EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32017R2094

Verordening (EU) 2017/2094 van de Europese Centrale Bank van 3 november 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 795/2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2017/32)

PB L 299 van 16.11.2017, blz. 11–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/2094/oj

16.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 299/11


VERORDENING (EU) 2017/2094 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 3 november 2017

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 795/2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2017/32)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2,

Gezien de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 3.1, artikel 22 en artikel 34.1, het eerste streepje,

Overwegende:

(1)

In april 2012 (1) hebben het Committee on Payments and Settlement Systems (CPSS) van de Bank of International Settlements (BIS) en het Technical Committee van de International Organisation of Securities Commissions (IOSCO) de Principles for financial market infrastructures gepubliceerd. Het Committee on Payments and Market Infrastructures (CPMI), de opvolger van het CPSS, en IOSCO hebben achtereenvolgens richtsnoeren betreffende deze beginselen gepubliceerd. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft besloten om middels Verordening (EU) nr. 795/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/28) (2) de CPMI-, IOSCO-beginselen, en opeenvolgende richtsnoeren, te implementeren, voor zover deze van toepassing zijn op systeemrelevante betalingssystemen (SIPS).

(2)

De Raad van bestuur heeft de algemene toepassing van Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28) overeenkomstig artikel 24 van die Verordening getoetst. Die toetsing heeft rekening gehouden met de bevindingen van de eerste alomvattende beoordeling van SIPS. De beoordeling bevond dat bepaalde aangelegenheden verbeterd of verduidelijkt moesten worden, en in enige gevallen waren substantiële wijzigingen nodig om de toepassing van de hoogste oversightnormen te waarborgen.

(3)

Binnen het kader van deze Verordening moeten betalingsinstellingen en elektronischgeldinstellingen die toegang hebben tot SIPS via directe deelnemers, krachtens artikel 35, lid 2 van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en Raad (3) behandeld worden als indirecte deelnemers.

(4)

Om effectieve risicobeperking te verzekeren, is het van belang operationele functies, risicobeheerfuncties en interneauditfuncties duidelijk te scheiden, bijvoorbeeld door de uitoefening van deze functies aan verschillende personen op te dragen. Voorts, voor niet-Euroysteem-SIPS-exploitanten moet, behoudens nationaal recht, verzekerd worden dat een onafhankelijk lid in hun Bestuur zetelt om de effectiviteit ervan te versterken. Aangezien het Eurosysteem doelstellingen en verantwoordelijkheden uit hoofde van publiek belang heeft, en een institutionele structuur die is vastgelegd in het Verdrag en in de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, moeten Euroysteem-SIPS-exploitanten voor dit vereiste een vrijstelling krijgen.

(5)

Voorts heeft de Raad van bestuur vastgesteld dat de verantwoordelijkheden van het bestuur van een SIPS-exploitant verduidelijkt moeten worden, waaronder aangaande de goedkeuring van besluiten die een significant effect op het risicoprofiel van een SIPS of een SIPS-exploitant hebben, en tevens goedkeuring van belangrijke risicodocumenten die de bedrijfsvoering van het SIPS regelen.

(6)

De Raad van bestuur was het er in grote lijnen over eens dat de beperking van het liquiditeitsrisico dat ontstaat in een uitgesteld netto-vereveningssysteem (DNS) substantieel verbeterd moet worden door effectieve beperking van het liquiditeitsrisico te waarborgen voor alle cycli vanaf het moment waarop een overboekingsopdracht is opgenomen in de berekening van nettovereveningsposities en de positie voor de deelnemer zichtbaar is.

(7)

Opdat een SIPS goed functioneert, moeten deelnemers adequate instrumenten hebben om hun liquiditeit effectief te beheren. De SIPS-exploitant moet de liquiditeitsstromen op systeemniveau monitoren en faciliteren en houdt daarbij rekening met de liquiditeitsblootstelling van elke deelnemer.

(8)

Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen in euro afwikkelt, verzekert dat finale afwikkeling plaatsvindt in centralebankgeld. SIPS-exploitanten die voor andere SIPS betalingen afwikkelen, moeten trachten om zelfs in die situatie finale afwikkeling mogelijk te maken, omdat dit vereiste ook van toepassing is indien een SIPS, die finale afwikkeling in centralebankgeld aanbiedt, in een noodsituatie verkeert.

(9)

Om te verzekeren dat SIPS-fondsen worden beschermd tegen mogelijke bedrijfsverliezen, moeten de door een SIPS-exploitant ter dekking van algemene bedrijfsrisico's aangehouden activa gescheiden worden van de voor de dagelijkse bedrijfsvoering aangehouden activa. Bovendien moet worden onderscheiden tussen enerzijds een SIPS-herstelplan en een ordelijk liquidatieplan van een SIPS, en anderzijds een SIPS-kapitaalplan. Enerzijds moet het kapitaalplan de mogelijkheid van kapitaalaantrekking aangeven, de eerstgenoemde plannen moeten waarborgen dat, binnen de normale bedrijfsvoering, middelen die beschikbaar zijn voor het herstelplan en het ordelijk liquidatieplan niet dalen tot onder het voor de implementatie van die plannen vereiste bedrag.

