EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 52010AB0082

Advies van de Europese Centrale Bank van 19 november 2010 betreffende een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus (CON/2010/82)

PB C 337 van 14.12.2010, blz. 1–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 337/1


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 19 november 2010

betreffende een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus

(CON/2010/82)

2010/C 337/01

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 26 juli 2010 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) van de Raad van de Europese Unie een verzoek om een advies inzake een voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus (1) (hierna „de ontwerpverordening” te noemen).

De adviesbevoegdheid van de ECB is gebaseerd op artikel 127, lid 4 en artikel 282, lid 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien de ontwerpverordening bepalingen bevat betreffende de bijdrage van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) tot een goede beleidsvoering ten aanzien van de stabiliteit van het financiële stelsel, zoals bedoeld in artikel 127, lid 5 van het Verdrag. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Algemene opmerkingen

1.

In grote lijnen verwelkomt de ECB de door de ontwerpverordening voorgestelde maatregelen ten einde het regelgevende kader van ratingbureau’s te versterken, met name om: (a) ruime bevoegdheden toe te kennen aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) aangaande de registratie van en het toezicht op ratingbureau’s; en (b) meer transparantie en concurrentie in de markt voor ratings van gestructureerde financieringsinstrumenten te creëren. De ECB erkent dat Verordening (EG) nr. 1060/2009 (2) menige van de opmerkingen heeft verwerkt die eerder werden gemaakt in: a) de bijdrage van het Eurosysteem aan de publieke consultatie inzake de ontwerprichtlijn/-verordening van de Commissie inzake ratingbureau’s (3); en b) ECB-Advies CON/2009/38 van 21 April 2009 betreffende een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (4).

2.

Zoals opgemerkt in de Eurosysteembijdrage van 2008 (5), een één-entiteit benadering van toezicht op ratingbureau’s verdient de voorkeur boven een gespreid toezicht, zulks gezien het verzekeren van coördinatie en gelijke omstandigheden. In deze context verwelkomt de ECB de toekenning aan de EAEM van een aantal met de registratie van en het toezicht op ratingbureau’s verband houdende taken. De ECB begrijpt dat het regelgevende kader niet raakt aan het recht van de nationale toezichthouders om ratingbureau’s te erkennen als externe kredietbeoordelingsinstellingen uit hoofde van artikel 81 tot en met 83 van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking) (6).

3.

Behoudens nadere hierna te maken kanttekeningen, steunt de ECB in grote lijnen de transparantieregeling in de voorgestelde nieuwe artikelen 8 bis en 8 ter van Verordening (EG) nr. 1060/2009 (7), welke bepalingen van emittenten van gestructureerde financieringsinstrumenten eisen dat zij ook bepaalde andere ratingbureau’s toegang tot informatie verlenen die zij hun benoemde ratingbureau’s verstrekken. De invoering van dergelijke informatievereisten beoogt de kwaliteit en de transparantie van het ratingproces voor gestructureerde financieringsinstrumenten te versterken, en zou tevens kunnen bijdragen tot meer concurrentie tussen de ratingbureau’s. Voorts stemmen de nieuwe vereisten tot op bepaalde hoogte overeen met de door de US Securities and Exchange Commission (SEC) sinds juni 2010 toepaste regels (8). Convergentie tussen het regelgevende kader van de EU en de VS, waar mogelijk, is een belangrijk onderdeel van gelijke omstandigheden.

