EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie
Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 02010D0010(01)-20170401
Decision of the European Central Bank of 19 August 2010 on non-compliance with statistical reporting requirements (ECB/2010/10) (2010/469/EU)
Geconsolideerde tekst: Besluit van de Europese Centrale Bank van 19 augustus 2010 inzake niet-naleving van statistische rapportagevereisten (ECB/2010/10) (2010/469/EU)
Besluit van de Europese Centrale Bank van 19 augustus 2010 inzake niet-naleving van statistische rapportagevereisten (ECB/2010/10) (2010/469/EU)
Van kracht
)
02010D0010(01) — NL — 01.04.2017 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 19 augustus 2010 inzake niet-naleving van statistische rapportagevereisten (ECB/2010/10) (PB L 226 van 28.8.2010, blz. 48) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
BESLUIT (EU) 2016/244 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 18 december 2015 |
L 45 |
13 |
20.2.2016 |
|
BESLUIT (EU) 2017/468 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 26 januari 2017 |
L 77 |
1 |
22.3.2017 |
BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 19 augustus 2010
inzake niet-naleving van statistische rapportagevereisten
(ECB/2010/10)
(2010/469/EU)
Artikel 1
Definities
In dit besluit wordt bedoeld met:
1. |
„informatieplichtige” : heeft dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2533/98; |
2. |
„monetaire-financiële instelling” (MFI) : heeft dezelfde betekenis als in artikel 1, punt a) van Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/33) ( 1 ); en wordt met betrekking tot Verordening (EU) nr. 1333/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/48) ( 2 ) zo gelezen dat monetaire-financiële instelling alle in Unie en de EVA gevestigde MFI-bijkantoren omvat, tenzij enige bepaling van die Verordening expliciet anders bepaalt; |
3. |
„niet-naleving” en „sanctie” : hebben dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2532/98; |
4. |
„ernstig tekortschieten” : omvat de volgende vormen van niet-naleving van rapportagevereisten door informatieplichtigen: a) systematisch rapporteren van onjuiste gegevens; b) systematisch wordt niet voldaan aan de minimumnormen voor herzieningen; c) opzettelijk onjuiste, vertraagde of onvolledige rapportage; d) onvoldoende zorgvuldigheid of samenwerking met de betrokken NCB of de ECB; |
5. |
„bevoegde nationale centrale bank” (bevoegde NCB) : de NCB van de lidstaat in wiens jurisdictie de niet-naleving plaatsvond; |
6. |
„uiterste termijn van de NCB” : de door iedere NCB vastgestelde datum en het tijdstip voor het ontvangen van gegevens zijdens de informatieplichtigen; |
7. |
„beleggingsfonds” : heeft dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EU) nr. 1073/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/38) ( 3 ); |
8. |
„postcheque- en girodienst (POGI)” : heeft dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EU) nr. 1074/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/39) ( 4 ); |
9. |
„lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten” : heeft dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank (ECB/2013/40) ( 5 ); |
10. |
„bijkantoor” : een vestiging die een onderdeel zonder juridische zelfstandigheid is van een instelling en die rechtstreeks, geheel of gedeeltelijk de handelingen verricht die eigen zijn aan de werkzaamheden van de instelling; |
11. |
„in de Unie- en EVA gevestigd bijkantoor” : een in een Unielidstaat of in een EVA-land gevestigd en geregistreerd bijkantoor. |
Artikel 2
Werkingssfeer
1. De ECB en de NCB’s zien toe op de naleving door informatieplichtigen van de minimumnormen, zoals vereist om te voldoen aan hun rapportageverplichtingen, welke minimumnormen zijn vastgelegd in bijlage IV bij Verordening (EU) nr.1071/2013 (ECB/2013/33), bijlage II bij Verordening (EU) nr.1072/2013 (ECB/2013/34) ( 6 ), bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 1073/2013 (ECB/2013/38), bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1074/2013 (ECB/2013/39), bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1075/2013 (ECB/2013/40), en bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 1333/2014 (ECB/2014/48). Niet-naleving kan de ECB en de bevoegde NCB doen besluiten een beoordelingsfase uit te voeren en/of een niet-nalevingsprocedure te initiëren, zoals bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2. Na een niet-nalevingsprocedure kan de ECB overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2533/98 sancties opleggen.
2. Sancties kunnen worden opgelegd na een niet-nalevingsprocedure indien niet wordt voldaan aan de minimumnormen voor indiening (in verband met eisen inzake tijdigheid en technische rapportage), nauwkeurigheid (in verband met lineaire beperkingen en verplicht consistente gegevens van de verschillende perioden) en conceptuele naleving (in verband met definities en classificaties). Ook indien ernstig tekort wordt geschoten, worden sancties opgelegd.
3. Dit Besluit laat de bevoegdheid van de ECB tot sanctieoplegging overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2533/98 onverlet.