(10)

Het waarborgen van een effectief beheer van operationeel risico is een continue proces dat vereist dat operationeel beleid, en operationele procedures regelmatig, en indien noodzakelijk, worden getoetst en herzien, met name na significante systeemveranderingen. Dat geldt met name voor het beheer cyberrisico's die in omvang zijn toegenomen sedert de publicatie van Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28). Deze Verordening zet specifieke vereisten uiteen die van belang zijn voor het beperken van cyberrisico's.

(11)

Opdat een bevoegde autoriteit haar oversightbevoegdheden effectief kan uitoefenen, moeten deze bevoegdheden met twee instrumenten aangevuld worden. Ten eerste moet de bevoegde autoriteit bevoegd zijn om van een SIPS-exploitant de benoeming van een onafhankelijk deskundige te verlangen die een onderzoek naar of onafhankelijke toetsing van de SIPS-bedrijfsvoering moet uitvoeren. Bovendien moet de bevoegde autoriteit vereisten op kunnen leggen aangaande het type te benoemen deskundige, de inhoud en de reikwijdte van het op te stellen rapport, de behandeling van het rapport, waaronder openbaarmaking en publicatie, en timing voor de opstelling van het rapport. Ten tweede, overeenkomstig Verantwoordelijkheid B van de bovengenoemde Principles for financial market infrastructures, moet een bevoegde autoriteit controles ter plekke kunnen uitvoeren of deze taak kunnen delegeren.

(12)

Enerzijds kunnen corrigerende maatregelen alleen opgelegd worden wegens inbreuken op Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28), anderzijds zouden omstandigheden kunnen wettigen dat de procedure voor het opleggen van die maatregelen wegens het vermoeden van niet-inachtneming wordt aangespannen waardoor de SIPS-exploitant gehoord kan worden en uitleg kan verschaffen voordat een inbreuk wordt vastgesteld. De procedure voor het opleggen van corrigerende maatregelen moet in een besluit vastgelegd worden. Bovendien moet een bevoegde autoriteit, niet zijnde de ECB, de ECB onverwijld in kennis stellen van haar voornemen om corrigerende maatregelen op te leggen.

(13)

Gezien de toetsingsbevindingen van de Raad van bestuur en het voornemen de CPMI-, IOSCO-richtsnoeren te implementeren, voor zover toepasselijk op SIPS, moet Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28) dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT DEZE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28) wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 3 wordt punt ii) als volgt vervangen:

„ii)

het totaal van verwerkte in euro luidende betalingen bedraagt minstens een van de volgende:

15 % van het totale volume van de in euro luidende betalingen in de Unie,

5 % van het totale volume van in euro luidende grensoverschrijdende betalingen in de Unie,

Een 75-%-marktaandeel van het totale volume van in euro luidende betalingen op het niveau van een eurogebiedlidstaat;”;

b)

in lid 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Jaarlijks wordt de identificatie vastgesteld.”;

c)

het volgende lid 3 bis wordt ingevoegd:

„3 bis.   Een uit hoofde van lid 2 vastgesteld besluit blijft van kracht tot het wordt ingetrokken. Verificatietoetsingen van betalingssystemen die als SIPS werden geïdentificeerd, worden jaarlijks uitgevoerd om na te gaan of zij nog steeds voldoen aan de criteria op grond waarvan die identificatie werd uitgevoerd.”;

d)

lid 4 wordt als volgt vervangen:

„4.   SIPS-exploitanten werken continu samen met de bevoegde autoriteit en waarborgen dat de SIPS die zij beheren voldoen aan de in artikel 3 tot en met 21 uiteengezette vereisten, waaronder de globale effectiviteit van hun regels, procedures, processen en kaders. SIPS-exploitanten werken voorts samen met de bevoegde autoriteit om de bredere doelstelling van de bevordering van de goede werking van het betalingsverkeer op systeemniveau te faciliteren.”.

2)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 14 wordt als volgt vervangen:

„14.   „uitgesteld netto-vereveningssysteem” (DNS-systeem): een systeem ten aanzien waarvan verevening in centralebankgeld plaatsvindt op netto-basis aan het einde van een vooraf vastgestelde vereveningscyclus, bijvoorbeeld aan het einde van, of gedurende, een werkdag;”;

b)

punt 18 wordt als volgt vervangen:

„18.   „directe deelnemer”: een rechtspersoon die een contractuele relatie heeft met een SIPS-exploitant, en gebonden is aan de relevante regels van een SIPS, kan overboekingsopdrachten aan dat systeem versturen en kan overboekingsopdrachten van dat systeem ontvangen;”;

c)

het volgende punt 18 bis wordt ingevoegd:

„18 bis   „indirecte deelnemer”: een rechtspersoon die geen directe toegang heeft tot de diensten van een SIPS en die doorgaans niet direct gebonden is aan de relevante regels van een SIPS en wiens overboekingsopdrachten worden gecleard, verevend en vastgelegd door de SIPS via een directe deelnemer. De betrokken rechtspersonen zijn beperkt tot:

i)

kredietinstellingen zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 1) van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (*1);

ii)

beleggingsondernemingen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 1) van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (*2);

iii)

ondernemingen met hoofdkantoor buiten de Unie en waarvan de taken overeenkomen met die van een kredietinstelling of beleggingsonderneming uit de Unie, zoals bedoeld in punt i) en ii);

iv)

een overheidsinstantie of een onderneming met overheidsgarantie, en centrale tegenpartijen, afwikkelende instanties, clearing houses en systeemexploitanten, zoals bedoeld in artikel 2, onder c), d), e) en p) van Richtlijn 98/26/EG;

v)

betalingsinstellingen en elektronischgeldinstellingen zoals bedoeld in artikel 4, punt 4 van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad (*3) en artikel 2, punt 1) van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad (*4);

(*1)  Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1)."

