EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 31999Y1007(01)

Advies van de Europese Centrale Bank van 14 juli 1998 op verzoek van de Raad van de Europese Unie, krachtens artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad van 23 oktober 1995 en artikel 109 L, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna aangeduid als het "Verdrag") betreffende een voorstel voor een Verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie ten aanzien van de goederen- en dienstendekking van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen, en betreffende een voorstel voor een Verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 ten aanzien van de dekking, geografisch en wat de populatie betreft, van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (CON/98/34)

PB C 285 van 7.10.1999, blz. 7–8 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

31999Y1007(01)

Advies van de Europese Centrale Bank van 14 juli 1998 op verzoek van de Raad van de Europese Unie, krachtens artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad van 23 oktober 1995 en artikel 109 L, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna aangeduid als het "Verdrag") betreffende een voorstel voor een Verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie ten aanzien van de goederen- en dienstendekking van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen, en betreffende een voorstel voor een Verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 ten aanzien van de dekking, geografisch en wat de populatie betreft, van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (CON/98/34)

Publicatieblad Nr. C 285 van 07/10/1999 blz. 0007 - 0008


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 14 juli 1998

op verzoek van de Raad van de Europese Unie, krachtens artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad van 23 oktober 1995 en artikel 109 L, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna aangeduid als het "Verdrag") betreffende een voorstel voor een Verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie ten aanzien van de goederen- en dienstendekking van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen, en betreffende een voorstel voor een Verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 ten aanzien van de dekking, geografisch en wat de populatie betreft, van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen

(CON/98/34)

(1999/C 285/07)

1. Op 3 juli 1998 ontving de Europese Centrale Bank (hierna aangeduid als de "ECB") een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies betreffende een voorstel voor een verordening (EG) van de Raad betreffende elk van bovengenoemde onderwerpen. Tevens is een document met referentienummer COM(1998) 323 def. aan de ECB toegezonden, dat de twee ontwerp-verordeningen (EG) van de Raad omvat. De diensten van de Raad van de Europese Unie hebben bovendien een document opgestuurd, gedateerd 25 juni 1998 en met referentienummer 9871/98, dat een overzicht geeft van de huidige stand van zaken betreffende de inzake dit onderwerp gevoerde discussies. Het advies van de ECB is hoofdzakelijk gebaseerd op het tweede document.

2. Overeenkomstig artikel 109 L, lid 2, van het Verdrag heeft de ECB de adviesfuncties overgenomen van het Europees Monetair Instituut, dat in liquidatie ging bij de oprichting van de ECB op 1 juni 1998. De bevoegdheid van de ECB een advies uit te brengen, is gebaseerd op artikel 5, lid 3, van de Verordening (EG) nr. 2494/95.

3. De twee ontwerp-verordeningen (EG) van de Raad betreffen de uitbreiding en harmonisatie van de dekking van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (hierna aangeduid als het "GICP"). De ECB acht het essentieel dat het mogelijk moet zijn significante veranderingen in het GICP en de subindexcijfers daarvan te berekenen wanneer de dekking van het GICP in december 1999 wordt uitgebreid overeenkomstig de twee ontwerp-verordeningen (EG) van de Raad. De ECB ondersteunt derhalve ten volle het verzoek van de Commissie van de Europese Gemeenschappen dat de lidstaten voldoende vergelijkbare gegevens over ten minste elk van de voorgaande twaalf maanden dienen te verschaffen.

A. Ontwerp-verordening (EG) van de Raad ten aanzien van de goederen- en dienstendekking van het GICP (hierna aangeduid als de "eerste ontwerp-verordening")

4. De eerste ontwerp-verordening heeft ten doel de initiële dekking van het GICP in december 1999 uit te breiden, in het bijzonder met gezondheid, onderwijs en sociale voorzieningen. Tevens worden voorstellen gedaan voor harmonisatiemaatregelen en toevoegingen aan de dekking van een aantal posten die slechts ten dele of die niet op volledig geharmoniseerde wijze door de initiële GICP worden gedekt.