Artikel 3
Controle en niet-nalevingsprocedure
1. Voor de initiatie van een niet-nalevingsprocedure luidens Verordening (EG) 2532/98 en Verordening (EG) nr. 2157/1999 (ECB/1999/4):
a) de ECB of de bevoegde NCB, indien de zij niet-naleving van de rapportagevereisten hebben geregistreerd, kan de betrokken informatieplichtige verwittigen van de aard van de geregistreerde niet-naleving en corrigerende maatregelen aanbevelen om herhaling van niet-naleving te vermijden;
b) kunnen de ECB of de bevoegde NCB krachtens artikel 2, lid 2 van Verordening (EG) nr. 2157/1999 (ECB/1999/4) van de betrokken informatieplichtige elke informatie inzake niet-naleving verlangen;
c) krijgt de informatieplichtige de gelegenheid tot uitleg, indien deze meent dat deze niet-naleving niet aan hem toerekenbaar was.
2. Hetzij de ECB of de betrokken NCB kunnen overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2532/98 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2157/1999 (ECB/1999/4) een niet-nalevingsprocedure initiëren. Tevens zijn de volgende regels van toepassing:
a) ingeval van ernstig tekortschieten wordt zonder controle een niet-nalevingsprocedure geïnitieerd;
b) onverminderd punt a) wordt een niet-nalevingsprocedure geïnitieerd nadat de bevoegde NCB herhaalde niet-naleving heeft geregistreerd, tenzij:
i) de ECB of de bevoegde NCB menen dat een niet-nalevingsprocedure niet dient te worden geïnitieerd, aangezien één of meer van de geregistreerde gevallen van niet-naleving niet aan de informatieplichtige kan worden toegerekend, of
ii) de potentiële boete onder de minimumdrempel voor sanctieoplegging blijft.
3. Indien de ECB of de bevoegde NCB een niet-nalevingsprocedure initiëert, wordt de procedure overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2532/98 uitgevoerd, waaronder het uitvaardigen van een schriftelijke kennisgeving en de vaststelling van een met redenen omkleed besluit door de ECB.
Artikel 4
Sanctietoepassing
1. Sancties worden volgens een tweefaseprocedure berekend: Ten eerste wordt een op kwantitatieve aspecten baserend basisbedrag berekend. Vervolgens wordt rekening gehouden met de in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2532/98 bedoelde omstandigheden van het geval die het uiteindelijke sanctiebedrag kunnen beïnvloeden.
2. De ernst van niet-naleving inzake tijdigheid hangt af van het aantal werkdagen of uren vertraging ten aanzien van de uiterste termijn van de ECB of de NCB.
3. De ernst van niet-naleving inzake nauwkeurigheid en/of conceptuele naleving hangt af van de omvang van de fout. De ECB houdt geen rekening met afrondings- of verwaarloosbare fouten. Inzake conceptuele naleving worden bovendien gewone herzieningen, d.w.z. niet-systematische herzieningen van de reeksen die binnen de periode (maand of kwartaal) volgende op de eerste rapportage worden gerapporteerd, niet beschouwd als gevallen van conceptuele niet-naleving.
4. Artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2533/98 somt de maximumsancties op die de ECB informatieplichtigen kan opleggen.
5. Indien niet-naleving van statische rapportagevereisten ook resulteert in niet-naleving van reserveverplichtingen, wordt geen sanctie opgelegd voor de niet-naleving van de statistische rapportagevereisten.
Artikel 4 bis
Antwoorden op vragen
Binnen het door de ECB of de betrokken NCB vastgestelde tijdsbestek antwoorden informatieplichtigen op vragen aangaande mogelijke gevallen van niet-naleving van statistische rapportageverplichtingen.
Artikel 5
Slotbepaling
Dit besluit treedt op 1 september 2010 in werking. Het is van toepassing vanaf de referentieperiode december 2010 voor maandelijkse en jaarlijkse rapportagevereisten en het vierde kwartaal van 2010 voor kwartaalrapportagevereisten.
( 1 ) Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1).
( 2 ) Verordening (EU) nr. 1333/2014 van de Europese Centrale Bank van 26 november 2014 houdende geldmarktstatistieken (ECB/2014/48) (PB L 359 van 16.12.2014, blz. 97).
( 3 ) Verordening (EU) nr. 1073/2013 van de Europese Centrale Bank van 18 oktober 2013 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van beleggingsfondsen (ECB/2013/38) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 73).
( 4 ) Verordening (EU) nr. 1074/2013 van de Europese Centrale Bank van 18 oktober 2013 betreffende de statistische rapportagevereisten ten aanzien van postcheque- en girodiensten die deposito's aantrekken van in het eurogebied ingezetenen, niet-monetaire financiële instellingen (ECB/2013/39) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 94).
( 5 ) Verordening (EU) nr. 1075/2013 van de Europese Centrale Bank van 18 oktober 2013 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten (ECB/2013/40) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 107).
( 6 ) Verordening (EU) nr. 1072/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (ECB/2013/34) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 51).