens betreffende voorraden (gegevenspost 2.1), ongeacht of zij aan wettige uitgevers gecrediteerd zijn of niet. Het totaal van deze voorraden voor alle muntuitgevende instanties die binnen een lidstaat fysiek worden aangehouden, moet groter zijn dan, of gelijk aan, de aan de wettige uitgever van die lidstaat of de wettige uitgevers van andere deelnemende lidstaten gecrediteerde voorraden.

6.3.   Vergelijking van totale gecrediteerde voorraden met gecrediteerde voorraden van de NCB’s (strikte controle)

Operatoren

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Overige details

 

Σ

5.1

Door muntuitgevende instanties aangehouden gecrediteerde voorraden voor circulatie bestemde muntstukken

t

Rapporterende NCB-k

Aangezien gegevenspost 5.1 gerapporteerd wordt in aantallen, worden de afzonderlijke cijfers vermenigvuldigd met de respectieve nominale waarde

+

 

5.3

Waarde van gecrediteerde door muntuitgevende instanties aangehouden verzamelmunten

t

Rapporterende NCB-k

 

 

6.3

Waarde van door een NCB aan de wettige uitgever(s) gecrediteerde voorraden

t

Rapporterende NCB-k


6.4.   Verwerking van muntstukken (strikte controle)

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

3.4

Als niet-geschikt uitgesorteerde munten

t

Serie-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, instantie-m

3.3

Verwerkte munten

t

Serie-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, instantie-m


6.5.   Controle van overschotten en tekorten (strikte controle)

Voorwaarden

Naam van gegevenspost

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

ALS

6.1

Overschot aan munten

t

Denominatie-j, rapporterende NCB-k

> 0

DAN

6.2

Tekort aan munten

t

Denominatie-j, rapporterende NCB-k

Dient 0 te zijn of geen post


6.6.   Afstemming van individuele overdrachten van muntstukken tussen de (toekomstige) deelnemende lidstaten (minder strikte controle)

Aantal en naam van gegevensposten

Rapportageperioden

Uitsplitsingen en rapporterende NCB

4.1

Overdracht van voor circulatie bestemde munten

t

Serie-i, denominatie-j, rapporterende NCB-k, „lidstaat van bestemming”-m

=

4.2

Ontvangst van voor circulatie bestemde munten

t

Serie-i, denominatie-j, rapporterende NCB-m, „lidstaat van herkomst”-k

Door een (toekomstige) deelnemende lidstaat geleverde muntstukken dienen gelijk te zijn aan door een andere (toekomstige) deelnemende lidstaat ontvangen muntstukken.”


(1)  Het toegestane maximumverschil tussen de linkerkant en de rechterkant van een vergelijking mag niet groter zijn dan de absolute waarde van de kant van de vergelijking met de hoogste absolute waarde vermenigvuldigd met de drempel. De juistheidscontrole controleert of: Absolute waarde („linkerkant” – „rechterkant”) minder is dan of gelijk aan het toegestane maximumverschil.

Voorbeeld:

„linkerkant” = 190; „rechterkant” = 200; drempel = 1 %; toegestane maximumverschil: 200 × 1 % = 2.

De juistheidscontrole controleert of: Absolute waarde (190 – 200) ≤ 2

In dit voorbeeld: Absolute waarde (190 – 200) = 10. Dus aan de juistheidscontrole wordt niet voldaan.


BIJLAGE V

„BIJLAGE VII

DAGELIJKSE GEGEVENSPOSTEN VOOR HET CIS 2

(Rapportagekader, reikwijdte, indieningsverplichtingen en volledigheidscontroles)

1.   Gegevensposten van bankbiljetten voor Eurosysteem-NCB’s

Tabel 1

Dagelijkse gegevens betreffende voorraden eurobankbiljetten

 

Gegevenspost

Verwijzing voor maandelijkse gegevensposten (1)

Rapporterende NCB

Rapportageperiode

Serie/variant

Denominatie

Wettig betaalmiddel (2)

Prewettig betaalmiddel (2)

Postwettig betaalmiddel (2)

