EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 52012AB0042

Advies van de Europese Centrale Bank van 24 mei 2012 inzake een ontwerp-gedelegeerde verordening van de Commissie tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot vrijstellingen, algemene voorwaarden voor bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomwerking, transparantie en toezicht (CON/2012/42)

PB C 47 van 19.2.2013, blz. 1–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 47/1


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 24 mei 2012

inzake een ontwerp-gedelegeerde verordening van de Commissie tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot vrijstellingen, algemene voorwaarden voor bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomwerking, transparantie en toezicht

(CON/2012/42)

2013/C 47/01

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 18 april 2012 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Commissie om een advies inzake een ontwerp-gedelegeerde verordening van de Commissie tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot uitzonderingen, algemene voorwaarden voor bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomwerking, transparante en toezicht (hierna: de „ontwerp-gedelegeerde verordening”).

De adviesbevoegdheid van de ECB is gebaseerd op artikel 127, lid 4 en artikel 282, lid 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien de ontwerp-gedelegeerde verordening bepalingen bevat betreffende de bijdrage van het Europees Stelsel van centrale banken tot een goede beleidsvoering ten aanzien van de stabiliteit van het financiële stelsel, zoals bedoeld in artikel 127, lid 5 van het Verdrag. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

Specifieke opmerkingen

1.    Hefboomwerking

1.1.

De ECB heeft eerder reeds gesteld dat het hefboomconcept zoals bedoeld in Richtlijn 2011/61/EU (1) van cruciaal belang is voor het ondernemingsmodel dat menig beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerder) (2) toepast. In het algemeen is de ECB het eens met de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) dat de informatie over het niveau van hefboomwerking berekend op basis van de brutoblootstelling essentieel is voor het toezicht op het systeemrisico en dat deze informatie eveneens moet worden verstrekt aan de beleggers. Ook al kan buitensporige hefboomwerking belangrijke risico's inhouden voor de financiële stabiliteit, het hefboomrisico is niet het enige risico voor alternatieve beleggingsinstellingen (abi's). Daarom zou informatie over de hefboomwerking moeten worden aangevuld met relevante informatie over andere risicobronnen. In deze context is het belangrijk dat vereisten die beogen de verschillende bronnen van risico te adresseren, gescheiden worden gehouden. Dergelijke risicobronnen omvatten het positierisico, d.w.z. de markt- en kredietrisico's in verband met bepaalde investeringen en de hefboomwerking van abi's.

1.2.

Met het oog op consistentie en teneinde regelgevingsarbitrage te vermijden, acht de ECB het passend dat berekeningsmethodes van hefboomwerking voor zover mogelijk consistent zouden moeten zijn met het Bazel III-kader (3) en het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang tot de werkzaamheden van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (4), en de ontwerpverordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (5) (hierna samen: het „voorstel voor de CRD-IV”) (6). Bijvoorbeeld zou deze consistentie moeten worden verzekerd door verwijzing naar de erkenning van hedgingtransacties en de behandeling van geleend geld. Bovendien zou eveneens kruisverwijzing naar in het ontwerp-CRD IV vervatte concepten kunnen worden overwogen (7).

1.3.

Zoals in paragraaf 1.1 gesteld, is de ECB van mening dat bij de berekening van risico’s een onderscheid moet worden gemaakt tussen: a) risico's die inherent zijn aan de activa (portefeuilles) die door abi’s worden gekocht, d.w.z. „positierisico”; en b) de feitelijke betrokken hefboomwerking. De twee risicobronnen zouden dus gescheiden moeten worden gehouden bij de bepaling van de hefboomwerking van abi's. Bijvoorbeeld, terwijl geleend geld van externe bronnen dat niet wordt geïnvesteerd inderdaad niet aan marktrisico of kredietrisico is blootgesteld, verhogen zij de feitelijke hefboomwerking van de abi. Het voorstel voor de CRD-IV lijkt daarentegen geen onderscheid te maken tussen verschillende soorten geleend geld (8).

1.4.

De ontwerp-gedelegeerde verordening verwijst naar de toepassing van de bruto-methode en de commitment-methode (9). Zij omvat de geavanceerde methode niet (10) omdat deze methode de vergelijkbaarheid van resultaten niet verzekert. De ECB begrijpt dat de geavanceerde methode, die de regels van de commitment-methode versoepelt, werd ontwikkeld voor abi-beheerders die abi's beheren waarvoor de commitment-methode niet geschikt zou kunnen zijn of geen resultaten van betekenis zou kunnen verschaffen. De ECB ondersteunt de beslissing van de Commissie om de geavanceerde methode niet op te nemen, daar de toepassing van de bruto-methode en de commitment-methode volstaan en nuttige informatie over de hefboomwerking van abi's zal verstrekken aan beleggers en bevoegde toezichthouders.

