EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 02014D0045(01)-20170721

Geconsolideerde tekst: Besluit (EU) 2015/5 van de Europese Centrale Bank van 19 november 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (ECB/2014/45)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/5/2017-07-21

02014D0045(01) — NL — 21.07.2017 — 003.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESLUIT (EU) 2015/5 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 19 november 2014

houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa

(ECB/2014/45)

(PB L 001 van 6.1.2015, blz. 4)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

BESLUIT (EU) 2015/1613 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 10 september 2015

  L 249

28

25.9.2015

►M2

BESLUIT (EU) 2017/102 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 11 januari 2017

  L 16

55

20.1.2017

►M3

BESLUIT (EU) 2017/1361 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 18 mei 2017

  L 190

24

21.7.2017




▼B

BESLUIT (EU) 2015/5 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 19 november 2014

houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa

(ECB/2014/45)



Artikel 1

Instelling en toepassingsgebied van het ABSPP

Het ABSPP krachtens welk programma de ECB beleenbare ABS aankoopt, zoals bedoeld in artikel 2 en overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, wordt bij deze ingesteld. Krachtens het ABSPP mag de ECB haar agenten instrueren namens haar beleenbare ABS aan te kopen in de primaire en secundaire markten van in aanmerking komende wederpartijen, zoals bedoeld in artikel 4.

Artikel 2

Beleenbaarheidscriteria voor de onvoorwaardelijke aankoop van ABS

ABS komen in aanmerking voor onvoorwaardelijke aankoop krachtens het ABSPP op voorwaarde dat zij aan de volgende beleenbaarheidscriteria voldoen.

(1) De ABS hebben een kredietkwaliteitsbeoordeling die, minimaal, voldoet aan kredietkwaliteitscategorie 3 in de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem ( 1 ), zulks in de vorm van minstens twee openbare kredietratings van twee externe kredietbeoordelingsinstellingen (EKBI's) die zijn aanvaard binnen het kredietbeoordelingskader van het Eurosysteem (ECAF).

▼M1

(2) In afwijking van het onder punt 1 hierboven en punt 9 hierna bepaalde, voldoen de ABS aan de beleenbaarheidscriteria die van toepassing zijn op ABS die worden aangeboden als onderpand voor monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem, zoals bedoeld in Richtsnoer ECB/2014/60 ( 2 ).

▼B

(3) Indien de ABS geen kredietkwaliteitsbeoordeling hebben die minimaal voldoet aan de kredietkwaliteitscategorie 2 in de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem, zulks in de vorm van minstens twee openbare kredietratings van twee EKBI's die zijn aanvaard binnen het ECAF, moeten de ABS niet alleen voldoen aan de vereisten onder punt 2, maar tevens voldoen aan de beleenbaarheidscriteria die van toepassing zijn op ABS die zijn aangeboden als onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem, zulks krachtens artikel 3 van Richtsnoer ECB/2014/31 ( 3 ).

(4) Niet minder dan 90 % van de debiteuren van de kasstroomgenererende activa, die dienen als onderpand voor ABS, zijn ingedeeld als niet-financiële vennootschappen uit de particuliere sector ( 4 ) of natuurlijke personen, zulks gemeten aan de hand van de uitstaande hoofdsom van de kasstroomgenererende activa die toe te rekenen zijn aan die debiteuren.

(5) Niet minder dan 95 % van:

a) de uitstaande hoofdsom van de kasstroomgenererende activa die dienen als onderpand voor de ABS-emissie luidt in euro;

b) onroerend goed, dat de kasstroomgenererende activa dekt die dienen als onderpand voor een ABS-emissie van door een pool van particuliere hypotheekleningen gedekte effecten (RMBS) of door bedrijfshypotheken gedekte effecten (CMBS), is gelegen in het eurogebied, zulks gemeten aan de hand van de uitstaande hoofdsom van de kasstroomgenererende activa die toe te rekenen zijn aan zulk onroerend goed, en

c) de debiteuren van de kasstroomgenererende activa, die dienen als onderpand voor (met uitzondering van ABS-emissies van RMBS en CMBS, zoals bedoeld onder punt b)), zulks gemeten aan de hand van de uitstaande hoofdsom van de kasstroomgenererende activa die toe te rekenen zijn aan die debiteuren, hebben rechtspersoonlijkheid in het eurogebied of zijn daar ingezetene van, al naar gelang.

