EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 02013O0007-20181001

Geconsolideerde tekst: Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 22 maart 2013 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2013/7) (2013/215/EU)

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2013/215/2018-10-01

02013O0007 — NL — 01.10.2018 — 003.002


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 22 maart 2013

betreffende statistieken inzake aangehouden effecten

(ECB/2013/7)

(2013/215/EU)

(PB L 125 van 7.5.2013, blz. 17)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

RICHTSNOER (EU) 2015/948 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 april 2015

  L 154

15

19.6.2015

►M2

RICHTSNOER (EU) 2016/1386 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 2 augustus 2016

  L 222

85

17.8.2016

►M3

RICHTSNOER (EU) 2018/323 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 22 februari 2018

  L 62

38

5.3.2018


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 238, 6.9.2016, blz.  7 (2016/1386)




▼B

RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 22 maart 2013

betreffende statistieken inzake aangehouden effecten

(ECB/2013/7)

(2013/215/EU)



▼M2

Artikel 1

Toepassingsgebied

Dit richtsnoer stelt de verplichtingen vast van de NCB's om krachtens Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) verzamelde statistieken betreffende aangehouden effecten aan de ECB te rapporteren, en stelt tevens een gegevenskwaliteitbeheerkader voor deze statistieken vast ter verzekering van de volledigheid, accuratesse en consistentie van outputgegevens door consequent toepassen van regels inzake kwaliteitsstandaarden voor dergelijke gegevens.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van dit richtsnoer zijn de in Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) opgenomen definities van toepassing, tenzij anders bepaald, samen met de hiernavolgende definities:

1.

„inputgegevens” : aan de ECB gerapporteerde gegevens;

2.

„outputgegevens” : door de ECB opgestelde gegevens binnen het toepassingsgebied van statistieken inzake aangehouden effecten;

3.

„gegevenskwaliteitbeheer” (Data Quality Management (DQM)) : garantie, verificatie en handhaving van de kwaliteit van outputgegevens door middel van het gebruik en de toepassing van DQM-doelstellingen, DQM-metriek en DQM-drempels;

4.

„Securities Holdings Statistics Database van het ESCB” of „SHSDB” : het technische middel dat door de ECB en de Deutsche Bundesbank wordt toegepast ter samenstelling van gegevens die op basis van dit richtsnoer en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) worden verzameld;

5.

„DQM-doelstelling” : een benchmark voor de beoordeling van de kwaliteit van outputgegevens;

6.

„DQM-metriek” : een statistische indicator die meet tot welk niveau een bepaalde DQM-doelstelling is bereikt;

7.

„DQM-drempel” : het minimumniveau van te verrichten verificatiewerkzaamheden om te voldoen aan de vereisten van het DQM-kader voor een DQM-doelstelling.

▼B

Artikel 3

▼M2

Rapportageverplichtingen van NCB's betreffende aangehouden effecten met een ISIN-code voor sectorale gegevens

1.  NCB's verzamelen en rapporteren effectgewijs aan de ECB statistische gegevens betreffende aangehouden effecten met een ISIN-code die zijn verstrekt door sectorale gegevens rapporterende informatieplichtigen overeenkomstig de rapportagekaders in deel 1 (tabel 1 t/m 3) en deel 2 (tabel 1 t/m 3) van bijlage I, en conform elektronische rapportagenormen die afzonderlijk worden vastgelegd, voor de volgende typen instrumenten: schuldbewijzen (F.31 en F.32), beursgenoteerde aandelen (F.511) en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen (F.521 en F.522).

De rapportageverplichtingen van de NCB's bestrijken kwartaalultimoposities en hetzij: i) kwartaalultimo financiële transacties gedurende het referentiekwartaal; of ii) maandultimo- of kwartaalultimogegevens die noodzakelijk zijn om financiële transacties af te leiden, zoals vastgelegd in lid 2. NCB's rapporteren ook jaarultimoposities zoals vastgelegd in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) in overeenstemming met het rapportagekader van bijlage I, deel 3 (tabel 1 en 2).

Financiële transacties, of voor het afleiden van financiële transacties noodzakelijke gegevens, die door werkelijke informatieplichtigen aan NCB's worden gerapporteerd conform deel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24), worden gemeten zoals vastgelegd in deel 3 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24).

2.  NCB's rapporteren aan de ECB de in lid 1 gespecificeerde gegevens voor de volgende referentieperiodes en overeenkomstig de volgende uiterste termijnen:

a) met betrekking tot effecten aangehouden door ingezeten beleggers m.u.v. NCB's, effecten die door ingezeten bewaarnemers in bewaarneming worden gehouden voor cliënten die zijn ingezeten in andere eurogebiedlidstaten en door entiteiten uit het eurogebied uitgegeven effecten die bij ingezeten bewaarnemers in bewaarneming worden gehouden voor cliënten die ingezeten zijn buiten het eurogebied:

i) rapporteren NCB's op kwartaalbasis effectgewijs gegevens betreffende kwartaalultimoposities vóór het einde van de 70e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben;

ii) NCB's rapporteren hetzij: 1) op kwartaalbasis effectgewijze transacties en, indien beschikbaar, overige volumemutaties voor het referentiekwartaal vóór het einde van de 70e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben; of 2) effectgewijze posities en, indien beschikbaar, overige volumemutaties, die nodig zijn voor het afleiden van transacties. In dit laatste geval rapporteren de NCB's overeenkomstig de methoden beschreven in deel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) vóór het einde van de 70e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben, voor wat betreft driemaandelijkse effectgewijze gegevens, en op de 63e kalenderdag volgende op het einde van de maand waarop de gegevens betrekking hebben, voor wat betreft maandelijkse effectgewijze gegevens;

b) met betrekking tot door verzekeringsinstellingen aangehouden effecten op jaarlijkse basis, rapporteren NCB's geaggregeerde jaarultimoposities vóór het einde van de 70e kalenderdag volgende op het einde van het jaar waarop de gegevens betrekking hebben.

▼M2 —————

▼M2

Artikel 3 bis

Rapportageverplichtingen van NCB's betreffende aangehouden effecten met een ISIN-code voor groepsgegevens

1.  NCB's verzamelen en rapporteren effectgewijs aan de ECB statistische gegevens betreffende aangehouden effecten met een ISIN-code die zijn verstrekt door groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen overeenkomstig de rapportagekaders in deel 2 (tabel 1 t/m 3) van bijlage I, en conform elektronische rapportagenormen die afzonderlijk worden vastgelegd, voor de volgende typen instrumenten: schuldbewijzen (F.31 en F.32), beursgenoteerde aandelen (F.511) en aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen (F.521 en F.522).

De rapportageverplichtingen van de NCB's bestrijken kwartaalultimoposities zoals vastgesteld in lid 2.

2.  NCB's rapporteren de in lid 1 vermelde gegevens aan de ECB vóór het einde van de 55e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben.

In afwijking hiervan kan de ECB een NCB toestaan om gegevens te rapporteren aan het einde van de 62e kalenderdag volgend op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben. In dergelijke gevallen moet de NCB bij de ECB schriftelijk een verzoek tot vrijstelling indienen waarin het volgende wordt beschreven:

a) de redenen waarop het verzoek is gebaseerd die aantonen dat het voor de garantie van nauwkeurigheid en consistentie van de aan de ECB gerapporteerde gegevens noodzakelijk is de NCB in staat te stellen de gegevens extra te controleren met aanvullende, anders niet tijdig beschikbare gegevensbronnen voor de vereiste kwaliteitscontrole van de inputgegevens;

b) de periode waarvoor een dergelijke vrijstelling zou moeten worden toegekend.

Na de beoordeling van het verzoek van de NCB kan de ECB de vrijstelling voor een bepaalde periode goedkeuren en moet zij de noodzaak voor de vrijstelling jaarlijks beoordelen.

▼M3

3.  Niettegenstaande het in lid 1 vastgelegde rapportagevereiste kan een NCB beslissen dat de krachtens artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) geïdentificeerde groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen de in bijlage I, hoofdstuk 2, van die verordening bedoelde statistische gegevens aan de ECB rapporteert. Is dat het geval, dan informeert de NCB de ECB en de informatieplichtigen dienovereenkomstig, waarna de ECB de rapportageregelingen vaststelt en toepast welke de rapportageplichtigen moeten volgen en tevens neemt de ECB de taak op zich de vereiste gegevens direct bij de informatieplichtigen te verzamelen.

▼M2

Artikel 3 ter

Algemene rapportageverplichtingen van NCB's

1.  Tegen september van elk jaar geeft de ECB aan de NCB's de exacte transmissiedata van te rapporteren gegevens door in de vorm van een rapportagekalender voor het volgende jaar.