1.1

ESS van nieuwe bankbiljetten

2.1

Ja

Ja

Ja

Ja

Volledig (cat. 1)

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

1.2

ESS van geschikte bankbiljetten

2.2

Ja

Ja

Ja

Ja

Volledig (cat. 1)

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

1.3

LS van nieuwe door een NCB aangehouden bankbiljetten

2.3

Ja

Ja

Ja

Ja

Volledig (cat. 1)

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

1.4

LS van door een NCB aangehouden geschikte bankbiljetten

2.4

Ja

Ja

Ja (3)

Ja

Volledig (cat. 1)

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

1.5

Voorraden door een NCB aangehouden niet-geschikte bankbiljetten (te vernietigen) (4)

2.5

Ja

Ja

Ja

Ja

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

1.6

Door een NCB aangehouden voorraden niet-verwerkte bankbiljetten (4)

2.6

Ja

Ja

Ja (3)

Ja

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

1.7

Bankbiljetten die onderweg zijn naar andere NCB’s (4)

Geen

Ja

Ja

Ja

Ja

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

Uitleg: Gegevens betreffende de LS van de NCB’s en de door hen aangehouden ESS zijn essentieel. Het onderscheid tussen nieuwe en geschikte bankbiljetten is niet van cruciaal belang, maar zou in een crisisscenario van belang kunnen zijn. Het aanhouden van nieuwe bankbiljetten heeft de voorkeur, omdat die, zodra ze zijn uitgegeven, in beginsel langer zouden meegaan voor ze vernietigd worden.

De niet-geschikte en niet-verwerkte voorraden door de NCB’s aangehouden bankbiljetten geven een overzicht van hun voorraden bankbiljetten. Een belangrijk percentage van niet-verwerkte bankbiljetten kan na verwerking weer worden uitgegeven en deze informatie is daarom van aanzienlijk belang voor voorraadbeheer. In een crisissituatie zou het bedrag aan niet-geschikte voorraden bankbiljetten van belang kunnen zijn, omdat sommige van deze bankbiljetten nog kunnen worden uitgegeven in het geval van een significant tekort aan bankbiljetten.

Tabel 2

Dagelijkse gegevens betreffende uitgegeven eurobankbiljetten

 

Gegevenspost

Verwijzing voor maandelijkse gegevensposten (5)

Rapporterende NCB

Rapportageperiode

Serie/variant

Denominatie

ECI-banken

Wettig betaalmiddel (6)

Prewettig betaalmiddel (6)

Postwettig betaalmiddel (6)

1.8

Door een NCB uitgegeven bankbiljetten

3.1

Ja

Ja

Ja (7)

Ja

 

Volledig (cat. 1)

 

 

1.8.1

Rechtstreeks of niet-rechtstreeks naar cliënten buiten het eurogebied gezonden bankbiljetten (8)

Geen

Ja

Ja

Ja (7)

Ja

 

Gebeurtenisgestuurd

 

 

1.9

Van een NCB aan de NHTO-entiteiten overgedragen bankbiljetten

3.2

Ja

Ja

Ja (7)

Ja

 

Volledig (cat. 1)

Gebeurtenisgestuurd

 

1.10

Van een NCB aan de ECI-banken overgedragen bankbiljetten

3.3

Ja

Ja

Ja (7)

Ja

Ja

(ECI-banken gedefinieerd voor de rapportageperiode voor de rapporterende NCB)

Gebeurtenisgestuurd

 

 

Uitleg: De door de NCB's aan het publiek uitgegeven bankbiljetten en de van de NCB's aan de NHTO-entiteiten en de ECI-banken overgedragen bankbiljetten geven een compleet overzicht van hoeveel bankbiljetten de kluizen van de NCB’s verlaten om aan de vraag te voldoen.