(6) De ABS-emittent is gevestigd in het eurogebied.

(7) Een tranche van ABS (met hetzelfde of fungibele internationaal effectenidentificatienummer (ISIN)), die ten tijde van de beoordeling door de ECB voor mogelijke aankoop overeenkomstig artikel 3, volledig werd aangehouden door de initiator dan wel door entiteiten waarmee de initiator nauwe banden onderhoudt ( 5 ), komt in aanmerking voor aankoop krachtens het ABSPP, indien een externe belegger zonder nauwe banden met de initiator (met uitzondering van een centrale bank van het Eurosysteem die buiten het ABSPP-kader optreedt) eveneens een deel van die ABS-tranche aankoopt (met hetzelfde of fungibele ISIN).

(8) Indien de debiteuren van de kasstroomgenererende activa, die dienen als onderpand voor een ABS-emissie, rechtspersoonlijkheid hebben in of ingezeten zijn in Griekenland of Cyprus, is het onder punt 1 vermelde minimumratingniveau niet van toepassing op die ABS op voorwaarde dat voor die ABS de in artikel 5, lid 2 vastgelegde aankooplimiet geldt en zij voldoen aan alle overige toepasselijke beleenbaarheidscriteria voor aankoop krachtens het ABSPP, en tevens voldoen aan alle hiernavolgende aanvullende vereisten:

a) krachtens artikel 8, lid 2 van Richtsnoer ECB/2014/31 is de minimumkredietkwaliteitsdrempel van het Eurosysteem niet van toepassing, welke drempel wordt toegepast bij het beoordelen van de beleenbaarheid als onderpand voor verhandelbare schuldbewijzen die de Griekse of Cypriotische regeringen hebben uitgegeven of gegarandeerd;

b) de ABS hebben twee openbare kredietratings van twee EKBI's die binnen het ECAF zijn geaccepteerd, welke ratings zijn geaccepteerd op het maximaal haalbare ratingniveau voor ABS-emissies in de betrokken lidstaat;

c) de structuur van de ABS-emissie omvat lopende kredietverbetering (zoals de kredietverbetering van alle tranches van de ABS-emissie die achtergesteld zijn ten opzichte van de voor aankoop in aanmerking komende ABS-tranche), welke kredietverbetering minstens 25 % bedraagt van het huidige uitstaande hoofdsom van alle tranches van de ABS-emissie;

d) beleggersrapporten zijn beschikbaar en de ABS kunnen gestructureerd worden met behulp van ABS-cashflowstructureringsinstrumenten van derden, die de ECB heeft beoordeeld;

e) de beste beschikbare kredietkwaliteitsbeoordeling van elk van de volgende wederpartijen in de ABS-emissie (indien toepasselijk), met uitzondering van de beheerder, voldoet minimaal aan kredietkwaliteitscategorie 3 in de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem, zulks in de vorm van minstens een openbare kredietrating van een EKBI die is aanvaard binnen het ECAF:

i) een bank waar de emittent op eigen naam een rekening aanhoudt;

ii) garant van een bank waar de emittent op eigen naam een rekening aanhoudt;

iii) liquiditeitsfaciliteitaanbieder;

iv) een hedgewederpartij;

v) de agent die de hoofdsom voldoet, en

vi) opdrachtverstrekker van gegarandeerde beleggingen;

f) voor de ABS-emissie is een beheerdervervanger benoemd.

▼M1

(9) De voorschriften zoals bedoeld in artikel 77 van Richtsnoer ECB/2014/60 zijn niet van toepassing op mezzanine-tranches van ABS die slechts in aanmerking komen voor aankoop uit hoofde van het ABSPP indien:

a) die gedekt zijn door een garantie die:

i) voldoet aan de vereisten voor garanties van verhandelbare activa zoals bedoeld in artikelen 114, 115, 117 en 118 van deel Vier, titel IV van Richtsnoer ECB/2014/60, en

ii) is uitgegeven door een garant met een kredietbeoordeling overeenkomstig artikel 83, onder c) van Richtsnoer ECB/2014/60 en die is afgegeven door minstens één aanvaard EKBI-systeem in de vorm van een openbare kredietbeoordeling, minstens overeenkomstig kredietkwaliteitscategorie 3 van de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem;

b) die voldoen aan alle overige toepasselijke beleenbaarheidscriteria voor aankoop uit hoofde van het ABSPP.