2.  De volgende algemene regels gelden voor de herziening van maandelijkse en driemaandelijkse gegevens.

a) NCB's rapporteren als volgt regelmatige herzieningen:

i) herzieningen van maandelijkse gegevens die betrekking hebben op de drie maanden voorafgaande aan het meest recente kwartaal, die op kwartaalbasis worden verstrekt, worden samen met de gegevens voor het meest recente kwartaal (reguliere gegevenstransmissie) verzonden; herzieningen van maandelijkse gegevens die betrekking hebben op de maand voorafgaande aan de meest recente maand, die op maandbasis worden verstrekt, worden samen met de gegevens voor de meest recente maand (reguliere gegevenstransmissie) verzonden;

ii) herzieningen van driemaandelijkse gegevens die betrekking hebben op het kwartaal voorafgaande aan het meest recente kwartaal, worden verzonden samen met de gegevens voor het meest recente kwartaal (reguliere gegevenstransmissie);

iii) herzieningen van de voorafgaande drie jaar (12 kwartalen) worden verzonden samen met de reguliere transmissie van gegevens die betrekking hebben op het derde kwartaal van het jaar;

iv) de rapportage van eventuele andere regelmatige herzieningen die niet onder i) t/m iii) vallen, wordt met de ECB overeengekomen;

b) NCB's rapporteren bijzondere herzieningen die de kwaliteit van de gegevens significant verbeteren, zodra ze beschikbaar komen en buiten de reguliere transmissieperioden, met voorafgaande instemming van de ECB.

NCB's verschaffen een toelichting aan de ECB met de redenen voor belangrijke herzieningen. NCB's kunnen op vrijwillige basis ook een toelichting verschaffen op eventuele andere herzieningen.

3.  Op de in dit artikel uiteengezette rapportageverplichtingen zijn de volgende rapportageverplichtingen voor historische gegevens van toepassing, indien een lidstaat de euro aanneemt na vankrachtwording van dit richtsnoer:

a) NCB's van lidstaten die vóór december 2012 tot de Unie zijn toegetreden, rapporteren naar best vermogen historische gegevens aan de ECB die ten minste: 1) de referentieperiodes bestrijken vanaf maart 2014; of 2) de vijf jaar voorafgaande aan de aanname van de euro door de betreffende lidstaat, indien die periode korter is;

b) NCB's van lidstaten die na december 2012 tot de Unie zijn toegetreden, rapporteren naar best vermogen historische gegevens aan de ECB die ten minste: 1) de referentieperiodes bestrijken vanaf maart 2016; of 2) de vijf jaar voorafgaande aan de aanname van de euro door de betreffende lidstaat, indien die periode korter is.

4.  De regels van financiële administratie die zijn neergelegd in artikel 5, 5 bis en 5 ter van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) zijn ook van toepassing wanneer de NCB's overeenkomstig dit richtsnoer gegevens rapporteren.

▼B

Artikel 4

▼M2

Rapportagemethodes voor aangehouden effecten zonder een ISIN-code voor sectorale gegevens

1.  NCB's kunnen besluiten aan de ECB statistische gegevens te rapporteren betreffende effecten zonder een ISIN-code die worden aangehouden door MFI's, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten (LFI's) en verzekeringsinstellingen die vallen onder Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) of aangehouden worden door bewaarnemers namens: i) ingezeten cliënten die niet vallen onder Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24), ii) in andere eurogebiedlidstaten ingezeten niet-financiële cliënten, of iii) in lidstaten buiten het eurogebied ingezeten cliënten, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24), aan wie geen vrijstelling is verleend van rapportageverplichtingen onder Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24).

▼B

2.  NCB’s die statistische gegevens rapporteren op grond van lid 1, doen dit overeenkomstig de in artikel 3, lid 2, uiteengezette regels, met behulp van de rapportagekaders in deel 1 (tabel 1, 2 en 4) en deel 2 (tabel 1, 2 en 4) van bijlage I, alsook de afzonderlijk vastgelegde elektronische rapportagenormen.

▼M2

3.  Driemaandelijkse gegevens worden herzien overeenkomstig artikel 3 ter, lid 2, onder a) en b).

▼B

4.  NCB’s verschaffen een toelichting aan de ECB met de redenen voor belangrijke herzieningen. NCB’s kunnen op vrijwillige basis ook een toelichting verschaffen voor eventuele andere herzieningen. Daarnaast verschaffen NCB’s informatie, indien beschikbaar, betreffende belangrijke herindelingen in de houdersectoren of in de indeling naar instrument.

▼M2

Artikel 4 bis

Rapportagemethodes voor aangehouden effecten van MFI's uitgegeven door de houders

1.  NCB's rapporteren statistische gegevens aan de ECB betreffende aangehouden effecten met een ISIN-code die zijn uitgegeven door de houders en, ter beoordeling door elke desbetreffende NCB, aangehouden effecten zonder een ISIN-code die zijn uitgegeven door de houders en worden gehouden door MFI's in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24).

De rapportageverplichtingen van de NCB's bestrijken kwartaalultimoposities.

2.  NCB's die statistische gegevens rapporteren op grond van lid 1, doen dit overeenkomstig de in artikel 3, lid 2, onder a), uiteengezette regels, met behulp van de rapportagekaders in deel 1 (tabel 1, 2 en 5) van bijlage I, alsook de afzonderlijk vastgelegde elektronische rapportagenormen.

3.  Driemaandelijkse gegevens worden herzien overeenkomstig artikel 3 ter, lid 2, onder a) en b).

4.  NCB's verschaffen een toelichting aan de ECB met de redenen voor belangrijke herzieningen. NCB's kunnen op vrijwillige basis ook een toelichting verschaffen op eventuele andere herzieningen. Daarnaast verschaffen NCB's informatie, indien beschikbaar, over belangrijke herindelingen in de houdersectoren of in de indeling naar instrument.

Artikel 4 ter

Rapportageverplichtingen van NCB's betreffende aangehouden effecten zonder een ISIN-code voor groepsgegevens

1.  NCB's verzamelen en rapporteren effectgewijs aan de ECB statistische gegevens betreffende aangehouden effecten zonder een ISIN-code die zijn verstrekt door groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen overeenkomstig de rapportagekaders in deel 2 (tabel 1, 2 en 4) van bijlage I, en conform elektronische rapportagenormen die afzonderlijk worden vastgelegd.

De rapportageverplichtingen van de NCB's bestrijken kwartaalultimoposities zoals vastgesteld in lid 2.

2.  NCB's rapporteren de in lid 1 vermelde gegevens aan de ECB vóór het einde van de 55e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben.

In afwijking hiervan kan de ECB een NCB toestaan om gegevens te rapporteren aan het einde van de 62e kalenderdag volgende op het einde van het kwartaal waarop de gegevens betrekking hebben. In dergelijke gevallen moet de NCB bij de ECB schriftelijk een verzoek tot vrijstelling indienen waarin het volgende wordt beschreven:

a) de redenen waarop het verzoek is gebaseerd die aantonen dat het voor de garantie van nauwkeurigheid en consistentie van de aan de ECB gerapporteerde gegevens noodzakelijk is de NCB in staat te stellen de gegevens extra te controleren met aanvullende, anders niet tijdig beschikbare gegevensbronnen voor de vereiste kwaliteitscontrole van de inputgegevens;

b) de periode waarvoor een dergelijke vrijstelling zou moeten worden toegekend.

Na de beoordeling van het verzoek van de NCB kan de ECB de vrijstelling voor een bepaalde periode goedkeuren en moet zij de noodzaak voor de vrijstelling jaarlijks beoordelen.

▼M3

3.  Niettegenstaande het in lid 1 vastgelegde rapportagevereiste kan een NCB beslissen dat de krachtens artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) geïdentificeerde groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen de in bijlage I, hoofdstuk 2, van die verordening bedoelde statistische gegevens aan de ECB rapporteert. Is dat het geval, dan informeert de NCB de ECB en de informatieplichtigen dienovereenkomstig, waarna de ECB de rapportageregelingen vaststelt en toepast welke de rapportageplichtigen moeten volgen en tevens neemt de ECB de taak op zich de vereiste gegevens direct bij de informatieplichtigen te verzamelen.