(*2)  Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1)."

(*3)  Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35)."

(*4)  Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).”;"

d)

de volgende punten 40 tot en met 44 worden toegevoegd:

„40.   „onafhankelijk bestuurslid”: een niet-uitvoerend bestuurslid dat geen bedrijf, gezin of andere relatie heeft die een belangenconflict vormt ten aanzien van het SIPS of de SIPS-exploitant, hun aandeelhouders met zeggenschap, hun management of hun deelnemers, en die in de twee jaar voordat zij bestuurslid werden een dergelijke relatie niet heeft gehad;

41.   „gelieerde partij”: een onderneming die de deelnemer controleert, die door de deelnemer wordt gecontroleerd, of die gezamenlijk met de deelnemer wordt gecontroleerd. Zeggenschap over een onderneming: a) eigendom, zeggenschap of holding van 20 %, of meer, van een categorie effecten met stemrecht van de onderneming, of b) consolidatie van de onderneming voor doeleinden van financiële verslaglegging;

42.   „buitengewone omstandigheden”: een gebeurtenis, voorval of omstandigheid waardoor de werkzaamheden, diensten of functies van een SIPS kunnen uitvallen of verstoord kunnen worden, waaronder belemmering of voorkomen van finale afwikkeling.”;

43.   „financiële verplichtingen”: juridische verplichtingen die ontstaan binnen het SIPS tussen deelnemers, of tussen deelnemers en de SIPS-exploitant, ten gevolge van een in die SIPS ingevoerde overboekingsopdracht;”

44.   „corrigerende maatregel”: een specifieke maatregel of handeling, ongeacht de vorm, duur of zwaarte ervan, die een bevoegde autoriteit oplegt aan een SIPS-exploitant om niet-inachtneming van de vereisten van artikel 3 tot en met 21 te herstellen of een herhaling ervan te vermijden.”.

3)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt als volgt vervangen:

„2.   Een SIPS-exploitant beschikt over effectieve en schriftelijk vastgelegde governance-regelingen die voorzien in heldere en directe verantwoordelijkheden en verantwoordingsplichten. Deze regelingen worden ter beschikking gesteld aan de bevoegde autoriteit, de eigenaren en de deelnemers. De SIPS-exploitant stelt een beknopte uitgave daarvan beschikbaar aan het publiek.”;

b)

lid 5 wordt als volgt vervangen:

„5.   De samenstelling van het Bestuur verzekert integriteit evenals, behalve voor Eurosysteem-SIPS, een passende mix van technische vaardigheden, kennis en ervaring van zowel SIPS als die van de financiële markt in het algemeen, waarbij het Bestuur in staat wordt gesteld haar respectievelijke rollen en verantwoordelijkheden te vervullen. De samenstelling houdt tevens rekening met de toedeling van bevoegdheden overeenkomstig nationaal recht. Met uitzondering van Eurosysteem-SIPS, heeft het Bestuur, indien toegestaan op basis van nationaal recht, ook niet-uitvoerende bestuursleden, waaronder minstens één onafhankelijk bestuurslid.”;

c)

lid 7, tweede alinea wordt als volgt vervangen:

„Het Bestuur waarborgt dat er drie duidelijke en effectieve verdedigingslinies zijn (bedrijfsvoering, risicobeheer en interne audit), die gescheiden zijn en over voldoende bevoegdheden, onafhankelijkheid, middelen en toegang tot het Bestuur beschikken.”;

d)

het volgende lid 7 bis wordt ingevoegd:

„7 bis.   „Goedkeuring van het Bestuur is vereist voor besluiten die een significante impact hebben op het SIPS-risicoprofiel en voor belangrijke risicodocumenten die de SIPS-bedrijfsvoering regelen. Het Bestuur keurt in ieder geval het volgende goed, en toetst jaarlijks: het in artikel 5, lid 1 bedoelde integrale risicobeheerkader en het operationele risicokader en het daarmee in artikel 15, lid 1 en 5 bedoelde samenhangende bedrijfscontinuïteitsplan, het in artikel 5, lid 4 en artikel 13, lid 6 bedoelde herstelplan en het ordelijke liquidatieplan, de in artikel 6, lid 1 en artikel 8, lid 1 bedoelde kaders voor krediet- en liquiditeitsrisico, het onderpandkader dat het in artikel 7 bedoelde risicobeheer regelt, de in artikel 14, lid 4 bedoelde SIPS-investeringsstrategie en het in artikel 15, lid 4 bis bedoelde cyberbeveiligingskader.”.