Tabel 3

Dagelijkse gegevens betreffende geretourneerde eurobankbiljetten

 

Gegevenspost

Verwijzing voor maandelijkse gegevensposten (9)

Rapporterende NCB

Rapportageperiode

Serie/variant

Denominatie

ECI-banken

Wettig betaalmiddel (10)

Prewettig betaalmiddel (10)

Postwettig betaalmiddel (10)

1.11

Aan een NCB geretourneerde bankbiljetten

3.4

Ja

Ja

Ja (11)

Ja

 

Volledig (cat. 1)

 

Gebeurtenisgestuurd

1.11.1

Rechtstreeks of niet-rechtstreeks van cliënten buiten het eurogebied ontvangen bankbiljetten (12)

Geen

Ja

Ja

Ja (11)

Ja

 

Gebeurtenisgestuurd

 

Gebeurtenisgestuurd

1.12

Van de NHTO-entiteiten aan een NCB overgedragen bankbiljetten

3.5

Ja

Ja

Ja (11)

Ja

 

Volledig (cat. 1)

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

1.13

Van de ECI-banken aan een NCB overgedragen bankbiljetten

3.6

Ja

Ja

Ja (11)

Ja

Ja

(ECI-banken gedefinieerd voor de rapportageperiode voor de rapporterende NCB)

Gebeurtenisgestuurd

 

Gebeurtenisgestuurd

Uitleg: De door het publiek aan de NCB's geretourneerde bankbiljetten en de aan de NCB's door de NHTO-entiteiten en de ECI-banken overgedragen bankbiljetten geven een overzicht van hoeveel bankbiljetten worden geretourneerd naar de kluizen van de NCB’s.

Tabel 4

Dagelijkse gegevens betreffende nationale netto-uitgifte van eurobankbiljetten

 

Gegevenspost

Verwijzing voor maandelijkse gegevensposten (13)

Rapporterende NCB

Rapportageperiode

Serie/variant

Denominatie

Wettig betaalmiddel (14)

Prewettig betaalmiddel (14)

Postwettig betaalmiddel (14)

1.14

Nationale netto-uitgifte van bankbiljetten

Geen

Ja

Ja

Ja (15)

Ja

Volledig (cat. 1)

 

Gebeurtenisgestuurd

Uitleg: Het is essentieel om de nationale netto-uitgifte door de NCB's en de circulatie op Eurosysteem-niveau te kennen. Omdat het niet mogelijk is deze informatie te berekenen uit de dagelijkse gegevensposten, zoals kan worden gedaan uit de maandelijkse gegevensposten, moet de gegevenspost „nationale netto-uitgifte van bankbiljetten” door de NCB's worden berekend en aan het CIS 2 verschaft.

2.   Muntstukken (alleen voor nieuwe lidstaten die toetreden tot het eurogebied)

Tabel 5

Dagelijkse gegevens betreffende euromuntstukken

 

Gegevenspost

Verwijzing voor maandelijkse gegevensposten (16)

Rapporterende NCB

Rapportageperiode

Serie/variant

Denominatie

Instantie

Wettig betaalmiddel (17)

Prewettig betaalmiddel (17)

Postwettig betaalmiddel (17)

Waarde voor instantie

2.1

Nationale netto-uitgifte van voor circulatie bestemde munten

1.1

Ja

Ja

Ja

Ja

 

Gebeurtenisgestuurd

 

Gebeurtenisgestuurd

 

2.2

Voorraden munten

2.1

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

(alleen NCB)

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

Gebeurtenisgestuurd

Alleen voor instantie = NCB indien gedefinieerd als verstrekker van gegevens betreffende voorraden munten

2.3

Aan het publiek uitgegeven munten

3.1

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

(alleen NCB)

Gebeurtenisgestuurd

 

 

Alleen voor instantie = NCB indien gedefinieerd als verstrekker van gegevens betreffende voorraden munten

2.4

Door het publiek geretourneerde munten

3.2

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

(alleen NCB)

Gebeurtenisgestuurd

 

Gebeurtenisgestuurd

Alleen voor instantie = NCB indien gedefinieerd als verstrekker van gegevens betreffende voorraden munten

Uitleg: Dit is de basisinformatie die nodig is om de dagelijkse ontwikkelingen in voorraden en circulatie van muntstukken te analyseren tijdens de omschakeling op de chartale euro in lidstaten die de euro aannemen. De aanduidingen voor de kopjes „instantie”, „wettig betaalmiddel” en „waarde voor instantie” verschillen van de op de maandelijkse gegevensposten toegepaste juistheidscontroles.