▼B

Artikel 5

Methoden voor het samenstellen van statistieken betreffende in bewaarneming gehouden aangehouden effecten

1.  Niettegenstaande de vrijstelling van statistische rapportageverplichtingen die NCB’s overeenkomstig artikel 4, lid 5, onder a) van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) aan bewaarnemers kunnen verlenen, besluiten NCB’s om te voldoen aan artikel 3, na raadpleging van de ECB, over de meest geëigende methode voor het samenstellen van statistieken betreffende effecten aangehouden door beleggers die niet onderworpen zijn aan rapportageverplichtingen op grond van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24), afhankelijk van de organisatie van de desbetreffende markten en de beschikbaarheid van overige relevante statistische, openbare informatie of toezichtinformatie in de lidstaten.

2.  Indien gegevens betreffende aangehouden effecten vanwege de overeenkomstig artikel 4, lid 5, onder a) van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) verleende vrijstelling door bewaarnemers niet worden gerapporteerd en indien NCB’s deze gegevens uit andere statistische of toezichthoudende gegevensbronnen verkrijgen, of indien zij die gegevens overeenkomstig nationale regelingen rechtstreeks van beleggers verzamelen, nemen NCB’s alle volgende maatregelen:

a) ze verzekeren dat deze bronnen voldoende zijn afgestemd op de in Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) vastgelegde statistische begrippen en definities;

b) ze bewaken de kwaliteit van de gegevens overeenkomstig de statistische minimumnormen vastgelegd in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24);

▼M2

c) indien de gerapporteerde gegevens niet voldoen aan de onder b) bedoelde kwaliteitsnormen, verhogen ze de kwaliteit van dergelijke gegevens, met inbegrip van het verzamelen van gegevens van bewaarnemers zoals bepaald in artikel 4, lid 1, en artikel 4 ter, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24).

▼B

3.  Daarnaast verstrekken NCB’s informatie, indien beschikbaar, betreffende significante overige volumemutaties, zoals gedefinieerd in deel 3 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24).

Artikel 6

Vrijstellingen

1.  NCB’s informeren de ECB, ten minste eens per jaar, over de vrijstellingen die verleend zijn aan, vernieuwd of ingetrokken zijn van informatieplichtigen voor het volgende kalenderjaar, alsook eventuele ad-hocrapportageverplichtingen die zijn opgelegd aan werkelijke informatieplichtigen aan wie een vrijstelling is verleend.

▼M2

2.  NCB's controleren regelmatig, ten minste eens per jaar, de nakoming van in artikel 4, 4 bis en 4 ter van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) uiteengezette verplichtingen ten aanzien van het verlenen, vernieuwen of intrekken van een vrijstelling.

▼B

Artikel 7

Referentiegegevens betreffende geconsolideerde balansen van rapportagegroepen

▼M2

1.  De Raad van bestuur van de ECB identificeert de groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen zoals uiteengezet, en volgens de criteria vastgelegd in artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) op basis van door NCB's aan de ECB verstrekte gegevens op het einde van december over het voorgaande kalenderjaar (hierna de „referentiegegevens” genoemd) voor het afleiden van statistieken van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) betreffende geconsolideerde bankgegevens voor lidstaten.

▼B

2.  Tegen september van elk jaar geeft de ECB aan NCB’s de datum in het volgende jaar door waarop NCB’s de referentiegegevens moeten verstrekken. Deze gegevens worden tijdig verstrekt teneinde in juli van elk jaar de totale geconsolideerde activa van banken van de Europese Unie te kunnen afleiden.

▼M2

Artikel 8

Kennisgevingsprocedure aan groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen

1.  NCB's gebruiken, namens de ECB, de modelbrief in bijlage II (hierna de „kennisgevingsbrief” genoemd) om de groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen in kennis te stellen van het besluit van de Raad van bestuur op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) ten aanzien van hun rapportageverplichtingen onder de verordening. De kennisgevingsbrief bevat de criteria ter rechtvaardiging van de classificatie van de in kennis gestelde entiteit als de groepsgegevens rapporterende informatieplichtige.

2.  De betreffende NCB stuurt de kennisgevingsbrief binnen 10 ECB-werkdagen na dagtekening van het besluit van de Raad van bestuur aan de groepsgegevens rapporterende informatieplichtige en stuurt een kopie van die brief aan het secretariaat van de ECB.

3.  De in lid 2 beschreven procedure geldt niet voor de kennisgeving van groepsgegevens rapporterende informatieplichtigen die door de Raad van bestuur op grond van artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) zijn geïdentificeerd vóór de datum waarop dit richtsnoer van kracht wordt.

Artikel 9

Herzieningsprocedure door de Raad van bestuur

1.  Indien een overeenkomstig artikel 8 in kennis gestelde groepsgegevens rapporterende informatieplichtige binnen 15 ECB-werkdagen na ontvangst van een dergelijke kennisgeving een gemotiveerd schriftelijk verzoek, vergezeld van informatie ter staving, indient bij de betreffende NCB tot herziening van zijn classificatie als groepsgegevens rapporterende informatieplichtige, geeft de betreffende NCB een dergelijk verzoek binnen 10 ECB-werkdagen door aan de Raad van bestuur.

2.  Na ontvangst van het schriftelijk verzoek op grond van lid 1, herziet de Raad van bestuur de classificatie en deelt zijn gemotiveerd besluit binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek schriftelijk mee aan de betreffende NCB, die vervolgens de groepsgegevens rapporterende informatieplichtige binnen 10 ECB-werkdagen in kennis stelt van het besluit van de Raad van bestuur.

▼B

Artikel 10

Samenwerking met andere bevoegde autoriteiten dan NCB’s

1.  Indien alle of een deel van de in Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) beschreven informatie kan worden verkregen van andere bevoegde autoriteiten dan NCB’s, zetten NCB’s geëigende samenwerkingsmechanismen met deze autoriteiten op om te zorgen voor een permanente structuur voor het ontvangen van dergelijke gegevens.

▼M2

2.  NCB's verzekeren dat de in lid 1 bedoelde gegevens voldoen aan de in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) vastgestelde statistische minimumnormen van de ECB, alsook aan eventuele andere in Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) uiteengezette vereisten, alvorens ze overeenkomstig de artikelen 3, 3 bis en 3 ter door te geven aan de ECB.

▼C1

Artikel 11

Verificatie

1.  Zonder afbreuk te doen aan de verificatierechten van de ECB zoals uiteengezet in Verordening (EG) nr. 2533/98 en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24), bewaken en verzekeren de NCB's de kwaliteit en betrouwbaarheid van de aan de ECB beschikbaar gestelde statistische gegevens en werken ze nauw samen met de SHSDB-beheerders als onderdeel van het algehele DQM.

2.  De ECB beoordeelt deze gegevens op een soortgelijke manier, in nauwe samenwerking met de SHSDB-beheerders. De beoordeling wordt tijdig uitgevoerd.

3.  Elk twee jaar delen de ECB en de NCB's informatie met het Comité statistieken van het ESCB en, indien van toepassing met de eindgebruikers, over de toegepaste praktijken, maatregelen en procedures bij de samenstelling van statistieken inzake aangehouden effecten.

4.  De NCB's verzekeren, verifiëren en handhaven de kwaliteit van statistische gegevens betreffende aangehouden effecten door middel van het gebruik en de toepassing van DQM-doelstellingen, DQM-metriek en DQM-drempels. DQM-doelstellingen omvatten het verzekeren van: a) de kwaliteit van geaggregeerde outputgegevens; b) de consistentie van gegevens betreffende aangehouden effecten en referentiegegevens; en c) de consistentie met andere statistieken.

5.  Indien de SHSDB-beheerders de vragen stellen aan NCB's, classificeren de beheerders deze vragen als: a) hogeprioriteitsvragen; b) prioriteitsvragen; of c) andere vragen. De NCB's beantwoorden deze vragen schriftelijk en binnen het bij deze classificatie behorende tijdskader.

6.  Gegevens uit de gecentraliseerde effectendatabase die worden gebruikt voor statistieken inzake aangehouden effecten worden overeenkomstig Richtsnoer ECB/2012/21 ( 1 ) gecontroleerd.

▼B

Artikel 12

Transmissienormen

De NCB’s gebruiken het ESCB-NET voor de elektronische transmissie van de door de ECB verlangde statistische gegevens. De statistische gegevens worden aan de ECB ter beschikking gesteld overeenkomstig afzonderlijk vastgelegde elektronische rapportagenormen. Behoudens voorafgaande instemming van de ECB, kunnen andere middelen worden gebruikt om statistische gegevens door te geven.

Artikel 13

Vereenvoudigde wijzigingsprocedure

De directie van de ECB kan, met inachtneming van de standpunten van het Comité statistieken van het ESCB, technische wijzigingen in de bijlagen bij dit richtsnoer doorvoeren, op voorwaarde dat dergelijke wijzigingen het onderliggende conceptuele kader niet veranderen en geen effect hebben op de rapportagelast van informatieplichtigen. De directie informeert de Raad van bestuur onverwijld over een dergelijke wijziging.