De ECB wijst evenwel op bepaalde mogelijke problemen in verband met de omzetting van de nieuwe informatievereisten. Ten eerste wordt luidens de voorgestelde regeling verondersteld dat het ratingbureau, dat is benoemd om in een bepaald geval een rating af te geven, aan sterkere concurrentie bloot zal staan zijdens andere geschikte ratingbureau’s (niet-benoemde ratingbureau’s). Meer bepaald kan het voor niet-benoemde ratingbureau’s gemakkelijker zijn ongevraagde ratings af te geven, omdat zij toegang zullen krijgen tot door de emittent aan het benoemde ratingbureau verstrekte informatie. Voor de niet-benoemde ratingbureau’s kan markttoegang evenwel zeer moeilijk zijn gezien: a) de wettelijke toegangscriteria inzake de informatie van de emittent; en b) informele kennis die het benoemde ratingbureau heeft vanwege een lange relatie met de emittent. Ervaring met door de SEC ingevoerde transparantieregels heeft nog niet definitief bevestigd dat dergelijke regels een aanzienlijk effect op ratingbureaupraktijken hebben, met name door een gestegen aantal ongevraagde ratings. Ten tweede, uit meerdere aangevraagde ratings zouden emittenten de gunstigste kunnen kiezen („rating shopping”) en kan tussen ratingbureau’s wedijver ontstaan om de aantrekkelijkste ratings te leveren. Dit zou de kwaliteit van de afgegeven ratings kunnen schaden. Ten derde, ook de situatie van de emittent dient te worden onderzocht, rekening houdend met: a) de last verbonden met toegang tot informatie voor niet-benoemde ratingbureau’s; en b) bescherming tegen mogelijk misbruik van door niet-benoemde ratingbureau’s ontvangen informatie.

De ECB begrijpt dat de transparantieregeling in de nieuwe ontwerpartikelen 8 bis en 8 ter brede ondersteuning genoten bij de voorbereidende werkzaamheden van de ontwerpverordening (9). Derhalve stelt de ECB slechts beperkte wijzigingen voor (10). Tegelijkertijd beveelt de ECB aan dat de EAEM ontwikkelingen in de hierboven genoemde gebieden nauwlettend volgt, zulks in verband met de implementatie van de ontwerpverordening, zodat de Commissie gezien de ervaring passende wijzigingen kan voorstellen (11).

4.

Bovendien verwacht de ECB dat de Commissie op basis van ervaring met de door de verordening ingevoerde regels verdergaande transparantieregelingen in verband met de afgifte van ratings zal uitwerken. Om het gewenste effect te realiseren, dienen de transparantieregelingen enerzijds de zakelijke belangen van de emittenten die gevoelige informatie aan ratingbureau’s verstrekken en anderzijds de behoeften van centrale banken, toezichthouders en andere belanghebbenden aan bredere informatietoegang tegen elkaar af te wegen waardoor een onafhankelijke beoordeling van de prestaties van ratingbureau’s mogelijk wordt. Alle bovengenoemde elementen zijn bijzonder relevant in de securitisatiemarkt. Dienaangaande streeft het Eurosysteem toegang na tot leningsgewijze informatie, zulks als onderdeel van het beoordelingskader van onderpand, waardoor risico's van gesecuritiseerde instrumenten doorlopend beoordeeld kunnen worden.

Specifieke opmerkingen

Transparanter ratingproces.

5.

De ontwerpverordening vereist dat ieder benoemd ratingbureau zijn concurrenten een lijst verstrekt van de gestructureerde financieringsinstrumenten die hij op dat moment beoordeelt, met een link naar de website waar de emittent de bij de voorbereiding van de ratings gebruikte informatie opslaat. Niet-benoemde ratingbureau’s kunnen tot die informatie toegang verkrijgen, mits a) zij ten tijde van het verzoek de systemen en de organisatorische structuur hebben ter bescherming van de vertrouwelijkheid van dergelijke informatie; en b) na toegang tot de informatie te hebben verkregen, zij op jaarbasis ratings afgeven voor ten minste 10 % van de gestructureerde financieringsinstrumenten waarvoor de informatie werd verlangd (12). De ECB beveelt aan dat de ontwerpverordening het volgende duidelijker definieert: ten eerste de verificatiemethode van de EAEM inzake de naleving van deze criteria, ten tweede de berekeningsmethode voor nalevingsverificatie inzake het tweede criterium (13), en ten derde, de situaties waarin niet-naleving van het tweede criterium zou kunnen leiden tot sanctieoplegging (14).

6.

Bovendien doet de ECB de volgende aanbevelingen om de in paragraaf 3 genoemde kwesties te adresseren.