4)

In artikel 5 wordt lid 4 als volgt vervangen:

„4.   Een SIPS-exploitant stelt de kritieke bedrijfsactiviteiten en -diensten van het SIPS vast. De SIPS-exploitant identificeert specifieke scenario's waardoor het SIPS deze kritieke bedrijfsactiviteiten en -diensten als going concern mogelijkerwijze niet zou kunnen leveren en beoordeelt de effectiviteit van alle herstelacties en, met uitzondering van een Eurosysteem-SIPS, een ordelijke liquidatie. Hij beoordeelt de kritieke bedrijfsactiviteiten en -diensten van hetSIPS tenminste eenmaal per jaar. Op basis van deze beoordeling stelt een SIPS-exploitant een uitvoerbaar SIPS-herstelplan op of, met uitzondering van Eurosysteem-SIPS, een ordelijk liquidatieplan. Het herstel- en ordelijke liquidatieplan bevatten onder meer een inhoudelijke samenvatting van de cruciale herstel- en ordelijke liquidatiestrategieën, een herformulering van de kritieke activiteiten en -diensten van het SIPS en een beschrijving van de benodigde maatregelen voor het uitvoeren van de cruciale strategieën. Een SIPS-exploitant verschaft, waar toepasselijk, de relevante autoriteiten informatie die benodigd is voor het plannen van afwikkeling.”.

5)

Artikel 6 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 6

Kredietrisico

1.   Een SIPS-exploitant zet een solide kader op voor het meten, bewaken en beheer van zijn bedrag aan kredietrisico ten overstaan van zijn deelnemers en bedragen aan kredietrisico tussen deelnemers die voortvloeien uit het betalings-, clearing- en afwikkelingsprocessen van het SIPS.

2.   Een SIPS-exploitant identificeert alle bronnen van kredietrisico. Het meten en bewaken van kredietrisicobedragen vindt gedurende de dag plaats, waarbij gebruik wordt gemaakt van tijdige informatie en passende risicobeheerinstrumenten.

2 bis.   Een SIPS-exploitant die een DNS-systeem exploiteert, waarborgt dat:

a)

financiële verplichtingen tot stand komen uiterlijk op het moment waarop een overboekingsopdracht wordt opgenomen in de berekening van de voor iedere deelnemer toegankelijke nettovereveningsposities, en

b)

voldoende middelen worden aangehouden om de resulterende kredietblootstellingen overeenkomstig lid 3 en lid 4 uiterlijk op het onder a) bedoelde moment te dekken.

3.   Een SIPS-exploitant, inclusief diegene die een DNS met een afwikkelingsgarantie exploiteert, die in de loop van de exploitatie van het SIPS een kredietrisico oploopt vis-à-vis zijn deelnemers, dekt zijn kredietrisicobedrag naar iedere deelnemer toe af met behulp van onderpand, garantiefondsen, deelnemingen (na aftrek van het bedrag wat is bestemd ter afdekking van algemeen bedrijfsrisico) of andere gelijkwaardige financiële middelen.

4.   Een SIPS-exploitant, inclusief diegene die een DNS zonder afwikkelingsgarantie exploiteert, maar waarin de deelnemers worden geconfronteerd met een kredietrisicobedrag dat voortvloeit uit het betalings-, clearing- en afwikkelingsproces van het SIPS, stelt regels of contractuele regelingen met deze deelnemers vast. De regels of contractuele arrangementen garanderen dat de deelnemers voldoende middelen verschaffen, zoals bedoeld in paragraaf 3, om kredietrisicobedragen die voortvloeien uit het betalings-, clearing- en afwikkelingsproces van het SIPS af te dekken met betrekking tot de twee deelnemers die, samen met aan hen gelieerde partijen, de grootste gezamenlijke kredietrisicobedragen hebben.

5.   Een SIPS-exploitant stelt regels en procedures vast voor het opvangen van verliezen die rechtstreeks voortvloeien uit het in gebreke blijven door een of meer deelnemers met betrekking tot hun verplichtingen onder het SIPS. Deze regels en procedures behandelen de toewijzing van potentieel ongedekte verliezen, inclusief de terugbetaling van fondsen die een SIPS-exploitant kan lenen van liquiditeitsverschaffers. Zij houden de regels en procedures in van de SIPS-exploitant voor de aanvulling van de door het SIPS tijdens een stress-evenement gebruikte financiële middelen, tot aan het in lid 3 en 4 vastgelegde niveau.”.

6)

Artikel 8 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 8

Liquiditeitsrisico

1.   Een SIPS-exploitant stelt een integraal kader in voor het beheren van liquiditeitsrisico's gevormd door deelnemers aan het SIPS, afwikkelingsbanken, nostro agenten, bewaarnemingsbanken, liquiditeitsverschaffers en andere relevante entiteiten. De SIPS-exploitant stelt de deelnemers adequate instrumenten ter beschikking voor het effectief beheren van hun liquiditeit en monitort en faciliteert de liquiditeitsstroom in het systeem.

2.   Een SIPS-exploitant installeert operationele en analytische instrumenten, waarmee hij voortdurend en tijdig afwikkelings- en financieringsstromen kan identificeren, meten en bewaken, waaronder intradayliquiditeitgebruik.