Artikel 14

Vankrachtwording en uitvoering

Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag van kennisgeving ervan aan de NCB’s. Vanaf de datum van kennisgeving van het richtsnoer aan de NCB’s voldoen de centrale banken van het Eurosysteem aan artikel 8 en 9 en vanaf 1 januari 2014 aan de overige bepalingen van het richtsnoer.

Artikel 15

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.

▼M2




BIJLAGE I

RAPPORTAGEKADERS

DEEL 1

Aangehouden effecten per sector m.u.v. effecten aangehouden door nationale centrale banken



Tabel 1

Algemene informatie en toelichting

Gerapporteerde informatie (1)

Attribuut

Status (2)

Beschrijving

1.  Algemene informatie

Rapporterende instelling

M

Identificatiecode van de rapporterende instelling

Indieningsdatum

M

Datum waarop de gegevens worden doorgegeven aan de Securities Holdings Statistics Database (SHSDB)

Referentieperiode

M

Periode waarop de gegevens betrekking hebben

Rapportagefrequentie

M

 

Driemaandelijkse gegevens

 

Maandelijkse gegevens (3))

2.  Toelichting (metadata)

M

Behandeling van tussentijdse aflossingen

M

Behandeling van opgebouwde rente

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.

(3)   Alleen voor posities, indien transacties worden afgeleid van maandposities in de SHSDB.



Tabel 2

Informatie betreffende aangehouden effecten

Gerapporteerde informatie (1)

Attribuut

Status (2)

Beschrijving

1.  Met effecten verband houdende informatie

Houdersector

M

Sector/subsector van de belegger.

 

 

Niet-financiële vennootschappen (S.11) (3)

 

Deposito-instellingen m.u.v. centrale banken (S.122)

 

Geldmarktfondsen (MMF's) (S.123)

 

Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen (S.124)

 

Overige financiële vennootschappen (4) m.u.v. lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten

 

Lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten

 

Verzekeringsinstellingen (S.128)

 

Pensioenfondsen (S.129)

 

Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen (subsector niet geïdentificeerd) (S.128 + S.129) (overgangsperiode)

 

Centrale overheid (S.1311) (vrijwillige uitsplitsing)

 

Deelstaatoverheid (S.1312) (vrijwillige uitsplitsing)

 

Lagere overheid (S.1313) (vrijwillige uitsplitsing)

 

Socialezekerheidsfondsen (S.1314) (vrijwillige uitsplitsing)

 

Overige overheid (subsector niet geïdentificeerd)

 

Huishoudens m.u.v. instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (S.14) (vrijwillige uitsplitsing voor ingezeten beleggers, verplicht voor door derden aangehouden effecten)

 

Instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (S.15) (vrijwillige uitsplitsing)

 

Andere huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.14 + S.15) (subsector niet-geïdentificeerd)

 

Niet-financiële beleggers m.u.v. huishoudens (alleen voor door derden aangehouden effecten) (S.11 + S.13 + S.15) (5)

 

Centrale banken en overheid alleen te rapporteren voor door landen buiten het eurogebied aangehouden effecten (S.121 + S.13) (6)

 

Andere beleggers dan centrale banken en overheden alleen te rapporteren voor door landen buiten het eurogebied aangehouden effecten (6)

 

Onbekende sector (7)

Land van de houder

M

Land van ingezetenschap van de belegger

Bron

M

Bron van de doorgegeven informatie betreffende aangehouden effecten

 

 

Directe rapportage

 

Rapportage door bewaarnemer

 

Gemengde rapportage (8)

 

Niet beschikbaar

Functie

M

Functie van de belegging volgens de indeling van betalingsbalansstatistieken

 

 

Directe investeringen

 

Beleggingen in effecten

 

Niet gespecificeerd

Rapportagebasis

V

Geeft aan hoe het effect staat genoteerd, als een percentage of in participaties

 

 

Percentage

 

 

Participatie

Nominale valuta

V

Valuta waarin het ISIN luidt, gerapporteerd wanneer de rapportagebasis gelijk is aan percentage

Posities

M

Totaalbedrag aan aangehouden effecten

 

 

Tegen nominale waarde (9). Aantal aandelen of participaties van een effect of geaggregeerd nominaal bedrag (in nominale valuta of in euro) indien het effect wordt verhandeld in bedragen in plaats van in participaties, zonder de opgebouwde rente.

 

Tegen marktwaarde. Aangehouden bedrag tegen de op de markt in euro genoteerde koers, met inbegrip van opgebouwde rente (10).

Posities: waarvan bedrag

(11)

Bedrag aan effecten aangehouden door de twee grootste beleggers

 

 

Tegen nominale waarde, volgens dezelfde waarderingsmethode als voor posities

 

Tegen marktwaarde, volgens dezelfde waarderingsmethode als voor posities

Formaat

(9)

Specificeert het voor de posities tegen nominale waarde gebruikte formaat

 

 

Nominale waarde in euro of andere relevante valuta

 

Aantal aandelen/participaties (12)

Overige volumemutaties

M

Overige mutaties in het bedrag van het aangehouden effect

 

 

Tegen nominale waarde in hetzelfde formaat als de posities tegen nominale waarde

 

Tegen marktwaarde in euro

Overige volumemutaties; waarvan bedrag

(11)

Overige volumemutaties in het door de twee grootste beleggers aangehouden bedrag

 

 

Tegen nominale waarde, volgens dezelfde waarderingsmethode als voor posities

 

Tegen marktwaarde, volgens dezelfde waarderingsmethode als voor posities

Financiële transacties

(13)

Som van aankopen minus verkopen van een effect, vastgelegd tegen transactiewaarde in euro met inbegrip van opgebouwde rente (10)

Financiële transacties: waarvan bedrag

(14)

Som van de twee grootste transacties in absolute termen door individuele houders, volgens dezelfde waarderingsmethode als voor de financiële transacties

Vertrouwelijkheids-status

(15)

Vertrouwelijkheidsstatus voor posities, transacties, overige volumemutaties

 

 

Niet voor publicatie, alleen voor intern gebruik

 

Vertrouwelijke statistische gegevens

 

Niet van toepassing (16)

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.

(3)   De nummering van categorieën in dit richtsnoer geeft de nummering weer die werd geïntroduceerd in Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1) (hierna „ESR 2010” genoemd).

(4)   Overige financiële intermediairs (S.125) plus financiële hulpbedrijven (S.126) plus financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband (S.127).

(5)   Alleen indien de sectoren S.11, S.13 en S.15 niet afzonderlijk worden gerapporteerd.

(6)   Voor gegevens gerapporteerd door NCB's buiten het eurogebied, alleen voor rapportage van door niet-ingezeten beleggers aangehouden effecten.

(7)   Niet-toegewezen sector ingezeten in het land van de houder; d.w.z. onbekende sectoren van onbekende landen dienen niet te worden gerapporteerd. NCB's informeren de beheerders van de SHSDB over de reden voor de onbekende sector in geval van statistisch relevante waarden.

(8)   Alleen indien geen onderscheid kan worden gemaakt tussen directe rapportage en rapportage door de bewaarnemer.

(9)   Niet gerapporteerd indien marktwaarden (en de respectieve overige volumemutaties/transacties) worden gerapporteerd.

(10)   Aanbevolen wordt de opgebouwde rente, naar best vermogen, mee te nemen.

(11)   Indien een NCB de vertrouwelijkheidsstatus rapporteert, hoeft dit attribuut niet te worden gerapporteerd. Het bedrag kan betrekking hebben op alleen de grootste belegger, in plaats van op de twee grootste beleggers, onder verantwoordelijkheid van de rapporterende NCB.

(12)   NCB's worden aangemoedigd nominale waarde in aantal participaties te rapporteren wanneer effecten in participaties worden genoteerd in de gecentraliseerde effectendatabase (CSDB).

(13)   Alleen te rapporteren indien transacties niet worden afgeleid van posities in de SHSDB.

(14)   Alleen te rapporteren voor van informatieplichtigen verzamelde transacties, niet gerapporteerd voor door NCB's van posities afgeleide transacties.

(15)   Te rapporteren indien het corresponderende bedrag van de twee grootste beleggers voor posities, transacties, respectievelijk overige volumemutaties niet beschikbaar/verstrekt is.

(16)   Alleen te gebruiken indien transacties door NCB's worden afgeleid van posities. In dergelijke gevallen zal de vertrouwelijkheidsstatus door de SHSDB worden afgeleid, d.w.z. de begin- en/of eindposities zijn vertrouwelijk, de afgeleide transactie wordt gemarkeerd als vertrouwelijk.