3.   Door de applicatie berekende gegevensposten

Tabel 6

Dagelijkse door het CIS 2 berekende gegevensposten

 

Gegevenspost

Berekening

Rapporterende NCB

Rapportageperiode

Serie/variant

Denominatie

3.1

ESS van nieuwe en geschikte bankbiljetten

1.1 + 1.2

Ja

Ja

Ja

Ja

3.2

LS van nieuwe en geschikte bankbiljetten

1.3 + 1.4

Ja

Ja

Ja

Ja

3.3

LS en ESS van nieuwe en geschikte bankbiljetten

1.1 + 1.2 + 1.3 + 1.4

Ja

Ja

Ja

Ja

3.4

Uitstroom van bankbiljetten van een NCB

1.8 + 1.9 + 1.10

Ja

Ja

Ja

Ja

3.5

Instroom van bankbiljetten naar een NCB

1.11 + 1.12 + 1.13

Ja

Ja

Ja

Ja”


(1)  De verwijzing geeft aan of er een maandelijkse gegevenspost bestaat. „Geen” geeft aan dat deze gegevenspost dagelijks, maar niet maandelijks moet worden doorgegeven.

(2)  „Volledig (cat. 1)” betekent dat alle combinaties van serie/denominatie zijn vereist. „Gebeurtenisgestuurd” betekent dat combinaties van series/denominaties die geen waarde hebben, niet hoeven te worden doorgegeven.

(3)  De uitsplitsing naar serie en variant voor gemengde bundels of gemengde pakketten met bankbiljetten van verschillende series en/of varianten kunnen met statistische methoden worden bepaald.

(4)  Gerapporteerd op vrijwillige basis.

(5)  De verwijzing geeft aan of er een maandelijkse gegevenspost bestaat. „Geen” geeft aan dat deze gegevenspost dagelijks, maar niet maandelijks moet worden doorgegeven.

(6)  „Volledig (cat. 1)” betekent dat alle combinaties van serie/denominatie zijn vereist. „Gebeurtenisgestuurd” betekent dat combinaties van series/denominaties die geen waarde hebben, niet hoeven te worden doorgegeven.

(7)  De uitsplitsing naar serie en variant voor gemengde bundels of gemengde pakketten met bankbiljetten van verschillende series en/of varianten kunnen met statistische methoden worden bepaald.

(8)  Gerapporteerd op vrijwillige basis. Gebaseerd op schattingen.

(9)  De verwijzing geeft aan of er een maandelijkse gegevenspost bestaat. „Geen” geeft aan dat deze gegevenspost dagelijks, maar niet maandelijks moet worden doorgegeven.

(10)  „Volledig (cat. 1)” betekent dat alle combinaties van serie/denominatie zijn vereist. „Gebeurtenisgestuurd” betekent dat combinaties van series/denominaties die geen waarde hebben, niet hoeven te worden doorgegeven.

(11)  De uitsplitsing naar serie en variant voor gemengde bundels of gemengde pakketten met bankbiljetten van verschillende series en/of varianten kunnen met statistische methoden worden bepaald.

(12)  Gerapporteerd op vrijwillige basis. Gebaseerd op schattingen.

(13)  De verwijzing geeft aan of er een maandelijkse gegevenspost bestaat. „Geen” geeft aan dat deze gegevenspost dagelijks, maar niet maandelijks moet worden doorgegeven.

(14)  „Volledig (cat. 1)” betekent dat alle combinaties van serie/denominatie zijn vereist. „Gebeurtenisgestuurd” betekent dat combinaties van series/denominaties die geen waarde hebben, niet hoeven te worden doorgegeven.

(15)  De uitsplitsing naar serie en variant voor gemengde bundels of gemengde pakketten met bankbiljetten van verschillende series en/of varianten kunnen met statistische methoden worden bepaald.