2 bis.   Een SIPS-exploitant die een DNS-systeem exploiteert, waarborgt dat:

a)

financiële verplichtingen tot stand komen uiterlijk op het moment waarop een overboekingsopdracht wordt opgenomen in de berekening van de voor iedere deelnemer toegankelijke nettovereveningsposities, en

b)

voldoende liquide middelen worden aangehouden overeenkomstig lid 3 tot en met 6 uiterlijk op het onder a) bedoelde moment.

3.   Een SIPS-exploitant houdt te allen tijde voldoende liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, vanaf het moment dat financiële verplichtingen ontstaan, in alle valuta waarin de SIPS-exploitant werkzaam is, teneinde verevening op dezelfde dag te effectueren van financiële verplichtingen in een brede variëteit van mogelijke stress-scenario's. Waar passend omvat dit intradayverevening of meerdaagse verevening. Tot stress-scenario's behoren onder meer: a) een verzuim onder extreme, maar aannemelijke marktomstandigheden van de deelnemer die, samen met de daaraan gelieerde partijen, de grootste totale betalingsverplichting heeft, en b) andere scenario's op basis van lid 11.

4.   Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen in euro verevent, houdt overeenkomstig lid 3 voldoende liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, om tijdige afwikkeling van financiële verplichtingen te effectueren ingeval van verzuim van de deelnemer die, samen met de daaraan gelieerde partijen, de grootste totale financiële verplichting heeft, zoals bepaald in lid 3, onder a), op een van de volgende wijzen:

a)

in contanten bij het Eurosysteem, of

b)

in beleenbaar onderpand zoals gedefinieerd in het onderpandkader van het Eurosysteem dat is vastgelegd in Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) (*5) en Richtsnoer ECB/2014/31 van de Europese Centrale Bank (*6) mits de SIPS-exploitant kan aantonen dat zulk onderpand direct beschikbaar is en op dezelfde dag geconverteerd kan worden in contanten middels vooraf gearrangeerde en zeer betrouwbare financieringsregelingen, bijvoorbeeld onder gestreste marktomstandigheden.

5.   Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen afwikkelt in euro, houdt additionele liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, in overeenstemming met lid 3, onder b), op de wijze zoals vastgelegd in lid 4 of bij een kredietwaardige commerciële bank in één of meer van de volgende instrumenten:

a)

gecommitteerde kredietlijnen;

b)

gecommitteerde deviezenswaps;

c)

gecommitteerde retrocessieovereenkomsten (repo's);

d)

activa, die voldoen aan de voorwaarden van artikel 7, lid 1 en die worden aangehouden door een bewaarnemer;

e)

investeringen.

Deze instrumenten moeten contanten beschikbaar kunnen maken binnen een tijdsbestek dat voltooiing van de verevening op dezelfde dag mogelijk maakt. Met name moet de SIPS-exploitant kunnen aantonen dat niet-liquide instrumenten direct beschikbaar zijn en op dezelfde dag geconverteerd kunnen worden in contanten middels vooraf gearrangeerde en zeer betrouwbare financieringsregelingen, bijvoorbeeld onder gestreste marktomstandigheden.

De SIPS-exploitant kan op basis van een adequaat intern onderzoek aan de bevoegde autoriteit aantonen dat de commerciële bank kredietwaardig is.

6.   Een SIPS-exploitant die tweezijdige betalingen afwikkelt, of eenzijdige betalingen in andere valuta dan de euro, houdt voldoende liquide middelen aan, of zorgt ervoor dat deelnemers deze aanhouden, in overeenstemming met lid 3, op de wijze zoals bedoeld in lid 5.

7.   Indien een SIPS-exploitant de middelen zoals vermeld in lid 3 aanvult met andere activa, zijn deze activa verhandelbaar of acceptabel als onderpand (ten behoeve van bijvoorbeeld kredietlijnen, swaps, or repo's) op een ad-hocbasis na een verzuim, zelfs indien dit niet op betrouwbare wijze vooraf gearrangeerd of gegarandeerd kan worden onder extreme maar aannemelijke marktomstandigheden. Indien een deelnemer de in lid 3 genoemde bronnen aanvult met andere activa, verzekert de SIPS-exploitant dat deze andere activa voldoen aan de in de eerste zin van dit lid genoemde vereisten. Activa worden geacht eenvoudig verhandelbaar of acceptabel als onderpand te zijn indien de SIPS-exploitant rekening houdt met de regels en praktijken van de betreffende centrale bank met betrekking tot geschiktheid voor onderpand.

8.   Een SIPS-exploitant mag er niet vanuit gaan dat er noodkredieten beschikbaar zullen zijn van de centrale bank.

9.   Een SIPS-exploitant voert een due diligence onderzoek uitvoeren teneinde te verifiëren dat iedere aanbieder van liquide middelen van het SIPS op basis van lid 3: a) beschikt over voldoende en actuele informatie met betrekking tot het begrip en beheer van zijn liquiditeitsrisico's die verbonden zijn aan het verstrekken van contanten of activa, en b) in staat is contanten of activa al naargelang de behoefte te verstrekken. De SIPS-exploitant toetst tenminste eenmaal per jaar of hij voldoet aan de due-diligence-verplichting. Alleen entiteiten met toegang tot krediet van de centrale uitgevende bank worden geaccepteerd als liquiditeitsverschaffers. De SIPS-exploitant toetst de SIPS-procedures voor het beschikken over de liquide middelen van het SIPS regelmatig.