Ten eerste dient van ratingbureau’s halfjaarlijkse rapportage aan de EAEM te worden verlangd over het aantal door hen in een bepaalde periode afgegeven ratings, uitgesplitst naar: a) door een beoordeelde entiteit of een gelieerde derde aangevraagde ratings; en b) ongevraagde ratings, met gegevens betreffende het deel van die ongevraagde ratings die hoger, gelijk of lager uitvielen dan de door het betrokken benoemde ratingbureau afgegeven relevante ratings. Die rapportage dient deel uit te maken van de periodieke verslaglegging door ratingbureau’s aan de EAEM (15).

Ten tweede dient de EAEM bevoegd te zijn de implementatie van de nieuwe ontwerpartikelen 8 bis en 8 ter te volgen ter vasttelling van: a) de impact van deze bepalingen op het aantal en de kwaliteit van de afgegeven ratings,waaronder de ongevraagde ratings; b) de eventuele noodzaak de geschiktheidscriteria voor niet-benoemde ratingbureau’s te wijzigen ten einde excessieve martkttoegangsbelemmeringen te voorkomen; c) de aan de emittenten opgelegde last; en (d) de eventuele noodzaak emittenten te beschermen tegen misbruik van door hen aan niet-benoemde ratingbureau’s verstrekte informatie. Een EAEM-rapport dient de grondslag te vormen voor de herziening door de Commissie van de nieuwe ontwerpartikelen 8 bis en 8 ter in de vastgelegde periode na hun inwerktreding.

Informatieverstrekking aan de EAEM en het Eurosystem

7.

De ECB merkt op dat ratingbureau’s hun historische prestatiegegevens zullen moeten verstrekken aan een centrale door de EAEM ingestelde gegevensbank (16). De ECB beveelt aan dat deze gegevens een vergelijkbaar formaat hebben, en stroken met het statistische kader van de Unie. Gemeenschappelijke identificatiecodes en normen dienen bij de structurering en opslag van de gegevens zoveel mogelijk toepassing te vinden (e.g. middels het gebruik van gestandaardiseerde referentieinfromatie zoals ISIN-codes).

8.

Bovendien, zoals benadrukt in de 2008-bijdrage van het Eurosysteem, dient het nieuwe regelgevende kader voor ratingbureau’s een passend samenwerkingsniveau tussen toezichthouders en het Eurosysteem mogelijk te maken. Het Eurosysteem heeft grote belangstelling voor ratings, gezien zijn rol inzake financiële stabiliteit. Voorts is reeds een het hele Eurosysteem omvattend kader voor het volgen van ratingbureau’s in de context van monetaire beleidstransacties in voege (17). Derhalve stelt de ECB de regelingen voor de informatie-uitwisseling in het nieuwe ontwerpartikel 27 van Verordening (EG) nr. 1060/2009 op prijs. Desalniettemin beveelt de ECB aan dat deze bepaling voor het ESCB en de ECB, alsook voor de betrokken autoriteiten in de lidstaten, expliciet toegang dient te verlenen tot de voor de uitoefening van hun wettelijke taken van belang zijnde gegevens.

Formuleringsvoorstellen

Indien de ECB een wijziging van de ontwerpverordening aanbeveelt, wordt daartoe een specifiek onderbouwd formuleringsvoorstel in de bijlage opgenomen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 19 november 2010.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  COM(2010) 289 definitief.

(2)  PB L 302 van 17.11.2009, blz. 1.

(3)  September 2008 (hierna de „Eurosysteembijdrage van 2008”), beschikbaar op de website van de ECB onder http://www.ecb.europa.eu

(4)  PB C 115 van 20.5.2009, blz. 1.

(5)  Blz. 4.

(6)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.

(7)  Zie artikel 1, lid 4 van de ontwerpverordening.