(16)  De verwijzing geeft aan of er een maandelijkse gegevenspost bestaat. „Geen” geeft aan dat deze gegevenspost dagelijks, maar niet maandelijks moet worden doorgegeven.

(17)  „Volledig (cat. 1)” betekent dat alle combinaties van serie/denominatie zijn vereist. „Gebeurtenisgestuurd” betekent dat combinaties van series/denominaties die geen waarde hebben, niet hoeven te worden doorgegeven.


BIJLAGE VI

Lijst van termen

Deze lijst van termen definieert de technische termen die gebruikt worden in de bijlagen bij dit richtsnoer.

„Bankbiljetten in omloop”: alle op een bepaald ogenblik door het Eurosysteem uitgegeven en door de NCB’s in omloop gebrachte eurobankbiljetten, waaronder voor de toepassing van dit richtsnoer ook de door de NHTO-entiteiten en de ECI-banken in omloop gebrachte bankbiljetten zijn inbegrepen. Het is gelijk aan de geaggregeerde nationale netto-uitgifte van eurobankbiljetten. Opgemerkt dient te worden dat het begrip „bankbiljetten in omloop” niet op nationaal niveau wordt toegepast omdat niet kan worden bepaald of de in een deelnemende lidstaat in omloop gebrachte bankbiljetten in die lidstaat in omloop zijn, dan wel uit circulatie zijn genomen en geretourneerd aan andere NCB’s, NHTO-entiteiten of ECI-banken.

„Bankbiljetvariant”: een subserie binnen een serie bankbiljetten met één of meer denominaties van eurobankbiljetten met verbeterde beveiligingskenmerken en/of een herzien ontwerp.

„Cashcentrum”: een gecentraliseerde veilige faciliteit waar eurobankbiljetten en/of voor circulatie bestemde euromuntstukken verwerkt worden na transport vanaf meerdere locaties.

„Denominatie”: de nominale waarde van een eurobankbiljet of -muntstuk, zoals voor bankbiljetten vastgelegd in Besluit ECB/2003/4 van 20 maart 2003 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (1) of in een latere rechtshandeling van de ECB, en voor muntstukken in Verordening (EG) nr. 975/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken (2) of in een latere rechtshandeling van de Unie.

„ESS (Eurosystem Strategic Stock — Strategische voorraad van het Eurosysteem)”: de voorraad aan nieuwe en geschikte eurobankbiljetten die door bepaalde NCB’s worden opgeslagen om te kunnen voldoen aan een eventuele vraag naar eurobankbiljetten waaraan niet kan worden voldaan uit de logistieke voorraden (3).

„Geschikte bankbiljetten”: i) eurobankbiljetten die aan de NCB's zijn geretourneerd en geschikt zijn om in omloop te worden gebracht overeenkomstig een afzonderlijke rechtshandeling van de ECB betreffende de verwerking van bankbiljetten door de NCB's; of ii) eurobankbiljetten die aan kredietinstellingen zijn geretourneerd, met inbegrip van de NHTO-entiteiten en de ECI-banken, en die geschikt zijn om in omloop te worden gebracht overeenkomstig de minimumsorteernormen vastgelegd in Besluit ECB/2010/14 van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (4).

„LS (Logistical stocks — Logistieke voorraden)”: alle voorraden nieuwe en geschikte eurobankbiljetten, met uitzondering van de ESS die aangehouden worden door de NCB's en, voor de toepassing van dit richtsnoer, door de NHTO-entiteiten en de ECI-banken (3).

„Muntstartpakket”: een pakket met een aantal voor circulatie bestemde euromuntstukken van verschillende denominaties, zoals gespecificeerd door de bevoegde nationale autoriteiten, voor de verdere bevoorrading vooraf van voor circulatie bestemde euromuntstukken aan het grote publiek in een toekomstige deelnemende lidstaat.