5. De eerste ontwerp-verordening heeft betrekking op verbruikscategorieën waarvoor verschillende theoretische begrippen zinvolle resultaten kunnen opleveren, afhankelijk van het doel van de uitgevoerde prijsanalyse. De eerste ontwerp-verordening definieert het begrip "monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens" als het kader voor het GICP. Overeenkomstig deze definitie dienen uitgaven en prijzen gemeten te worden zonder enige vergoedingen of subsidies die huishoudens ontvangen van overheidswege of van enige instelling zonder winstoogmerk (hierna aangeduid als "IZW") ten behoeve van huishoudens. Daar het begrip een weerspiegeling is van de prijzen zoals die daadwerkelijk door consumenten worden betaald en van de inflatie zoals die door consumenten wordt ervaren, is dit begrip toepasselijk voor een consumptie-indexcijfer. Een conceptueel voordeel van het voorstel is dat de consumptieve bestedingen van huishoudens worden gedefinieerd volgens het onderscheid tussen de sector huishoudens en de sectoren overheid in IZW's ten behoeve van huishoudens zoals dat wordt gemaakt in het Europees Stelsel van rekeningen 1995 (ESR 95). Dit draagt bij tot het versterken van de verbinding met de statistieken van nationale rekeningen. Een verder voordeel van het voorstel, ten slotte, is dat de tenuitvoerlegging ervan op een zeer lastig terrein van prijsmeting relatief simpel zou zijn, hetgeen in het bijzonder van belang is bij het meten van maandelijkse prijsveranderingen.

6. De ECB is zich echter bewust van het feit dat de "netto benadering" zoals die in de eerste ontwerp-verordening wordt voorgesteld, geen volledig en allesomvattend beeld van inflatie kan geven. Deze aanpak zou kunnen worden aangevuld met een analyse van de redenen voor veranderingen in het algehele indexcijfer, in het bijzonder in het geval dat zich significante structurele veranderingen voordoen in de financiering van goederen en diensten die door huishoudens worden verbruikt maar die worden verstrekt door de overheid of de sectoren van IZW's ten behoeve van huishoudens. De ECB ondersteunt derhalve de bepaling in artikel 5a, waarin de Commissie wordt verzocht om binnen twee jaar na de uiteindelijke inwerkingtreding van de eerste ontwerp-verordening van de Raad de tenuitvoerlegging van het voorgestelde begrip opnieuw te bezien. De ECB ondersteunt tevens het voorstel het GICP aan te vullen met veelomvattender graadmeters van inflatie teneinde een aantal van deze moeilijkheden te boven te komen. De ontwikkeling van dergelijke graadmeters is echter een langetermijnproject en mag de voorgenomen uitbreiding van de dekking van het GICP zoals voorgesteld in de eerste ontwerp-verordening niet in de weg staan.

7. Gezien het feit dat de behandeling van woonkosten van bewoners van een eigen huis voor het GICP nog moet worden vastgelegd, stelt de ECB voor dat paragrafen 13 en 14 van bijlage Ib van de eerst ontwerp-verordening worden verduidelijkt. De daarin opgenomen bepalingen dienen niet voouit te lopen op de dekking van bewoning van een woning door de eigenaar in het algemeen, noch dienen zij mogelijkheden voor de dekking van deze post in toekomstige uitbreidingen van het GICP uit te sluiten.

8. Verordening (EG) nr. 2214/96 van de Commissie bepaalt de publicatie van subindexcijfers van het GICP. De eerste ontwerp-verordening vereist de dekking van nieuwe posten in het GICP. De ECB stelt voor Verordening (EG) nr. 2214/96 dienovereenkomstig te wijzigen zodat de uitgebreide dekking weerspiegeld wordt.

9. Ten slotte bevat bijlage Ia van de meest recente versie van de eeste ontwerp-verordening niet alle relevante Coicop-subcategorieën (categorieën 5.6.2, 6, 6.1, 6.1.1, 12.2, 12.2.1, 12.2.2 zijn weggelaten). De ECB gaat ervan uit dat deze fout hersteld zal worden in de definitieve verordening.

B. Ontwerp-verordening (EG) van de Raad ten aanzien van de dekking, geografisch en wat de populatie betreft, van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (hierna aangeduid als de "tweede ontwerp-verordening")

10. De tweede ontwerp-verordening heeft ten doel de dekking, geografisch en wat de populatie betreft, van het GICP te definiëren en te harmoniseren met ingang van december 1999. De tweede ontwerp-verordening wijzigt de eerste ontwerp-verordening wat betreft de uitgebreide dekking (zie paragrafen 4 tot en met 8 hierboven).

11. Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2494/95 ten aanzien van het GICP luidt als volgt: "Het GICP is gebaseerd op de prijzen van goederen en diensten die in het economisch gebied van de lidstaat gekocht kunnen worden (...)". De ECB beschouwt de tweede ontwerp-verordening als de consistente tenuitvoerlegging van deze regel.

12. De ECB onderstreept het belang van een geharmoniseerd begrip, in het bijzonder voor de geografische dekking van de GICP. Geharmoniseerde geografische dekking is een eerste vereiste om te komen tot een juiste aggregatie van het GICP voor het gehele eurogebied. De ECB ondersteunt derhalve de door de Commissie voorgestelde maatregelen.

13. Dit advies wordt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerd.

Gedaan te Frankfurt am Main, 14 juli 1998.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De President

Willem F. DUISENBERG

Naar boven