2.    Risicobeheer

De ontwerp-gedelegeerde verordening verplicht de abi’s om hun risicomanagementfunctie te scheiden van operationele taken en stelt dat zulks wordt bereikt wanneer door de abi aan een uitputtende lijst van mogelijke voorwaarden is voldaan (11). Indien niet aan deze voorwaarden is voldaan, worden waarborgen toegepast door het bestuursorgaan van de abi-beheerder ter beperking van de belangenconflicten die een risico zouden kunnen vormen voor de onafhankelijke vervulling van de risicomanagementiviteiten (12). Dienaangaande ondersteunt de ECB de scheiding van risicomanagement enerzijds en van operationele taken en managementtaken anderzijds. De Commissie zou kunnen overwegen om ESMA op te dragen algemene richtsnoeren betreffende de objectieve criteria voor te bereiden ter vermijding van een inconsistente toepassing in de Unie en om toezicht te houden op de tenuitvoerlegging ervan.

3.    Belegging in securitisatieposities

3.1.

De ontwerp-gedelegeerde verordening (13) bepaalt dat abi-beheerders mogen investeren in securitisatieposities, mits zij een grondige due diligence van de sponsor en de initiator doorvoeren. Meer in het bijzonder bepaalt de ontwerp-gedelegeerde verordening dat de abi-beheerder vooraleer in gesecuritiseerde instrumenten te investeren: a) aan bepaalde kwalitatieve vereisten zou moeten voldoen, bijv. grondige kennis van het risicoprofiel van de investeringen en passende formele gedragslijnen en procedures (14); en b) ervoor zorg zou moeten dragen dat sponsors en initiators aan een aantal kwalitatieve vereisten voldoen, inclusief vereisten inzake effectief risicomanagement, passende diversificatiestrategieën, etc. (15).

3.2.

De ECB ondersteunt de kwalitatieve criteria die het bewustzijn van de abi-beheerders bevorderen inzake de genomen risico's vooraleer in gesecuritiseerde producten wordt geïnvesteerd. Wat betreft de bepalingen onder bovenstaand punt 3.1, onder b), kan het voor abi-beheerders moeilijk zijn uitvoering te geven aan hun verplichtingen om te verzekeren dat initiators en sponsors passende risicomanagementprocedures hebben, aangezien abi-beheerders mogelijkerwijze de criteria inzake de interne procedures van de sponsor of de initiator niet rechtstreeks kunnen controleren.

3.3.

Om te garanderen dat dergelijke vereisten de mogelijkheden voor abi-beheerders om in gesecuritiseerde producten te beleggen niet beperken, waardoor een bredere doelstelling van het doen opleven van de secirtisatiemarkt zou worden gedwarsboomd, zou de ontwerp-gedelegeerde verordening kunnen bepalen dat ESMA algemene richtlijnen uitvaardigt aangaande de exacte documentatie die sponsors en originators aan AIFM’s dienen te verstrekken aangaande de bovenvermelde kwaliteitseisen.

4.    Bewaartaken

4.1.

De ECB verwelkomt de omvangrijke verplichtingen die bewaarders krachtens de ontwerp-gedelegeerde verordening moeten vervullen (16). De ECB gelooft in het bijzonder dat de gedetailleerde vereisten (17) in grote mate het bewaardersrisico voor beleggers in abi 's beperken.

4.2.

De ECB ondersteunt de strenge aansprakelijkheidsregeling die wordt ingevoerd door Richtlijn 2011/61/EU en verder wordt gespecificeerd in de ontwerp-gedelegeerde verordening (18). Zij merkt echter op dat deze aansprakelijkheidsregeling, samen met toekomstige wijzigingen (UCITS V) (19) van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (ICBE's) (20) de bewaarders met zeer belangrijke aansprakelijkheidsvorderingen zou kunnen confronteren. Voor een aantal bewaarders zouden dergelijke vorderingen kunnen oplopen tot verliezen die hun volledige kapitaal meermaals overtreffen. De ECB acht het daarom noodzakelijk dat bewaarders deze risico's op passende wijze beheren, ongeacht of zij kredietinstellingen, beleggingsondernemingen of andere onder toezicht staande instellingen (21) zijn, en dat met de risico's rekening wordt gehouden overeenkomstig de respectievelijke regels inzake kapitaalvereisten. Het verwachte ICBE V regelgevingsproces is een goede kans om dit thema te adresseren, zowel wat betreft ICBE’s alsook de ABI-bewaarders.

5.    Rapportageverplichtingen en informatie-uitwisseling

5.1.

De ECB verwelkomt de rapportagevereisten die zijn uiteengezet in artikel 112 van de ontwerp-gedelegeerde verordening. Krachtens artikel 112, lid 7 moeten abi-beheerders de informatie verstrekken in overeenstemming met een pro-forma rapportageformulier dat wordt beschreven in de bijlage bij de ontwerp-gedelegeerde verordening. Dienaangaande ondersteunt de ECB de door ESMA in haar advies (22) voorgestelde vereisten inzake rapportage van gegevens, in welk advies is bepaald dat bepaalde informatie maandelijks wordt verzameld en wordt gesuggereerd dat aanvullende informatie wordt verzameld over de historische risicoprofielen van abi's. Deze meer gediversifieerde informatie is belangrijk voor de vaststelling van een allesomvattend kader voor toezicht op het systeemrisico.

