EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32010D0003(01)

2010/268/: Besluit van de Europese Centrale Bank van 6 mei 2010 inzake tijdelijke maatregelen betreffende door de Griekse regering uitgegeven of gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen (ECB/2010/3)

PB L 117 van 11.5.2010, blz. 102–103 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 27/02/2012; opgeheven door 32012D0002(01)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/268/oj

11.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 117/102


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 6 mei 2010

inzake tijdelijke maatregelen betreffende door de Griekse regering uitgegeven of gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen

(ECB/2010/3)

(2010/268/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid op het eerste streepje van artikel 127, lid 2,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten”), inzonderheid op artikel 12.1 en het tweede streepje van artikel 34.1, juncto het eerste streepje van artikel 3.1 en artikel 18.2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Luidens artikel 18.1 van de ESCB-statuten mogen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro hebben aangenomen krediettransacties verrichten met kredietinstellingen en andere marktpartijen, waarbij de verleende kredieten worden gedekt door toereikend onderpand. De beleenbaarheidscriteria voor onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem zijn vastgelegd in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (1) (hierna de „algemene documentatie”).

(2)

Luidens hoofdstuk 1.6 van de algemene documentatie kan de Raad van bestuur van de ECB te allen tijde besluiten tot aanpassing van de instrumenten, voorwaarden, criteria en procedures voor de tenuitvoerlegging van de monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem. Luidens hoofdstuk 6.3.1 van de algemene documentatie behoudt het Eurosysteem zich het recht voor te bepalen of een emissie, emittent, debiteur of garant aan de vereisten voor hoge kwaliteitseisen voor kredietstandaards voldoet, zulks op basis van alle informatie die het relevant acht.

(3)

Terwijl overleg gaande was inzake een door de lidstaten van het eurogebied en het Internationaal Monetair Fonds gesteund aanpassingsplan, deden zich op de financiële markt uit de fiscale situatie van de Griekse regering voortvloeiende buitengewone omstandigheden voor, zonder normale beoordeling door de markt van door de Griekse regering uitgegeven effecten, hetgeen negatieve gevolgen heeft voor de stabiliteit van het financiële stelsel. Deze buitengewone situatie vereist een snelle en tijdelijke aanpassing van het monetaire-beleidskader van het Eurosysteem.

(4)

De Raad van bestuur heeft een door de Griekse regering goedgekeurd programma voor economische en financiële aanpassing beoordeeld, over welk programma zij heeft onderhandeld met de Commissie, de ECB en het Internationaal Monetair Fonds, en tevens vastgesteld dat de Griekse regering vastbesloten is dat programma volledig uit te voeren. Vanuit kredietrisicobeheersperspectief van het Eurosysteem is de Raad van bestuur tevens nagegaan welke effecten dat programma op de door de Griekse regering uitgegeven effecten heeft. De Raad van bestuur acht het programma passend, waardoor, aangaande het kredietrisicobeheer, de kwaliteitsstandaard van door de Griekse regering uitgegeven of door de Griekse regering gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen volstaat en derhalve deze effecten beleenbaar onderpand blijven voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem, ongeacht enige externe kredietbeoordeling. Deze positieve beoordelingen zijn de basis voor deze buitengewone en tijdelijke opschorting, ingesteld om bij te dragen tot de soliditeit van financiële instellingen en aldus de stabiliteit van het financiële stelsel als geheel te versterken en klanten van die instellingen te beschermen. De ECB dient de vastbeslotenheid van de Griekse regering, om het aan deze maatregelen ten grondslag liggende economische en financiële aanpassingsprogramma volledig uit te voeren, evenwel nauwlettend te volgen.

(5)

De Raad van bestuur heeft deze buitengewone maatregel op 3 mei 2010 vastgesteld en bekendgemaakt. De maatregel geldt tijdelijk totdat de Raad van bestuur van mening is dat de stabiliteit van het financiële stelsel de reguliere toepassing van het kader voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem toelaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Opschorting van een aantal bepalingen van de algemene documentatie

1.   De minimumvereisten van het Eurosysteem voor kredietkwaliteitsdremplels, zoals vastgelegd in de regels inzake het kredietbeoordelingskader van het Eurosysteem voor verhandelbare activa in hoofdstuk 6.3.2 van de algemene documentatie, worden overeenkomstig artikel 2 en 3 tijdelijk opgeschort.

2.   Als er een discrepantie bestaat tussen dit besluit en de algemene documentatie, geldt het eerste.

Artikel 2

Door de Griekse regering uitgegeven verhandelbare schuldbewijzen blijven beleenbaar onderpand

De kredietkwaliteitsdremplel van het Eurosysteem is niet van toepassing op de door de Griekse regering uitgegeven verhandelbare schuldbewijzen. Ongeacht hun externe kredietwaardigheidsnotering, vormen deze activa beleenbaar onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem.

Artikel 3

Door de Griekse regering gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen blijven beleenbaar onderpand

De kredietkwaliteitsdrempel van het Eurosysteem is niet van toepassing op de door in Griekenland gevestigde eenheden uitgegeven en door de Griekse regering volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen. Een door de Griekse regering verleende garantie blijft onderworpen aan de in hoofdstuk 6.3.2 van de algemene documentatie vastgelegde vereisten. Ongeacht hun externe kredietwaardigheidsnotering, vormen deze activa beleenbaar onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Dit richtsnoer treedt in werking op 6 mei 2010.

Gedaan te Lissabon, 6 mei 2010.

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.


Naar boven