10.   Een SIPS-exploitant met toegang tot rekeningen, betalingsdiensten of effectendiensten van de centrale bank gebruikt deze diensten waar mogelijk.

11.   Een SIPS-exploitant stelt door middel van grondige stresstesten vast welk bedrag aan liquide middelen benodigd is, en test de toereikendheid van zijn liquide middelen regelmatig om te voldoen aan de vereisten uit hoofde van lid 3 en 4. Bij stresstesten neemt de SIPS-exploitant een breed scala aan scenario's in aanmerking, waaronder verzuim van één of meer deelnemers op dezelfde dag en op twee of meer opeenvolgende dagen.

Indien dergelijke scenario's in aanmerking worden genomen, wordt tevens rekening gehouden met het ontwerp en de werking van het SIPS en alle entiteiten die materiële liquiditeitsrisico's kunnen opleveren voor het SIPS, waaronder afwikkelingsbanken, nostro agenten, bewaarnemingsbanken, liquiditeitsverschaffers en daaraan verbonden FMI's, worden onderzocht. Waar passend bestrijken de scenario's een meerdaagse periode.

12.   Een SIPS-exploitant legt schriftelijk zijn redenen vast voor het aanhouden van, en heeft passende governance-regelingen voor, het bedrag aan contanten en andere activa die de SIPS-exploitant of de deelnemers aanhouden. De SIPS-exploitant stelt heldere procedures vast voor de reportage van de stresstestresultaten aan het Bestuur en gebruikt deze resultaten om de adequaatheid van zijn liquiditeitsrisicobeheerkader te evalueren en aan te passen.

13.   Een SIPS-exploitant stelt heldere regels en procedures vast waarmee het SIPS verevening op dezelfde dag, en waar toepasselijk, tijdige intraday- en meerdaagse verevening van financiële verplichtingen kan toepassen na verzuim van één of meer van de deelnemers. Deze regels en procedures:

a)

adresseren onvoorziene en mogelijk ongedekte liquiditeitstekorten;

b)

streven ernaar dat vermindering, terugtrekking of vertraging wordt vermeden met betrekking tot verevening op dezelfde dag van financiële verplichtingen;

c)

bepalen hoe de contanten en andere activa, die het SIPS gebruikt tijdens een stress-evenement, worden aangevuld tot de op basis van lid 3 tot en met 5 vereiste hoeveelheid.

(*5)  Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3)."

(*6)  Richtsnoer ECB/2014/31 van de Europese Centrale van 9 juli 2014 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (PB L 240 van 13.8.2014, blz. 28).”."

7)

In artikel 10 wordt lid 1 als volgt vervangen:

„1.   Een SIPS-exploitant die eenzijdige betalingen in euro afwikkelt, verzekert dat de finale afwikkeling plaatsvindt in centralebankgeld. Een SIPS-exploitant die betalingen afwikkelt voor andere SIPS, tracht die andere SIPS in staat te stellen zelfs in buitengewone omstandigheden af te wikkelen.”.

8)

Artikel 13 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 13

Algemeen bedrijfsrisico

1.   Een SIPS-exploitant zorgt voor solide beheers- en controlesystemen voor het vaststellen, bewaken en beheren van algemene bedrijfsrisico's, waaronder verliezen die voortvloeien uit slechte uitoefening van bedrijfsstrategie, negatieve cashflows of onverwachte en excessief hoge exploitatiekosten.

2.   Een SIPS-exploitant beschikt over een uitvoerbaar herstelplan of, behalve voor Eurosysteem-SIPS, een ordelijk liquidatieplan, zoals artikel 5, lid 4 vereist.

3.   Een SIPS-exploitant stelt het bedrag aan activa vast dat benodigd is om het in lid 2 bedoelde plan te implementeren, zulks op basis van haar algemene bedrijfsrisicoprofiel en de tijd die vereist is om een herstel en/of ordelijke liquidatie van haar kritieke bedrijfsactiviteiten en -diensten te realiseren. Dit bedrag is ten minste gelijk aan het equivalent van exploitatiekosten over zes maanden.

4.   Om het in lid 3 bedoelde bedrag af te dekken, houdt een SIPS-exploitant liquide netto-activa aan middels deelnemingen, zoals gewone aandelen, openbare reserves of andere ingehouden winsten, zodat hij de bedrijfsvoering en de diensten kan voortzetten als een going concern. Deze activa komen bovenop de middelen die worden aangehouden om verzuim van deelnemers af te dekken of andere in artikel 6 en 8 bedoelde risico's. Deelnemingen die worden aangehouden op basis van internationale risico-gebaseerde kapitaalnormen kunnen opgenomen worden teneinde dubbele kapitaaleisen te vermijden.

5.   De in lid 4 bedoelde activa die worden aangehouden ter afdekking van algemeen bedrijfsrisico, zijn dermate liquide en van een kwaliteit dat deze tijdig beschikbaar zijn, en worden gescheiden van de activa van de SIPS-exploitant die worden gebruikt voor dagelijkse bedrijfsvoering. De SIPS-exploitant moet activa, die worden aangehouden ter dekking van algemene bedrijfsrisico's, met weinig, of geen nadelig prijseffect kunnen verkopen, zodat hij de bedrijfsvoering en -diensten kan voortzetten als going concern wanneer algemene bedrijfsverliezen worden geleden.