Tabel 3

Aangehouden effecten met ISIN-code

Gerapporteerde informatie (1)

Attribuut

Status (2)

Beschrijving

1.  Referentiegegevens

ISIN-code

M

ISIN-code

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.



Tabel 4

Aangehouden effecten zonder ISIN-code

Gerapporteerde informatie (1)

Attribuut

Status (2)

Beschrijving

1.  Basisreferentiegegevens

Aggregatiemarkering

M

Type gegevens

 

 

Effectgewijs gerapporteerde gegevens

 

Geaggregeerde gegevens (niet effectgewijs)

Identificatienummer van effecten/aggregaten

M

Intern effectenidentificatienummer voor effecten zonder een ISIN-code en geaggregeerde gegevens betreffende aangehouden effecten

Type van effectenidentificatienummer

(3)

Specificeert het effectenidentificatienummer voor effectsgewijs gerapporteerde effecten (4)

 

 

Intern nummer van nationale centrale bank (NCB)

 

Committee on Uniform Security Identification Procedures (CUSIP)

 

Stock Exchange Daily Official List (SEDOL)

 

Overige (te specificeren in metadata)

Instrumentindeling

M

Indeling van het effect volgens ESR 2010 en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24)

 

 

Kortlopende schuldbewijzen (F.31)

 

Langlopende schuldbewijzen (F.32)

 

Beursgenoteerde aandelen (F.511)

 

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen (F.521)

 

Aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. GMF's (F.522)

 

Overige soorten effecten (5)

Emittentensector

M

Institutionele sector van de emittent volgens ESR 2010 en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24)

Land van emittent

M

Land van juridische oprichting of domicilie van de emittent van het effect

Koerswaarde (6)

V

Koers van het effect aan het einde van de referentieperiode

Basis van koerswaarde (6)

V

Basis waarop de koerswaarde wordt gegeven

 

 

Euro of andere relevante valuta

 

Percentage

2.  Bijkomende referentiegegevens

Naam van emittent

V

Naam van de emittent

Korte naam

V

Korte naam van het effect gegeven door emittent, bepaald aan de hand van de karakteristieken van het effect en eventuele overige beschikbare informatie

Uitgiftedatum

V

De datum waarop de emittent de effecten tegen betaling aan de intekenaar levert. Dit is de datum waarop de effecten voor de eerste keer beschikbaar zijn voor levering aan beleggers.

Vervaldatum

V

Datum waarop het schuldbewijs wordt afgelost

Uitstaand bedrag

V

In euro geconverteerd uitstaand bedrag

Marktkapitalisatie

V

Meest recente beschikbare marktkapitalisatie in euro

Opgebouwde rente

V

Opgebouwde rente sinds de vorige couponbetaling of sinds de aanvangsdatum van renteopbouw

Meest recente splitsingsfactor

V

Splitsing en samenvoeging van aandelen

Datum meest recente splitsing

V

Datum waarop de aandelensplitsing ingaat

Coupontype

V

Soort coupon (vast, variabel, gefaseerd etc.)

Schuldsoort

V

Soort schuldinstrument

Dividendbedrag

V

Bedrag van de meest recente dividendbetaling per aandeel in soort dividendbedrag voor belastingen (brutodividend)

Soort dividendbedrag

V

Denominatie in dividendvaluta of in aantal aandelen

Dividendvaluta

V

Valuta van de meest recente dividendbetaling

Type activasecuritisatie

V

Soort van securitisatie van activa

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.

(3)   Niet vereist voor op geaggregeerde basis gerapporteerde effecten.

(4)   NCB's dienen bij voorkeur voor elk effect gedurende een aantal jaren hetzelfde effectenidentificatienummer te gebruiken. Bovendien dient elk effectenidentificatienummer slechts aan één effect gerelateerd te zijn. NCB's moeten de beheerders van de SHSDB in kennis stellen indien ze hier niet aan kunnen voldoen. CUSIP- en SEDOL-codes mogen als interne NCB-nummers worden behandeld.

(5)   Deze effecten zullen niet worden meegenomen in de samenstelling van aggregaten.

(6)   Om posities tegen marktwaarde te berekenen uit posities tegen nominale waarde.



Tabel 5

Aangehouden effecten uitgegeven door de houder

Gerapporteerde informatie (1)

Attribuut

Status (2)

Beschrijving

1.  Basisreferentiegegevens

Identificatienummer van aggregaten

(3)

Intern effectenidentificatienummer voor geaggregeerde gegevens betreffende aangehouden effecten

Instrumentindeling

M

Indeling van het effect volgens ESR 2010 en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24)

 

 

Kortlopende schuldbewijzen (F.31)

 

Langlopende schuldbewijzen (F.32)

 

Beursgenoteerde aandelen (F.511)

 

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen (F.521)

Posities tegen marktwaarde

M

Totaal bedrag aan aangehouden effecten. Tegen marktwaarde. Aangehouden bedrag tegen de op de markt in euro genoteerde koers, met inbegrip van opgebouwde rente (4).

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.

(3)   NCB's dienen de vooraf gedefinieerde identificatienummers zoals overeengekomen met de beheerders van de SHSDB te gebruiken.

(4)   Aanbevolen wordt de opgebouwde rente, naar best vermogen, mee te nemen.

DEEL 2

Aangehouden effecten naar rapportagegroepen



Tabel 1

Algemene informatie en toelichting

Gerapporteerde informatie (1)

Attribuut

Status (2)

Beschrijving

1.  Algemene informatie

Rapporterende instelling

M

Identificatiecode van de rapporterende instelling

Indieningsdatum

M

Datum waarop de gegevens worden doorgegeven aan de SHSDB

Referentieperiode

M

Periode waarop de gegevens betrekking hebben

Rapportagefrequentie

M

Driemaandelijkse gegevens

2.  Toelichting (metadata)

M

Behandeling van tussentijdse aflossingen

M

Behandeling van opgebouwde rente

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.



Tabel 2

Informatie betreffende aangehouden effecten

Gerapporteerde informatie (1)

Attribuut

Status (2)

Rapportageniveau (3)

Beschrijving

1.  Met houder verband houdende informatie

ID van rapportagegroep

M

G

Standaardcode die de rapportagegroep uniek identificeert (4)

Soort ID van rapportagegroep

M

G

Specificeert de codesoort die wordt gebruikt voor de rapportagegroep

LEI van rapportagegroep

M

G

LEI conform International Organization for Standardization (ISO) 17442 van de rapportagegroep

ID van entiteit

M

E

Standaardcode die de entiteit van de groep uniek identificeert (4)

Soort ID van entiteit

M

E

Specificeert de codesoort die wordt gebruikt voor de entiteit van de groep

LEI van entiteit

M

E

LEI conform ISO 17442 van de entiteit van de groep

Land van ingezetenschap van de entiteit

M

E

Land van juridische vestiging of domicilie van de entiteit

Naam rapportagegroep

M

G

Volledige juridische naam van de rapportagegroep

Naam entiteit

M

E

Volledige juridische naam van de entiteit van de groep

Groephoofdsector

M

G

Institutionele sector van de groepsgegevens rapporterende informatieplichtige volgens ESR 2010 en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24)

Entiteitsector

M

E

Institutionele sector van de groepsentiteit volgens ESR 2010 en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24)

ID van directe moederonderneming

M

E

Standaardcode die een directe rechtspersoon uniek identificeert waarvan de entiteit een juridisch afhankelijk onderdeel is (4)

Soort ID van directe moederonderneming

M

E

Specificeert het soort identificatiecode dat wordt gebruikt voor de directe moederonderneming

Type groep

M

G

Type groep

2.  Met effecten verband houdende informatie

Rapportagebasis

V

E

Geeft aan hoe het effect staat genoteerd, als een percentage of in participaties

 

Percentage

 

Participatie

Nominale valuta

V

E

Valuta waarin het ISIN luidt, gerapporteerd wanneer de rapportagebasis gelijk is aan percentage

Formaat

(5)

E

Specificeert het voor de posities tegen nominale waarde gebruikte formaat

 

 

 

Nominale waarde in euro of andere relevante valuta

 

 

 

Aantal aandelen/participaties (6)

Posities

M

E

Totaalbedrag aan aangehouden effecten

 

 

 

 

Tegen nominale waarde (5) Aantal aandelen of participaties van een effect of geaggregeerd nominaal bedrag in nominale valuta of in euro indien het effect wordt verhandeld in bedragen in plaats van in participaties, zonder de opgebouwde rente.