(8)  Zie de gewijzigde Regel Rule 17g-5 van Deel 240 van de Securities Exchange Act 1934, SEC Release No 34-61050 (23 november 2009), Federal Register Vol. 74, No 232, p. 63832 (4 december 2009), (hierna de „gewijzigde Regel 240.17g-5”); beschikbaar op de SEC-website onder http://www.sec.gov De gewijzigde Regel 240.17g-5 is vanaf 2 juni 2010 van toepassing op VS-emittenten en is vanaf 2 december 2010 van toepassing op niet VS-emittenten die een in de VS gevestigd ratingbureau benoemen; zie tevens het SEC-decreet „Order of 19 May 2010 granting temporary conditional exemption for nationally recognized statistical rating organizations from the requirements of rule 17g-5 under the Securities Exchange Act of 1934 and request for comment” (Release No 34-62120), beschikbaar op de SEC website).

(9)  Vergelijk de huidige tekst van de ontwerpverordening met die van het compromisvoorstel van het Voorzitterschap van 7 oktober 2010, 2010/0160 (COD), blz. 17.

(10)  Zie verdere opmerkingen in paragraaf 5.

(11)  Zie verdere opmerkingen in paragraaf 6.

(12)  Zie het nieuwe artikel 8 bis, lid 2 van Verordening (EG) nr. 1060/2009.

(13)  Vergelijk de huidige tekst van afdeling (a)(3)(iii)(B)(1) van de gewijzigde SEC rule 240.17g-5.

(14)  Zie het nieuwe artikel 24, lid 1 en 36 bis, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1060/2009, met de ontwerpafdeling I, onder w) van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1060/2009.

(15)  Zie het nieuwe ontwerpartikel 11, lid 3 van Verordening (EG) nr. 1060/2009, samen met Deel II, afdeling E van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1060/2009.

(16)  Zie het nieuwe ontwerpartikel 11, lid 2 van Verordening (EG) nr. 1060/2009.

(17)  Zie de 2008-bijdrage van het Eurosysteem, blz. 5 en afdeling 6.3 („kredietbeoordelingskader van het Eurosysteem”) van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en procedures van het Eurosysteem, PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.


BIJLAGE

Formuleringsvoorstellen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Door de ECB voorgestelde wijzigingen (1)

Wijziging 1

Derde citaat (nieuw)

Geen tekst

Gelet op het advies van de Europese Centrale Bank,”

Rechtvaardiging

Aangezien de ECB luidens artikel 127, lid 4 en artikel 282, lid 5 van het Verdrag inzake de ontwerpverordening dient te worden geraadpleegd, zou in de ontwerpverordening in overeenstemming met artikel 296 van het Verdrag daartoe een verwijzing opgenomen moeten worden, luidens welke rechtshandelingen onder meer verwijzen naar de adviezen waarin de Verdragen voorzien.

Wijziging 2

Overweging 5, overwegingen 11 bis en 16 bis (nieuw)

„(5)

Om de concurrentie tussen ratingbureaus te versterken, tot de voorkoming van mogelijke belangenconflicten in het kader van het model dat de uitgevende instelling betaalt, die met name in verband met de rating van gestructureerde financieringsinstrumenten virulent kunnen zijn, bij te dragen en de transparantie en de kwaliteit van de ratings voor gestructureerde financieringsinstrumenten te verbeteren, moeten geregistreerde of gecertificeerde ratingbureaus recht van toegang hebben tot een lijst van gestructureerde financieringsinstrumenten die door hun concurrenten worden beoordeeld. De informatie voor deze rating moet door de uitgevende instelling of een gelieerde derde worden verstrekt in het kader van de afgifte van ongevraagde concurrerende ratings inzake gestructureerde financieringsinstrumenten. De afgifte van dergelijke ongevraagde ratings moet het gebruik van meer dan een rating per gestructureerd financieringsinstrument bevorderen. Toegang tot websites moet slechts worden verleend indien een ratingbureau de vertrouwelijkheid van de gevraagde informatie kan waarborgen.”