6.   Een SIPS-exploitant stelt een levensvatbaar kapitaalplan op voor het aantrekken van additioneel vermogen, indien zijn vermogen het in lid 3 bedoelde bedrag te dicht nadert of lager is dan dit bedrag.

7.   Lid 3 tot en met 6 zijn niet van toepassing op Eurosysteem-SIPS.”.

9)

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

„1 bis.   Regelmatig, en na significante veranderingen, voert een SIPS-exploitant een audit uit op systemen, operationeel beleid, procedures en controles, en toetst en test deze.”;

b)

het volgende lid 4 bis wordt ingevoegd:

„4 bis.   Een SIPS-exploitant zet een effectief cyberbeveiligingskader op met passende governancemaatregelen om cyberrisico's te beheren. De SIPS-exploitant bepaalt welke activiteiten en onderliggende activa kritiek zijn, en treft passende maatregelen om ze te beschermen tegen cyberaanvallen, deze op te sporen, erop te reageren en ervan te herstellen. Deze maatregelen worden regelmatig getest. De SIPS-exploitant waarborgt dat hij een degelijk situatiekennisniveau van cyberbedreigingen heeft. De SIPS-exploitant waarborgt dat continue scholing en ontwikkeling plaatsvinden om zijn cyberbeveiligingskader tijdig en indien nodig aan te passen aan het dynamische karakter van cyberrisico's.”.

10)

Artikel 16 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 16

Toegangs- en deelnamecriteria

1.   Een SIPS-exploitant stelt non-discriminatoire toegangs- en deelnamecriteria met betrekking tot de diensten van het SIPS vast, en maakt deze openbaar, voor directe en, indien relevant, indirecte deelnemers en andere FMI's. De SIPS-exploitant herziet de criteria tenminste eenmaal per jaar.

2.   De toegangs- en deelnamecriteria van lid 1 worden gerechtvaardigd door de eisen van veiligheid en efficiency van het SIPS en de markten die daardoor worden bediend en worden afgestemd op, en staan in verhouding tot, de specifieke risico's van het SIPS. In overeenstemming met het proportionaliteitsprincipe stelt een SIPS-exploitant vereisten vast die de toegang zo min mogelijk beperken. Indien een SIPS-exploitant toegang weigert aan een verzoekende entiteit, geeft hij schriftelijke redenen aan die zijn gebaseerd op een integrale risicoanalyse.

3.   Een SIPS-exploitant monitort voortdurend of de deelnemers voldoen aan de toegangs- en deelnamecriteria van het SIPS. De SIPS-exploitant stelt non-discriminatoire procedures vast om schorsing of de ordelijke beëindiging van het deelnamerecht van een deelnemer te faciliteren wanneer de deelnemer niet voldoet aan de criteria en maakt de betrokken cruciale aspecten van die procedures publiekelijk bekend. De SIPS-exploitant herziet de procedures tenminste eenmaal per jaar.”.

11)

In artikel 17 worden lid 1 en 2 als volgt vervangen:

„1.   Met het oog op risicobeheer verzekert een SIPS-exploitant dat de regels, procedures en contractuele regelingen van het SIPS, het SIPS in staat stellen informatie te verzamelen met betrekking tot indirecte deelname, teneinde de materiële risico's voor het SIPS die voortvloeien uit deelname vast te stellen, te monitoren en te beheren. Deze informatie omvat minimaal de volgende elementen:

a)

de activiteiten die directe deelnemers in eigen naam en ten behoeve van indirecte deelnemers verrichten in verhouding tot de activiteit op systeemniveau;

b)

het aantal indirecte deelnemers dat verevent via individuele directe deelnemers;

c)

het volume en de waarde van de betalingen in het SIPS die afkomstig zijn van iedere indirecte deelnemer;

d)

het volume en de waarde van de betalingen onder c) in verhouding tot die van de directe deelnemer via wie de indirecte deelnemer toegang heeft tot het SIPS.

2.   Een SIPS-exploitant stelt de materiële afhankelijkheden vast die bestaan tussen directe en indirecte deelnemers en die het SIPS zouden kunnen treffen, rekening houdend met de in lid 1 bedoelde informatie.”.

12)

Artikel 21 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 21

Bevoegdheden van een bevoegde autoriteit

1.   Een bevoegde autoriteit beschikt over de bevoegdheden om:

a)

van de SIPS-exploitant steeds alle informatie en documenten te verkrijgen die noodzakelijk zijn om vast te stellen of aan de vereisten van deze Verordening wordt voldaan, of om de goede werking van het betalingsverkeer op systeemniveau te bevorderen. De SIPS-exploitant rapporteert de betrokken informatie onverwijld aan de bevoegde autoriteit;

b)

van een SIPS-exploitant te vereisen dat deze een onafhankelijke deskundige aanstelt om onderzoek te verrichten naar of een onafhankelijke toetsing uit te voeren van de bedrijfsvoering van het SIPS. De bevoegde autoriteit kan vereisten opleggen aangaande het type te benoemen deskundige, de inhoud en de reikwijdte van het te produceren verslag, de behandeling van het verslag, waaronder openbaarmaking en publicatie van bepaalde elementen en timing van het op te stellen rapport. Een SIPS-exploitant communiceert de bevoegde autoriteit hoe werd voldaan aan de opgelegde vereisten;

c)

ter plekke controles uit te voeren of het uitvoeren van controles ter plekke te delegeren. De bevoegde autoriteit kan de controle zonder voorafgaande aankondiging uitvoeren, indien de passende uitvoering en efficiëntie van een controle dat vereisen.