Binnen het kader van dit besluit wordt verstaan onder „mezzanine-tranches”: een tranche van een ABS-uitgifte overeenkomstig de betalingsprioriteit na handhaving, en indien toepasselijk, de betalingsprioriteit na versnelling van betalingen zoals bepaald in de prospectus:

a) die een lagere rangorde heeft dan een niet-achtergestelde tranche of subtranche van dezelfde ABS-uitgifte zoals bedoeld in artikel 77 van Richtsnoer ECB/2014/60, en

b) die een hogere rangorde heeft dan de meest achtergestelde tranche of subtranches die als eerste tranches verliezen dragen op de gesecuritiseerde blootstellingen en aldus protectie biedt voor de tweedeverliestranches en, in voorkomend geval, voor tranches of subtranches met een hogere rangorde.

▼M2

(10) Aankopen van nominale ABS met een negatief rendement tot het einde van de looptijd (of het slechtst mogelijke rendement) gelijk aan of boven de depositorente zijn toegestaan. Aankopen van nominale ABS met een negatief rendement tot het einde van de looptijd (of het slechtst mogelijke rendement) onder de depositorente zijn toegestaan, voor zover noodzakelijk.

▼M3

(11) De entiteit die de ABS heeft geïnitieerd of opgezet, ongeacht of die entiteit in publieke of private handen is, is geen enititeit welke a) als hoofddoel heeft de geleidelijke afstoting van haar activa en de beëindiging van haar werkzaamheden, dan wel b) een entiteit is voor activabeheer of activa-afstoting die is opgericht om de herstructurering van de financiële sector, en/of afwikkeling, te ondersteunen, waaronder vehikels voor activabeheer die voortkomen uit een afwikkelingsmaatregel in de vorm van de toepassing van een instrument van afsplitsing van activa krachtens artikel 26 van Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 6 ) dan wel nationale wetgeving die artikel 42 van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad implementeert ( 7 ).

▼B

Artikel 3

Kredietrisicobeoordeling en zorgvuldigheid

Voorafgaande aan de aankoop van ABS die voldoen aan de beleenbaarheidscriteria van artikel 2, voert de ECB met betrekking tot die ABS een kredietrisicobeoordeling en zorgvuldigheidsonderzoek uit.

Artikel 4

In aanmerking komende wederpartijen

De volgende partijen zijn in aanmerking komende wederpartijen voor het ABSPP, zowel voor onvoorwaardelijke transacties, alsook voor effectenuitleningstransacties met in ABSPP-portfolio's aangehouden ABS: a) wederpartijen die deelnemen aan monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem zoals bedoeld in paragraaf 2.1 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14; b) wederpartijen die centrale banken van het Eurosysteem gebruiken voor de belegging van hun in euro luidende beleggingsportfolio's; en c) entiteiten die de Raad van bestuur beschouwt als in aanmerking komende wederpartijen voor onvoorwaardelijke transacties krachtens het ABSPP, zulks op basis van een door de ECB uitgevoerde risicobeoordeling van een wederpartij van het Eurosysteem.

Artikel 5

Aankooplimieten

1.  In afwijking van het in lid 2 bepaalde, kan niet meer dan 70 % van het uitstaande bedrag van een ABS-tranche (met hetzelfde of fungibele ISIN) op enig tijdstip krachtens het ABSPP aangekocht en aangehouden worden.

2.  In verband met een ABS-tranche (met hetzelfde of fungibele ISIN) die krachtens punt 8 van artikel 2 voor aankoop in aanmerking komt, kan niet meer dan 30 % van het uitstaande bedrag van die tranche op enig tijdstip krachtens het ABSPP aangekocht en aangehouden worden.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan op de ECB-website.



( 1 ) Zoals gepubliceerd op de ECB-website.

( 2 ) Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).

( 3 ) Richtsnoer ECB/2014/31 van 9 juli 2014 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (PB L 240 van 13.8.2014, blz. 28).

( 4 ) „Niet-financiële vennootschappen” heeft dezelfde betekenis als in het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen, zoals bedoeld in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14.

( 5 ) „Nauwe banden” heeft de betekenis zoals bedoeld in paragraaf 6.2.3.2 bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14.

( 6 ) Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1).

( 7 ) Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).

Naar boven