„Muntstukken in omloop”: de geaggregeerde nationale netto-uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (gegevenspost 1.1). Opgemerkt dient te worden dat het begrip „muntstukken in omloop” niet op nationaal niveau wordt toegepast omdat niet bepaald kan worden of de in een deelnemende lidstaat in omloop gebrachte muntstukken in die lidstaat in omloop zijn en of zij uit circulatie zijn genomen en geretourneerd aan muntuitgevende instanties in andere deelnemende lidstaten. Euroverzamelmunten zijn hierbij niet inbegrepen aangezien deze muntstukken uitsluitend in de lidstaat van uitgifte wettig betaalmiddel zijn.

„Muntuitgevende instanties”: instanties aan wie de nationale wettige uitgever van euromuntstukken de taak heeft toevertrouwd euromuntstukken in omloop te brengen, of de wettige uitgever zelf. Tot de muntuitgevende instanties kunnen behoren de NCB, muntinstellingen, ministeries van Financiën en aangestelde publieke en particuliere instanties. Deze muntuitgevende instanties worden, behoudens de NCB, ook aangeduid als „muntuitgevende derden”.

„Nationale bruto-uitgifte”: betreffende euromuntstukken: de voor circulatie bestemde euromuntstukken of euroverzamelmunten uitgegeven door de wettige uitgever in de deelnemende lidstaat (d.w.z. munten waarvan de nominale waarde gecrediteerd is aan de wettige uitgever), ongeacht of deze muntstukken worden aangehouden door een NCB, een toekomstige Eurosysteem-NCB, een muntuitgevende derde of het publiek.

Bij voor circulatie bestemde munten geldt dat nationale bruto-uitgifte = nationale netto-uitgifte van voor circulatie bestemde munten (gegevenspost 1.1) + gecrediteerde voorraad van voor circulatie bestemde munten aangehouden door muntuitgevende instanties (gegevenspost 5.1) + overdrachten van voor circulatie bestemde munten sinds de invoering ervan (cumulatieve gegevenspost 4.1) – ontvangsten van voor circulatie bestemde munten sinds de invoering ervan (cumulatieve gegevenspost 4.2).

Voor verzamelmunten geldt dat nationale bruto-uitgifte = nationale netto-uitgifte van verzamelmunten (waarde) (gegevenspost 1.3) + waarde van gecrediteerde verzamelmunten aangehouden door muntuitgevende instanties (gegevenspost 5.3).

„Nationale netto-uitgifte van bankbiljetten”: het volume van door een individuele NCB op een bepaalde tijd (bv. het einde van een rapportageperiode) uitgegeven en in omloop gebrachte eurobankbiljetten, met inbegrip van alle eurobankbiljetten die door alle nationale NHTO-entiteiten en alle door de betreffende NCB beheerde ECI-banken in omloop zijn gebracht. Overdrachten van bankbiljetten aan andere NCB’s of aan de toekomstige Eurosysteem-NCB’s worden niet meegenomen. De nationale netto-uitgifte van bankbiljetten kan worden berekend hetzij i) door gebruik te maken van de voorraadmethode, die alleen gegevens gebruikt van voorraden op een bepaald tijdstip; of ii) de stroommethode, die stroomgegevens verzamelt vanaf de datum van invoering van de bankbiljetten tot een bepaald tijdstip (d.w.z. het einde van een rapportageperiode).

Voorraadmethode: nationale netto-uitgifte = voortgebrachte bankbiljetten (gegevenspost 1.1) – voorraden voortgebrachte bankbiljetten (gegevensposten 2.1 t/m 2.15) – vernietigde bankbiljetten (gegevensposten 1.2 en 1.3)

Stroommethode: nationale netto-uitgifte = voorgebrachte bankbiljetten uitgegeven door de NCB (met inbegrip van door de NHTO-entiteiten en de ECI-banken in omloop gebrachte bankbiljetten) vanaf de introductie ervan (cumulatieve gegevensposten 3.1, 3.9 en 3.13) – voortgebrachte bankbiljetten die aan de NCB geretourneerd zijn (met inbegrip van aan de NHTO-entiteiten en de ECI-banken geretourneerde bankbiljetten) sinds de invoering ervan (cumulatieve gegevensposten 3.4, 3.10 en 3.14).