2.   De ECB stelt een besluit vast inzake de procedure en voorwaarden voor de uitoefening van de in lid 1 bedoelde bevoegdheden.”.

13)

De volgende artikelen 21 bis en 21 ter worden ingevoegd:

„Artikel 21 bis

Organisatie van oversightactiviteiten

Een bevoegde autoriteit kan doorlopende en/of ad-hocoversightactiviteiten uitvoeren om te beoordelen of een SIPS-exploitant voldoet aan de vereisten van artikel 3 tot en met 21 of om de goede werking van het betalingsverkeer op systeemniveau te bevorderen.

Artikel 21 ter

Vertrouwelijkheid

Informatie die een SIPS-exploitant op vertrouwelijke basis heeft gedeeld met een bevoegde autoriteit kan worden gedeeld binnen het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB). Die informatie behandelen ESCB-leden vertrouwelijk, zulks overeenkomstig het in artikel 37.1 van de ESCB-statuten vastgelegde beroepsgeheim.”.

14)

Artikel 22 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 22

Corrigerende maatregelen

1.   Indien een SIPS-exploitant deze verordening niet in acht neemt, of indien er een redelijk vermoeden bestaat dat een SIPS-exploitant deze verordening niet in acht neemt:

a)

informeert de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant schriftelijk over de aard van de niet-inachtneming, of het vermoeden van niet-inachtneming, en

b)

stelt de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant in de gelegenheid gehoord te worden en een toelichting te geven.

2.   Rekening houdend met de door de SIPS-exploitant verschafte informatie, kan de bevoegde autoriteit de SIPS-exploitant corrigerende maatregelen opleggen om de niet-inachtneming te herstellen en/of te voorkomen dat deze wordt herhaald.

3.   De bevoegde autoriteit kan direct corrigerende maatregelen opleggen, indien zij van mening is dat de ernst van de niet-inachtneming direct handelen vereist. De bevoegde autoriteit onderbouwt haar besluit.

4.   Een bevoegde autoriteit, niet zijnde de ECB, stelt de ECB in kennis van haar voornemen om onverwijld corrigerende maatregelen op te leggen aan een SIPS-exploitant.

5.   Corrigerende maatregelen kunnen onafhankelijk van de uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad (*7) opgelegde sancties opgelegd worden, of parallel aan die sancties.

6.   De ECB stelt een besluit vast betreffende de ingeval van opgelegde corrigerende maatregelen te volgen procedure.

(*7)  Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4).”."

15)

Artikel 23 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 23

Sancties

Ingeval van inbreuk op deze Verordening kan de ECB sancties opleggen. Die sancties stroken met Verordening (EG) nr. 2532/98 en Verordening (EG) nr. 2157/99 van de Europese Centrale Bank (ECB/1999/4) (*8). De ECB stelt een besluit vast over de methodologie ter berekening van het sanctiebedrag.

(*8)  Verordening (EG) nr. 2157/99 van de Europese Centrale Bank van 23 september 1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4) (PB L 264 van 12.10.1999, blz. 21).”."

16)

Artikel 24 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 24

Evaluatie

De Raad van bestuur evalueert de algemene toepassing van deze Verordening uiterlijk twee jaar volgende op de datum waarop deze Verordening in werking treedt, en daarna elke drie jaar, en beoordeelt of wijzigingen noodzakelijk zijn.”.

Artikel 2

Slotbepalingen

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   SIPS-exploitanten die overeenkomstig artikel 1, lid 2 van Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28) in kennis werden gesteld van het besluit van de Raad van bestuur voor deze Verordening in werking treedt, hebben een jaar, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding, om te voldoen aan de vereisten van deze Verordening, met uitzondering van de vereisten van artikel 1, punt 5) en 6) ten aanzien van welke verplichtingen zij 18 maanden zullen hebben.

3.   SIPS-exploitanten die overeenkomstig artikel 1, lid 2 van Verordening (EU) nr. 795/2014 (ECB/2014/28) in kennis werden gesteld van het besluit van de Raad van bestuur nadat deze Verordening in werking treedt, hebben een jaar, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding, om te voldoen aan de vereisten van deze Verordening, met uitzondering van de vereisten van artikel 1, punt 5 en 6 ten aanzien van welke verplichtingen zij 18 maanden zullen hebben.

Deze Verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 3 november 2017.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Beschikbaar op de website van de Bank voor Internationale Betalingen www.bis.org.

(2)  Verordening (EU) nr. 795/2014 van de Europese Centrale Bank van 3 juli 2014 met betrekking tot oversightvereisten voor systeemrelevante betalingssystemen (ECB/2014/28) (PB L 217 van 23.7.2014, blz. 16).

(3)  Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).


Naar boven