 

 

 

 

Tegen marktwaarde. Aangehouden bedrag van een effect tegen de op de markt in euro genoteerde koers, met inbegrip van opgebouwde rente (7) (8).

Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (prudentiële reikwijdte)

M

G

Geeft aan of het effect overeenkomstig de prudentiële reikwijdte van consolidatie werd uitgegeven door een entiteit van dezelfde rapportagegroep

Emittent maakt deel uit van de rapportagegroep (reikwijdte voor financiële administratie)

M

G

Geeft aan of het effect overeenkomstig de reikwijdte van consolidatie voor financiële administratie werd uitgegeven door een entiteit van dezelfde rapportagegroep

3.  Met financiële administratie en risico verband houdende informatie

Respijt- en heronderhandelingsstatus

M

G

Vaststelling van respijt- en heronderhandelde instrumenten

Datum van de respijt- en heronderhandelingsstatus

M

G

De datum waarop een respijt- en heronderhandelingsstatus, zoals die werd gerapporteerd onder respijt- en heronderhandelingsstatus, geacht wordt zich te hebben voorgedaan

Inbaarheidsstatus van het instrument

M

G

Vaststelling van niet-renderende instrumenten overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (9)

Datum inbaarheidsstatus van het instrument

M

G

De datum waarop de inbaarheidsstatus, zoals die werd gerapporteerd onder inbaarheidsstatus van het instrument, geacht wordt te zijn gevestigd of veranderd

Wanbetalingsstatus van de emittent

M

G

Vaststelling van de wanbetalingsstatus van de emittent conform artikel 178 van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad

Datum van wanbetalingsstatus van de emittent

M

G

De datum waarop de wanbetalingsstatus zoals gerapporteerd in de „wanbetalingsstatus van de emittent” inging of is gewijzigd

Wanbetalingsstatus van het instrument

M

G

Vaststelling van de wanbetalingsstatus van het instrument conform artikel 178 van Verordening (EU) nr. 575/2013 (10)

Datum van de wanbetalingsstatus van het instrument

M

G

De datum waarop de wanbetalingsstatus zoals gerapporteerd in de „wanbetalingsstatus van het instrument” inging of is gewijzigd

Standaard voor financiële administratie

M

G en E

Door de informatieplichtige toegepaste standaard voor financiële administratie

Boekwaarde

M

E

De boekwaarde overeenkomstig bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Bedrag in euro. Bedragen in vreemde valuta dienen in euro geconverteerd te worden tegen de respectieve EUR/vreemde valuta referentiewisselkoersen van de Europese Centrale Bank (ECB), d.w.z. de gemiddelde koers op de rapportagereferentiedatum.

Type bijzondere waardevermindering

M

E

Type bijzondere waardevermindering

Vaststellingsmethode bijzondere waardevermindering

M

E

De methode waarmee de bijzondere waardevermindering wordt vastgesteld, indien op het instrument overeenkomstig toegepaste standaarden voor financiële administratie bijzondere waardevermindering van toepassing is. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen collectieve en individuele methodesn.

Gecumuleerde waardevermindering

M

E

Het bedrag van voorzieningen voor verliezen ter dekking van of toegerekend aan het instrument op de referentiedatum. Dit data-attribuut is van toepassing op instrumenten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan krachtens de toepasselijke standaard voor financiële administratie.

Bedrag in euro. Bedragen in vreemde valuta dienen in euro geconverteerd te worden tegen de respectieve EUR/vreemde valuta referentiewisselkoersen van de ECB, d.w.z. de gemiddelde koers op de referentiedatum.

Bronnen van bezwaring

M

E

Transactietype waarbij de blootstelling overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 bezwaard wordt. Een activum wordt behandeld als bezwaard, indien er een pandrecht op rust of indien op dat activum een regeling van toepassing is ter waarborging, zekerheidsstelling of kredietverbetering van een instrument waaruit het niet vrijelijk kan worden teruggetrokken.

Indeling van instrumenten voor financiële administratie

M

E

Portfolio voor financiële administratie waarin het instrument wordt vastgelegd overeenkomstig de door de informatieplichtige toegepaste standaard voor financiële administratie

Prudentiële portefeuille

M

E

Indeling van handelsportefeuille- en niet-handelsportefeuilleblootstellingen. Instrumenten in de handelsportefeuille: heeft dezelfde betekenis als in artikel 4, lid 1, punt 86, van Verordening (EU) nr. 575/2013.

Gecumuleerde wijzigingen in reële waarde vanwege kredietrisico

M

E

Gecumuleerde wijzigingen van de reële waarde vanwege kredietrisico overeenkomstig deel 2.46 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Bedrag in euro. Bedragen in vreemde valuta dienen in euro geconverteerd te worden tegen de respectieve EUR/vreemde valuta referentiewisselkoersen van de ECB, d.w.z. de gemiddelde koers op de referentiedatum.

Gecumuleerde terugvorderingen sedert wanbetaling

M

E

Het totale sedert de datum van wanbetaling teruggevorderde bedrag. Bedrag in euro. Bedragen in vreemde valuta dienen in euro geconverteerd te worden tegen de respectieve EUR/vreemde valuta referentiewisselkoersen van de ECB, d.w.z. de gemiddelde koers op de referentiedatum.

Kans op wanbetaling van de emittent

(11)

G

Kans op wanbetaling van de emittent gedurende een jaar, vastgesteld overeenkomstig de artikelen 160, 163, 179 en 180 van Verordening (EU) nr. 575/2013

Verlies bij wanbetaling tijdens recessies

(11)

G

De ratio van het bedrag dat verloren kan worden op een blootstelling in een economische recessie vanwege een wanbetaling gedurende een jaar, tot het bedrag dat zou uitstaan bij een wanbetaling overeenkomstig artikel 181 van Verordening (EU) nr. 575/2013

Verlies bij wanbetaling in normale economische omstandigheden

(11)

G

De ratio van het bedrag dat verloren kan worden op een blootstelling in normale economische omstandigheden vanwege een wanbetaling gedurende een jaar, tot het bedrag dat zou uitstaan bij een wanbetaling

Risicogewicht

(12)

G

Aan de blootstelling gerelateerde risicogewichten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013

Blootstellingswaarde (oftewel Blootstelling bij wanbetaling)

M

E

Blootstellingswaarde na kredietrisicolimitering en kredietomrekeningsfactoren overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014.

Bedrag in euro. Bedragen in vreemde valuta dienen in euro geconverteerd te worden tegen de respectieve EUR/vreemde valuta referentiewisselkoersen van de ECB, d.w.z. de gemiddelde koers op de referentiedatum.

Kapitaalberekeningsmethode voor prudentiële doeleinden

M

E

Identificatie van de benadering die wordt toegepast voor de berekening van de risicogewogen posten voor de doelstellingen van artikel 92, lid 3, onder a) en f), van Verordening (EU) nr. 575/2013

Blootstellingscategorie

M

E

Blootstellingscategorie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.

(3)   G: Groepsniveau; E: Entiteitsniveau. Waar de vrijstelling als bepaald in artikel 4 bis, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) wordt gehanteerd, moeten de op entiteitsgewijze rapportage gebaseerde gegevensvelden worden gerapporteerd conform de respectieve nationale regels zoals vastgesteld door de NCB die de vrijstelling heeft verleend om ervoor te zorgen dat de gegevens homogeen zijn ten aanzien van de verplichte uitsplitsingen.

(4)   Identificatiecode apart te bepalen.

(5)   Niet gerapporteerd indien marktwaarden worden gerapporteerd.

(6)   NCB's worden aangemoedigd nominale waarde in aantal participaties te rapporteren wanneer effecten in participaties worden genoteerd in de gecentraliseerde effectendatabase (CSDB).

(7)   Aanbevolen wordt de opgebouwde rente, naar best vermogen, mee te nemen.

(8)   Voor effecten zonder ISIN-code wordt het totaalbedrag aan aangehouden effecten gerapporteerd tegen marktwaarde, d.w.z. het aangehouden bedrag tegen de op de markt in euro genoteerde koers, met inbegrip van opgebouwde rente. Alternatieve ramingen, bijv. boekwaarde, kunnen bij gebreke van de marktwaarde op een „inspanningsbasis” („best-efforts”-basis) toegepast worden.

(9)   Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).

(10)   Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

(11)   Te rapporteren indien de Internal Ratings Based (IRB)-benadering voor de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten wordt toegepast of indien de gegevens langs andere wegen beschikbaar zijn.

(12)   Te rapporteren indien de IRB-benadering voor de berekening van de wettelijke kapitaalvereisten niet wordt toegepast of indien de gegevens langs andere wegen beschikbaar zijn.