„Niet-geschikte bankbiljetten”: i) eurobankbiljetten die aan de NCB's zijn geretourneerd en niet-geschikt zijn om in omloop te worden gebracht overeenkomstig een afzonderlijke rechtshandeling van de ECB betreffende de verwerking van bankbiljetten door de NCB's; of ii) eurobankbiljetten die aan kredietinstellingen zijn geretourneerd, met inbegrip van de NHTO-entiteiten en de ECI-banken, maar die niet geschikt zijn om in omloop te worden gebracht overeenkomstig de minimumsorteernormen vastgelegd in Besluit ECB/2010/14.

„Niet-verwerkte bankbiljetten”: i) eurobankbiljetten die aan de NCB's zijn geretourneerd, maar die niet op echtheid en fitness zijn gecontroleerd overeenkomstig een afzonderlijke rechtshandeling van de ECB betreffende de verwerking van bankbiljetten door de NCB's; of ii) eurobankbiljetten die aan kredietinstellingen zijn geretourneerd, met inbegrip van de NHTO-entiteiten en de ECI-banken, maar die niet op echtheid en fitness zijn gecontroleerd overeenkomstig Besluit ECB/2010/14.

„Nieuwe bankbiljetten”: eurobankbiljetten die nog niet door de NCB's, NHTO-entiteiten of ECI-banken in omloop zijn gebracht of vooraf zijn verstrekt door de toekomstige Eurosysteem-NCB’s.

„Publiek”: met betrekking tot de uitgifte van euromunten alle entiteiten en leden van het grote publiek, met uitzondering van de muntuitgevende instanties in de (toekomstige) deelnemende lidstaten.

„Regeling voor het aanhouden van een bankbiljettenvoorraad voor bestellingen of soortgelijke regeling” of „NHTO-regeling”: een regeling bestaande uit individuele contractuele regelingen tussen een NCB en één of meer entiteiten („NHTO-entiteiten”) in de deelnemende lidstaat van de NCB, waarbij de NCB: i) de NHTO-entiteiten van eurobankbiljetten voorziet, die deze in bewaring nemen buiten de lokalen van de NCB’s om ze in omloop te brengen; en ii) de NCB-rekening die door de NHTO-entiteiten of door de kredietinstellingen die cliënten zijn van de NHTO-entiteiten, aangehouden wordt, rechtstreeks crediteert of debiteert voor eurobankbiljetten die door de NHTO-entiteiten of door hun cliënten in deposito worden gegeven of opgenomen uit de bewaarnemingslokalen en aan de NCB meegedeeld. Bankbiljetten overgedragen van de NCB aan de NHTO-entiteiten maken deel uit van de door de NCB voortgebrachte bankbiljetten (gegevenspost 1.1). Door de NHTO-entiteiten in bewaring gehouden bankbiljetten maken geen deel uit van de nationale netto-uitgifte van bankbiljetten van de NCB.

„Serie bankbiljetten”: een aantal denominaties van eurobankbiljetten gedefinieerd als een serie in Besluit ECB/2003/4 of in een latere rechtshandeling van de ECB. De eerste serie eurobankbiljetten gelanceerd op 1 januari 2002 bestaat uit de denominaties 5 EUR, 10 EUR, 20 EUR, 50 EUR, 100 EUR, 200 EUR en 500 EUR. Eurobankbiljetten met herziene technische specificaties of een herzien ontwerp (bv. verschillende handtekeningen voor verschillende presidenten van de ECB) vormen slechts een nieuwe serie als daar als zodanig naar wordt verwezen in een wijziging van Besluit ECB/2003/4 of in een latere rechtshandeling van de ECB.

„Serie muntstukken”: een aantal denominaties van euromuntstukken gedefinieerd als een serie in Besluit (EG) nr. 975/98 of in een latere rechtshandeling van de Unie. De eerste serie euromuntstukken gelanceerd op 1 januari 2002 bestaat uit de denominaties 0,01 EUR, 0,02 EUR, 0,05 EUR, 0,10 EUR, 0,20 EUR, 0,50 EUR, 1 EUR en 2 EUR. Euromuntstukken met herziene technische specificaties of een herzien ontwerp (bv. wijzigingen van de Europese kaart op de gemeenschappelijke zijde) vormen slechts een nieuwe serie als daar als zodanig naar wordt verwezen in een wijziging van Besluit (EG) nr. 975/98 of in een latere rechtshandeling van de Unie.