„(5)

Beoordeling van gestructureerde financieringsinstrumenten kan met name sterk beïnvloed worden door belangenconflicten in verband met het model dat de uitgevende instelling betaalt. , Ten einde deze kwestie te adresseren, dient concurrentie tussen de ratingbureau’s te worden versterkt door prikkels te creëren tot het gebruiken van meerdere ratings en derhalve de transparantie en kwaliteit van het ratingsproces te verbeteren. Derhalve moeten geregistreerde of gecertificeerde ratingbureaus recht van toegang hebben tot een lijst van gestructureerde financieringsinstrumenten die door hun concurrenten worden beoordeeld. De informatie voor deze rating moet door de uitgevende instelling of een gelieerde derde worden verstrekt in het kader van de afgifte van ongevraagde concurrerende ratings inzake gestructureerde financieringsinstrumenten. Toegang tot websites moet slechts worden verleend indien een ratingbureau de vertrouwelijkheid van de gevraagde informatie kan waarborgen. De EAEM dient bevoegd te zijn om de implementatie van die transparantieregelingen te volgen en een rapport op te stellen houdende een analyse van de praktische impact op de afgifte van ratings en de noodzaak van aanpassingen.

(11 bis)

Opdat de EAEM effectief kan opvolgen, dienen ratingbureaus in een door de EAEM opgezette centrale gegevensbank informatie betreffende hun historische prestatiegegevens beschikbaar te stellen. En wel in een formaat dat strookt met het statistische kader van de Unie en dat directe vergelijkingen bevordert van door uiteenlopende ratingbureaus verstrekte historische gegevens. Bovendien, ten einde de goede werking van de afgifte van ongevraagde ratings te verzekeren, dienen periodieke verslagen door de ratingbureaus aan de EAEM met de afgifte van dergelijke ratings verband houdende informatie te omvatten.

(16 bis)

Bevoegde toezichthouders, centrale banken van lidstaten, het Europees Stelsel van centrale banken en de Europese Centrale Bank, in hun hoedanigheid van monetaire autoriteiten, het Europees Comité voor systeemrisico’s, en, indien toepasselijk, overige autoriteiten van lidstaten die verantwoordelijk zijn voor oversight van afwikkelsystemen, dienen toegang te hebben tot door de EAEM bij ratingbureaus verzamelde informatie die van belang is voor de uitoefening van hun taken.”

Rechtvaardiging

Zie de paragrafen 5 tot 8 van het advies. Deze wijzigingen houden verband met de wijzigingen 3 tot en met 7.

Wijziging 3

Artikel 1, lid 4 van de ontwerpverordening

„4.   De volgende artikelen 8 bis en 8 ter worden ingevoegd:

Artikel 8 bis

Informatie over gestructureerde financieringsinstrumenten

2.

Als andere overeenkomstig deze verordening geregistreerde of gecertificeerde ratingbureaus toegang tot de in lid 1 bedoelde informatie vragen, wordt hen onverwijld toegang verleend mits zij aan alle volgende voorwaarden voldoen:

a)

zij beschikken over de systemen en organisatorische structuur om de vertrouwelijkheid van deze informatie te verzekeren;

b)

zij verstrekken op jaarbasis ratings voor ten minste 10 % van de gestructureerde financieringsinstrumenten waarvoor zij toegang tot de in lid 1 bedoelde informatie vragen.

…” ”

„4.   De volgende artikelen 8 bis, 8 ter en 8 quater worden ingevoegd:

Artikel 8 bis

Informatie over gestructureerde financieringsinstrumenten

2.

Als andere overeenkomstig deze verordening geregistreerde of gecertificeerde ratingbureaus toegang tot de in lid 1 bedoelde informatie vragen, wordt hen onverwijld toegang verleend mits hen de in lid 2 ter bedoelde vergunning is verleend.

2 bis.

Een ratingbureau dat, overeenkomstig lid 2, binnen een kalenderjaar voor meer dan 10 gestructureerde financieringsinstrumenten de toegang tot de in lid 1 bedoelde informatie benut, geeft in datzelfde kalenderjaar ratings af met betrekking tot minstens 10 % van de gestructureerde financieringsinstrumenten, jegens welke het de informatie heeft benut.