Tabel 3

Aangehouden effecten met ISIN-code

Gerapporteerde informati (1)

Eigenschap

Status (2)

Rapportageniveau (3)

Beschrijving

Referentiegegevens

ISIN-code

M

E

ISIN-code

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.

(3)   G: Groepsniveau; E: Entiteitsniveau. Waar de vrijstelling als bepaald in artikel 4 bis, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) wordt gehanteerd, moeten de op entiteitsgewijze rapportage gebaseerde gegevensvelden worden gerapporteerd conform de respectieve nationale regels zoals vastgesteld door de NCB die de vrijstelling heeft verleend om ervoor te zorgen dat de gegevens homogeen zijn ten aanzien van de verplichte uitsplitsingen.



Tabel 4

Aangehouden effecten zonder ISIN-code

Gerapporteerde informatie (1)

Eigenschap

Status (2)

Rapportageniveau (3)

Beschrijving

1.  Basisreferentiegegevens

Effectenidentificatienummer

M

E

Intern NCB-identificatienummer voor aangehouden effecten zonder een ISIN-code die effectgewijs worden gerapporteerd

Type van effectenidentificatienummer

M

E

Specificeert het effectenidentificatienummer voor effectsgewijs gerapporteerde effecten (4)

 

 

 

Intern NCB-nummer

 

CUSIP

 

SEDOL

 

Overige (5)

Instrumentindeling

M

E

Indeling van het effect volgens ESR 2010 en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24)

 

 

 

Kortlopende schuldbewijzen (F.31)

 

Langlopende schuldbewijzen (F.32)

 

Beursgenoteerde aandelen (F.511)

 

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen (F.521)

 

Aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. GMF's (F.522)

 

Overige soorten effecten (6)

Emittentensector

M

E

Institutionele sector van de emittent volgens ESR 2010 en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24)

Land van emittent

M

E

Land van juridische oprichting of domicilie van de emittent van het effect

2.  Bijkomende referentie-gegevens

ID van emittent

M

E

Standaardcode die de emittent uniek identificeert (7)

Soort ID van emittent

M

E

Specificeert de codesoort die wordt gebruikt voor de emittent

Naam van emittent

M

E

Naam van de emittent

LEI van emittent

M

E

LEI conform ISO 17442 van de emittent

Emittenten NACE-sector

M

E

Classificatie van wederpartijen naargelang van hun economische activiteiten, in overeenstemming met de NACE rev. 2 statistische classificatie zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad (8)

Entiteitstatus

M

E

Aanvullende eigenschap die informeert over de status van de emittenten, waaronder de wanbetalingsstatus (en de categorieën die de omstandigheden beschrijven waaronder de entiteit in wanbetalingsstatus kan verkeren overeenkomstig artikel 178 van Verordening (EU) nr. 575/2013) en enige andere informatie over de statustypes van de partij, bijv. gefuseerd is, overgenomen etc.

Datum entiteitstatus

M

E

De datum waarop de entiteitstatus veranderde

Uitgiftedatum

M

E

De datum waarop de emittent de effecten tegen betaling aan de intekenaar levert. Dit is de datum waarop de effecten voor de eerste keer beschikbaar zijn voor levering aan beleggers.

Vervaldatum

M

E

Datum waarop het schuldinstrument wordt afgelost

Nominale valuta

M

E

Valuta waarin het effect luidt

Indeling als primaire activa

M

E

Indeling van het instrument

Type activasecuritisatie

M

E

Type securitisatie van activa

Effectenstatus

M

E

Aanvullende eigenschap die de identificatie toelaat van de effectenstatus, die kan aangeven of het instrument al dan niet vervallen is of bijv. zich wanbetaling heeft voorgedaan, opeisbaar is of vervroegd werd afgelost

Datum effectenstatus

M

E

De datum waarop een effectenstatus, zoals die werd gerapporteerd onder effectenstatus, geacht wordt zich te hebben voorgedaan

Achterstallige betalingen voor het instrument

M

E

Totaalbedrag hoofdsom, rente en toeslag dat op de referentiedatum uitstaat dat contractueel verschuldigd is en niet werd betaald (achterstallig). Dit bedrag moet steeds gerapporteerd worden. 0 moet gerapporteerd worden indien het instrument op de referentiedatum niet achterstallig was. Het bedrag moet in euro worden gerapporteerd. Bedragen in vreemde valuta dienen in euro geconverteerd te worden tegen de respectieve EUR/vreemde valuta referentiewisselkoersen van de ECB, d.w.z. de gemiddelde koers op de referentiedatum.

Datum achterstallige betalingen voor het instrument

M

E

Datum waarop het instrument achterstallig werd overeenkomstig deel 2.48 van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Dit is de vroegste datum waarop het instrument een op de referentiedatum onbetaald bedrag heeft, hetgeen gerapporteerd moet worden indien het instrument op de referentiedatum achterstallig is.

Type instrument rangorde

M

E

Dit geeft aan of het instrument al dan niet gegarandeerd is, zijn rangniveau en of het al dan niet gedekt is.

Geografische locatie onderpand

M

E

De geografische allocatie van het onderpand.

ID van garant

M

E

Standaardcode die de garant uniek identificeert (9)

Soort ID van garant

M

E

Specificeert de codesoort die wordt gebruikt voor de garant

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.

(3)   G: Groepsniveau; E: Entiteitsniveau. Waar de vrijstelling als bepaald in artikel 4 bis, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) wordt gehanteerd, moeten de op entiteitsgewijze rapportage gebaseerde gegevensvelden worden gerapporteerd conform de respectieve nationale regels zoals vastgesteld door de NCB die de vrijstelling heeft verleend om ervoor te zorgen dat de gegevens homogeen zijn ten aanzien van de verplichte uitsplitsingen.

(4)   NCB's dienen bij voorkeur voor elk effect gedurende een aantal jaren hetzelfde effectenidentificatienummer te gebruiken. Bovendien dient elk effectenidentificatienummer slechts aan één effect gerelateerd te zijn. NCB's moeten de beheerders van de SHSDB in kennis stellen indien ze hier niet aan kunnen voldoen. CUSIP- en SEDOL-codes mogen als interne NCB-nummers worden behandeld.

(5)   NCB's dienen in de metadata het type van het gebruikte identificatienummer te specificeren.

(6)   Deze effecten zullen niet worden meegenomen in de samenstelling van aggregaten.

(7)   Identificatiecode apart te bepalen.

(8)   Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).

(9)   Identificatiecode apart te definiëren, LEI, indien van toepassing, te gebruiken.

DEEL 3

Jaarlijkse door verzekeringsinstellingen aangehouden effecten



Tabel 1

Algemene informatie en toelichting

Gerapporteerde informatie (1)

Attribuut

Status (2)

Beschrijving

1.  Algemene informatie

Rapporterende instelling

M

Identificatiecode van de rapporterende instelling

Indieningsdatum

M

Datum waarop de gegevens worden doorgegeven aan de SHSDB

Referentieperiode

M

Periode waarop de gegevens betrekking hebben

Rapportagefrequentie

M

 

Jaarlijkse gegevens

2.  Toelichting (metadata)

 

M

Behandeling van tussentijdse aflossingen

M

Behandeling van opgebouwde rente

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.



Tabel 2

Informatie betreffende aangehouden effecten

Gerapporteerde informatie (1)

Attribuut

Status (2)

Beschrijving

1.  Met effecten verband houdende informatie

Houdersector

M

Sector/subsector van de belegger

 

 

Verzekeringsinstellingen (S.128)

Bron

M

Bron van de doorgegeven informatie betreffende aangehouden effecten

 

 

Directe rapportage

 

Rapportage door bewaarnemer

 

Gemengde rapportage (3)

 

Niet beschikbaar

Ingezetenschap van de entiteiten van de verzekeringsinstellingen (hoofdkantoor en bijkantoren)

 

Ingezetenschap van de entiteiten van de verzekeringsinstellingen (hoofdkantoor en bijkantoren)

 

 

Ingezeten in het land van het hoofdkantoor

 

 

Niet ingezeten in het land van het hoofdkantoor

 

 

Indien niet ingezeten in het land van het hoofdkantoor, ingezeten in andere EER-landen, per land

 

 

Indien niet ingezeten in het land van het hoofdkantoor, ingezeten in andere niet-EER-landen

Rapportagebasis

V

Geeft aan hoe het effect staat genoteerd, als een percentage of in participaties

 

 

Percentage

 

 

Participatie

Nominale valuta

V

Valuta waarin het ISIN luidt, gerapporteerd wanneer de rapportagebasis gelijk is aan percentage

Posities

M

Totaalbedrag aan aangehouden effecten

 

 

Tegen nominale waarde (4). Aantal aandelen of participaties van een effect of geaggregeerd nominaal bedrag (in nominale valuta of in euro) indien het effect wordt verhandeld in bedragen in plaats van in participaties, zonder de opgebouwde rente.