„Uitgebreid proefprogramma chartale deposito’s” („ECI-programma”): een programma bestaande uit contractuele regelingen tussen de ECB, een NCB en individuele kredietinstellingen („ECI-banken”), waarbij een NCB: i) de ECI-banken van eurobankbiljetten voorziet, die deze buiten Europa in bewaring nemen om ze in omloop te brengen; en ii) de ECI-banken worden gecrediteerd voor eurobankbiljetten die door hun cliënten in bewaring worden gegeven, op echtheid en op fitness worden gecontroleerd, in bewaring worden gehouden en aan de NCB worden meegedeeld. De door de ECI-banken in bewaring gehouden bankbiljetten, met inbegrip van de bankbiljetten die nog onderweg zijn tussen een NCB en de ECI-banken, worden volledig door zekerheden gedekt tot zij door de ECI-banken in omloop zijn gebracht of naar een NCB geretourneerd. Van de NCB aan de ECI-banken overgedragen bankbiljetten maken deel uit van de door de NCB voortgebrachte bankbiljetten (gegevenspost 1.1). Door de ECI-banken in bewaring gehouden bankbiljetten maken geen deel uit van de nationale netto-uitgifte van bankbiljetten van de NCB.

„Verzamelmunten”: euromuntstukken die uitsluitend in de deelnemende lidstaat van uitgifte wettig betaalmiddel zijn en niet voor circulatie zijn bedoeld. De nominale waarde, afbeeldingen, grootte en gewicht ervan verschillen van die van voor circulatie bestemde euromuntstukken om gemakkelijk te kunnen worden onderscheiden van voor circulatie bestemde euromuntstukken. Verzamelmunten omvatten ook gouden munten (5).

„Voor circulatie bestemde muntstukken”: euromuntstukken die wettig betaalmiddel zijn in het eurogebied overeenkomstig Verordening (EG) nr. 975/98. De eerste serie euromuntstukken gelanceerd op 1 januari 2002 bestaat uit de denominaties 0,01 EUR, 0,02 EUR, 0,05 EUR, 0,10 EUR, 0,20 EUR, 0,50 EUR, 1 EUR en 2 EUR. Voor circulatie bestemde euromuntstukken omvatten muntstukken met een speciale afwerking of van een speciale kwaliteit en/of verpakking, alsook euroherdenkingsmunten. Die laatste herdenken gewoonlijk een gebeurtenis of persoonlijkheid en worden voor een beperkte periode en in beperkte oplages uitgegeven tegen nominale waarde.

„Voortgebrachte muntstukken”: voor circulatie bestemde euromuntstukken die: i) door de muntinstellingen geproduceerd zijn met een bepaalde nationale zijde; ii) geleverd zijn aan de muntuitgevende instanties in een deelnemende lidstaat; en iii) geregistreerd zijn in het liquiditeitenbeheersysteem van dergelijke muntuitgevende instanties. Dit geldt dienovereenkomstig voor euroverzamelmunten.”


(1)  PB L 78 van 25.3.2003, blz. 16.

(2)  PB L 139 van 11.5.1998, blz. 6.

(3)  Zoals bedoeld in een afzonderlijke rechtshandeling van de ECB betreffende het beheer van voorraden bankbiljetten.

(4)  PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1.

(5)  Munten die verkocht worden als belegging in edele metalen worden gouden munten of beleggingsmunten genoemd. Ze worden gewoonlijk gemunt afhankelijk van de vraag in de markt en worden niet onderscheiden door een speciale afwerking of kwaliteit. Dergelijke munten worden geprijsd volgens de gangbare marktprijs voor de metaalinhoud ervan, plus een kleine marge voor het slaan van de munten ter dekking van productie- en reclamekosten en een kleine winst.


Naar boven