2 ter.

De EAEM verifieert jaarlijks of de overeenkomstig deze verordening geregistreerde of gecertificeerde ratingbureaus aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

zij beschikken over de systemen en organisatorische structuur om de vertrouwelijkheid van de in lid 1 bedoelde informatie te verzekeren; en

b)

zij voldeden in het voorgaande kalenderjaar aan de in lid 2 bis vastgelegde verplichting.

Indien het verificatieresultaat positief is, geeft de EAEM een voor twaalf maanden geldende vergunning af waarmee toegang verkregen wordt tot de in lid 1 bedoelde informatie.

Artikel 8 quater

Evaluatie

1.

Voor 1 april 2012 rapporteert de EAEM over de met de toepassing van de artikelen 8 bis en 8 ter opgedane ervaring en analyseert deze. Het rapport adresseert met name: (a) de impact van deze bepalingen op het aantal en de kwaliteit van de afgegeven ratings, waaronder de ongevraagde ratings; (b) de eventuele noodzaak de toegangscriteria van artikel 8 bis, lid 2 te wijzigen ten einde excessieve martkttoegangsbelemmeringen te voorkomen; (c) de aan de emittenten door artikel 8 bis, lid 1 opgelegde last; en (d) de eventuele noodzaak emittenten te beschermen tegen misbruik van door hen aan ratingbureaus verstrekte informatie, met uitzondering van de ratingbureaus die zij benoemd hebben.

2.

Na indiening van het in lid 1 genoemde rapport door de EAEM, doet de Commissie, in voorkomende gevallen, voorstellen ter wijziging van de artikelen 8 bis en 8 ter.” ”

Rechtvaardiging

Zie de paragrafen 5 en 6 van het advies.

Wijziging 4

Artikel 1, lid 7 van de ontwerpverordening

„7.   In artikel 11 worden lid 2 en 3 als volgt vervangen:

„2.   Een ratingbureau stelt informatie over zijn historische prestatiegegevens, met inbegrip van de frequentie van ratingwijzigingen, en over in het verleden afgegeven ratings en de wijzigingen daarvan, ter beschikking in een centrale databank die door de EAEM is opgezet. Een ratingbureau verstrekt informatie aan deze databank op een door de EAEM voorgeschreven gestandaardiseerd formulier. De EAEM maakt deze informatie beschikbaar voor het publiek en publiceert beknopte informatie over de belangrijkste op jaarbasis waargenomen ontwikkelingen.

….” ”

„7.   In artikel 11 worden lid 2 en 3 als volgt vervangen:

„2.   Een ratingbureau stelt informatie over zijn historische prestatiegegevens, met inbegrip van de frequentie van ratingwijzigingen, en over in het verleden afgegeven ratings en de wijzigingen daarvan, ter beschikking in een centrale databank die door de EAEM is opgezet. Een ratingbureau verstrekt informatie aan die databank op een gestandaardiseerd formulier, dat door de EAEM wordt verstrekt in een formaat dat strookt met het statistische kader van de Unie en dat middels het gebruik van gemeenschappelijke codes en normen directe vergelijkingen vergemakkelijkt tussen door de verschillende ratingbureaus verstrekte historische gegevens. De EAEM maakt deze informatie beschikbaar voor het publiek en publiceert beknopte informatie over de belangrijkste op jaarbasis waargenomen ontwikkelingen.

…” ”

Rechtvaardiging

Zie paragraaf 7 van het advies.