 

Tegen marktwaarde. Aangehouden bedrag tegen de op de markt in euro genoteerde koers, met inbegrip van opgebouwde rente (5).

Formaat

(6)

Specificeert het voor de posities tegen nominale waarde gebruikte formaat

 

 

Nominale waarde in euro of andere relevante valuta

 

Aantal aandelen/participaties

Vertrouwelijkheidsstatus

M

Vertrouwelijkheidsstatus voor posities

 

 

Niet voor publicatie, alleen voor intern gebruik

 

Vertrouwelijke statistische gegevens

 

Niet van toepassing

2.  Basisreferentiegegevens

Aggregatiemarkering

M

Type gegevens

 

 

Geaggregeerde gegevens (niet effectgewijs)

Instrumentindeling

M

Indeling van het effect volgens ESR 2010 en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24)

 

 

Kortlopende schuldbewijzen (F.31)

 

 

Langlopende schuldbewijzen (F.32)

 

 

Beursgenoteerde aandelen (F.511)

 

 

Aandelen of rechten van deelneming in geldmarktfondsen (F.521)

 

 

 

Aandelen/rechten van deelneming in beleggingsfondsen m.u.v. GMF's (F.522)

Emittentensector

M

Institutionele sector van de emittent volgens ESR 2010 en Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24)

Land van emittent

M

Land van juridische oprichting of domicilie van de emittent van het effect

 

 

Landen binnen het eurogebied

 

 

EU-landen buiten het eurogebied

 

 

Niet EU-landen

(1)   De elektronische rapportagenormen worden afzonderlijk vastgelegd.

(2)   M: verplicht attribuut; V: vrijwillig attribuut.

(3)   Alleen indien geen onderscheid kan worden gemaakt tussen directe rapportage en rapportage door de bewaarnemer.

(4)   Niet gerapporteerd indien marktwaarden worden gerapporteerd.

(5)   Aanbevolen wordt de opgebouwde rente, naar best vermogen, mee te nemen.

(6)   Niet gerapporteerd indien marktwaarden (en de respectieve overige volumemutaties/transacties) worden gerapporteerd.

▼M3




BIJLAGE II

KENNISGEVINGSBRIEF AAN GROEPSGEGEVENS RAPPORTERENDE INFORMATIEPLICHTIGEN

Kennisgeving van classificatie als groepsgegevens rapporterende informatieplichtige krachtens Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24).

[Geachte heer/mevrouw,]

Hierbij delen wij u in naam van de Europese Centrale Bank (ECB) mee dat de Raad van bestuur van de ECB overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), en artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige] voor statistische doeleinden als groepsgegevens rapporterende informatieplichtige heeft geclassificeerd.

De rapportageverplichtingen van [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige] als groepsgegevens rapporterende informatieplichtige zijn vastgelegd in artikel 3 bis van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24).

Redenen voor classificatie als „groepsgegevens rapporterende informatieplichtige”

De Raad van bestuur heeft bepaald dat [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige] overeenkomstig de volgende criteria van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) als groepsgegevens rapporterende informatieplichtige aangemerkt kan worden:

a) [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige] is hoofd van een bankgroep zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 10, en vermeld in artikel 2, lid 1, onder b), i), van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24), of is een instelling of financiële instelling die is gevestigd in een deelnemende lidstaat en geen onderdeel vormt van een bankgroep (hierna: „entiteit”), zulks overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24);

b) [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige] voldoet aan de volgende criteria [voeg de relevante criteria toe waaraan het in kennis gestelde hoofd van een bankgroep of de in kennis gestelde entiteit voldoet om te worden aangemerkt als groepsgegevens rapporterende informatieplichtige, zoals de Raad van bestuur heeft besloten]:

i) [de waarde van de totale balansactiva van de bankgroep van [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige]; of indien de totale balansactiva van [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige] meer bedraagt dan 0,5 % van de totale geconsolideerde balansactiva van de bankgroepen uit de Europese Unie, zulks overeenkomstig de voor de ECB meest recente beschikbare gegevens, d.w.z. a) gegevens die betrekking hebben op eind december van het aan de verzending van deze kennisgevingsbrief voorafgaande kalenderjaar; b) indien de gegevens onder a) niet beschikbaar zijn, gegevens die betrekking hebben op eind december van het voorgaande jaar];

ii) [de bankgroep of entiteit is om de volgende redenen belangrijk voor de stabiliteit en de werking van het financiële stelsel in het eurogebied: [rechtvaardig hier waarom de bankgroep of entiteit belangrijk is voor de stabiliteit en de werking van het financiële stelsel in het eurogebied, bv.:

  de bankgroep of entiteit is nauw en verregaand verweven met andere financiële instellingen in het eurogebied;

  de grensoverschrijdende activiteit van de bankgroep of entiteit is geprononceerd en uitgebreid;

  de activiteit van de bankgroep of entiteit is in grote mate geconcentreerd in een segment van de bancaire sector van het eurogebied, waarvan de groep één van de grootste partijen is;

  de bankgroep of entiteit heeft een complexe grensoverschrijdende vennootschapsstructuur;

  de bankgroep of entiteit staat onder direct toezicht van de ECB.]]

iii) [de bankgroep of entiteit is belangrijk voor de stabiliteit en de werking van het financiële stelsel in [relevante eurogebiedlidstaten] om volgende redenen: [rechtvaardig hier waarom de bankgroep of entiteit belangrijk is voor de stabiliteit en de werking van het financiële stelsel in de betreffende eurogebiedlidstaten, bv.:

  de bankgroep of entiteit is nauw en verregaand verweven met andere financiële instellingen in het nationale rechtsgebied;

  de activiteit van de bankgroep of entiteit is in grote mate geconcentreerd in [specificeer het segment van de bankactiviteit], waarin deze bankgroep nationaal één van de grootste partijen is;

  de bankgroep of entiteit staat onder direct toezicht van de ECB.]]

Informatiebron ter staving van de classificatie als „groepsgegevens rapporterende informatieplichtige”

De ECB leidt de totale balansactiva van entiteiten of bankgroepen van de Europese Unie af uit bij de nationale centrale banken verzamelde informatie inzake de geconsolideerde balansen van bankgroepen in de desbetreffende lidstaat, berekend overeenkomstig de artikel 18, leden 1, 4 en 8, artikel 19, leden 1 en 3, en artikel 23 van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ).

[Indien nodig dient hier nadere uitleg te worden verschaft inzake de methodiek die is toegepast op door de Raad van bestuur goedgekeurde aanvullende opnamecriteria.]

Bezwaren en herziening door de Raad van bestuur

Verzoeken tot herziening door de Raad van bestuur van de ECB van de classificatie van [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige] als groepsgegevens rapporterende informatieplichtige op grond van de bovenstaande rechtvaardiging, moeten binnen 15 ECB-werkdagen na ontvangst van deze brief worden ingediend bij [naam en adres van de NCB]. [Juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige] onderbouwt een dergelijk verzoek en verstrekt alle informatie ter staving.

Indien nodig dient hier nadere uitleg te worden verschaft inzake de methodiek

Bij gebreke aan bezwaar rapporteert [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige] uiterlijk [begindatum voor de rapportage, d.w.z. uiterlijk zes maanden nadat de brief is verzonden] statistische gegevens krachtens artikel 3 bis van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24).

Wijzigingen van de status van de in kennis gestelde entiteit

U wordt verzocht [naam van de kennisgevende NCB] in kennis te stellen van alle wijzigingen van de naam of rechtsvorm van [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige], van een fusie, herstructurering of van alle andere gebeurtenissen of omstandigheden die invloed kunnen hebben op de rapportageverplichtingen van [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige], zulks binnen 10 ECB-werkdagen nadat een dergelijke gebeurtenis zich heeft voorgedaan.

Op [juridische benaming van groepsgegevens rapporterende informatieplichtige] blijven ondanks een dergelijke gebeurtenis de rapportageverplichtingen van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) van toepassing totdat wij u namens de ECB van het tegendeel in kennis stellen.

Hoogachtend,

[handtekening]



( 1 ) Richtsnoer ECB/2012/21 van de Europese Centrale Bank van 26 september 2012 inzake het beheerskader betreffende de kwaliteit van gegevens voor de gecentraliseerde effectendatabase (PB L 307 van 7.11.2012, blz. 89).

( 2 ) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

Naar boven