Wijziging 5

Artikel 1, lid 17 van de ontwerpverordening

„17.   De artikelen 26 en 27 worden als volgt vervangen:

„…

Artikel 27

Uitwisseling van informatie

(2)

De EAEM kan de bevoegde autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de in artikel 4, lid 1, vermelde ondernemingen, de centrale banken, het Europees Stelsel van centrale banken en de Europese Centrale Bank in hun hoedanigheid van monetaire autoriteit, het Europees Comité voor systeemrisico’s alsook, in voorkomend geval, andere overheidsinstanties die met het toezicht op betalings- en afwikkelingssystemen belast zijn, voor de uitoefening van hun taak dienstige vertrouwelijke gegevens meedelen. Evenzo wordt het die autoriteiten of organen niet belet om aan de EAEM informatie te doen toekomen die de EAEM voor het vervullen van zijn bij deze verordening opgelegde taken nodig kan hebben.” ”

„17.   De artikelen 26 en 27 worden als volgt vervangen:

„…

Artikel 27

Uitwisseling van informatie

(2)

De EAEM deelt de bevoegde autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de in artikel 4, lid 1, vermelde ondernemingen, de centrale banken van lidstaten, het Europees Stelsel van centrale banken en de Europese Centrale Bank in hun hoedanigheid van monetaire autoriteit, het Europees Comité voor systeemrisico’s alsook, in voorkomend geval, andere instanties van lidstaten die met het toezicht op betalings- en afwikkelingssystemen belast zijn, voor de uitoefening van hun taak dienstige vertrouwelijke gegevens mee. Evenzo wordt het die autoriteiten of organen niet belet om aan de EAEM informatie te doen toekomen die de EAEM voor het vervullen van zijn bij deze verordening opgelegde taken nodig kan hebben.” ”

Rechtvaardiging

Zie paragraaf 8 van het advies.

Wijziging 6

Punt 3 van bijlage I bij de ontwerpverordening (nieuw)

Geen tekst

„3.

In Deel II van Afdeling E, wordt punt 1 als volgt vervangen:

„1.

om de zes maanden:

a)

om de zes maanden, gegevens over de historische wanbetalingsgraden van zijn ratingcategorieën, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen de belangrijkste geografische gebieden van de emittenten, en of zich in de wanbetalingsgraden van deze categorieën in de loop van de tijd wijzigingen hebben voorgedaan; en

b)

gegevens inzake het aantal in een bepaalde rapportageperiode door het ratingbureau afgegeven ratings uitgesplitst naar: (i) door een beoordeelde entiteit of een gelieerde derde aangevraagde ratings; en (ii) ongevraagde ratings, met gegevens inzake welk deel van die ongevraagde ratings hoger, gelijk of lager uitvielen dan de door het benoemde ratingbureau afgegeven betrokken ratings, welk bureau werd benoemd door een beoordeelde entiteit of een gelieerde derde.”

…”

Rechtvaardiging

Zie paragraaf 6 van het advies.

Wijziging 7

Bijlage II bij de ontwerpverordening.

„De volgende bijlage III wordt aan Verordening (EG) nr. 1060/2009 toegevoegd:

SANCTIES

Inbreuken

I.   Inbreuken in verband met belangenconflicten, organisatorische of operationele vereisten

(w)

Het RB schendt artikel 8 bis, lid 2, onder b), als het op jaarbasis geen ratings verstrekt voor ten minste 10 % van de gestructureerde financieringsinstrumenten waarvoor het om toegang heeft verzocht tot de informatie op de website die door de uitgevende instelling of gelieerde derde is verstrekt.

…” ”

„De volgende bijlage III wordt aan Verordening (EG) nr. 1060/2009 toegevoegd:

SANCTIES

Inbreuken

I.   Inbreuken in verband met belangenconflicten, organisatorische of operationele vereisten

(w)

Het ratingbureau schendt artikel 8 bis, lid 2a, , als het in een bepaald kalenderjaar toegang heeft verkregen tot de informatie inzake meer dan 10 gestructureerde financieringsinstrumenten op een volgens artikel 8 bis, lid 2 verstrekte website of websites maar geen ratings heeft verstrekt voor ten minste 10 % van de gestructureerde financieringsinstrumenten waarvoor het toegang tot die informatie heeft verkregen..

…” ”

Rechtvaardiging

Zie paragraaf 5 van het advies.


(1)  De vetgedrukte tekst geeft aan waar de ECB voorstelt nieuwe tekst toe te voegen. Doorhaling betreft tekst die de ECB voorstelt te schrappen.


Naar boven