5.2.

Niettegenstaande het bovenvermelde is er een sterke overlapping van deze rapportageverplichtingen ten aanzien van bevoegde autoriteiten, in het bijzonder de in artikel 112, lid 1, van de ontwerp-gedelegeerde verordening vermelde, met de statistische rapportageverplichtingen van Verordening ECB/2007/8 van 27 juli 2007 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van beleggingsfondsen vervatte rapportageverplichtingen (23). Daarom is de ECB is van mening dat de rapportagelast van abi-beheerders kan worden beperkt door bepaalde rapportageverplichtingen af te stemmen op de statistische vereisten van de ECB (24). Dienaangaande is de ECB bereid om met de Commissie en ESMA te onderhandelen hoe de rapportagevereisten het best op elkaar kunnen worden afgestemd.

5.3.

Tot slot laat de ontwerp-gedelegeerde verordening (25) de nationale autoriteiten wat betreft de informatie-uitwisseling een grote discretionaire bevoegdheid wat betreft de voorwaarden waaronder de voor toezicht op het systeemrisico relevante informatie (26) moet worden gedeeld met ESMA en de ESRB. De ECB stelt voor deze bepalingen ter vermijding van onzekerheden te verduidelijken.

Indien de ECB wijzigingen van de ontwerp-gedelegeerde verordening aanbeveelt, worden daartoe specifiek onderbouwde formuleringsvoorstellen in de bijlage opgenomen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 24 mei 2012.

De vice-president van de ECB

Vítor CONSTÂNCIO


(1)  Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).

(2)  ECB Advies CON/2009/81 van 16 oktober 2009 houdende een voorstel voor een Richtlijn van het Europees parlement en de Raad inzake beheerders van alternatieve beleggingsfondsen en tot wijziging van de Richtlijnen 2004/39/EG en 2009/…/EG (PB C 272 van 13.11.2009, blz. 1). Alle ECB-adviezen worden gepubliceerd op de ECB-website: http://www.ecb.europa.eu

(3)  Zie „Bazel III: Een globaal wettelijk kader voor meer veerkrachtige banken en bancaire systemen”, Bazel Comité voor bankentoezicht, december 2010, herziene versie juni 2011.

(4)  Eveneens tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat. COM(2011) 453 definitief.

(5)  COM(2011) 452 definitief.

(6)  Een geharmoniseerde definitie van hefboomwerking zou niet de geharmoniseerde kalibratie van de hefboomwerkingsratio voor kredietinstellingen en abi's inhouden.

(7)  Zie de definitie van hefboomwerking uit artikel 4, lid 86, van de ontwerpverordening van het Europees Parlement en de Raad inzake prudentiële vereisten voor kredietinstellingen als beleggingsondernemingen, COM(2011) 452 def.

(8)  Krachtens het voorstel voor de CRD-IV wordt al het geleende geld geregistreerd in de balans, en verhoogt het daardoor de hefboomwerking krachtens dit kader, ongeacht het daarop volgende gebruik van de ontvangen gelden. De risicowaarde van balansposten is doorgaans gelijk aan de boekhoudkundige waarde die overblijft na toepassing van specifieke waarde-aanpassingen, bijv. voor kredietrisico. Zie artikel 416, lid 5, juncto artikel 106, lid 1, van de ontwerpverordening van het Europees Parlement en de Raad inzake prudentiële vereisten voor kredietinstellingen als beleggingsondernemingen, COM(2011) 452 def.

(9)  Hoofdstuk II, deel 2, artikelen 9 en 10, van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

(10)  Zie het technisch advies van ESMA aan de Europese Commissie inzake mogelijke uitvoeringsmaatregelen van de Richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (hierna: „ESMA-advies”), ESMA/2011/379, blz. 459.

(11)  Artikel 43 van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

(12)  Artikel 44 van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

(13)  Zie hoofdstuk III, deel 5, van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

(14)  Artikel 55 van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

(15)  Artikel 54 van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

(16)  Zie hoofdstuk IV, deel 2, van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

(17)  Zie de artikelen 91, 92, 98, 100 en 101 van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

(18)  Zie hoofdstuk IV, deel 3 van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

(19)  Zie eveneens het „Commission Consultation paper on the UCITS depositary function and on the UCITS managers’ remuneration” van 14 december 2010.

(20)  PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32.

(21)  Zie artikel 21, lid 3 van Richtlijn 2011/61/EU.

(22)  Zie Bijlage V bij het ESMA-advies.

(23)  PB L 211 van 11.8.2007, blz. 8.

(24)  Zie paragraaf 10 van Advies CON/2009/81.

(25)  Artikel 7, lid 3 en artikel 118 van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

(26)  Vergelijk dienaangaande artikel 3, lid 3, onder d), en artikel 53 van Richtlijn 2011/61/EU en artikel 7, lid 3 en artikel 118 van de ontwerp-gedelegeerde verordening.


BIJLAGE

Formuleringsvoorstellen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Door de ECB voorgestelde wijzigingen (1)

Wijziging 1

Preambule bij de ontwerp-gedelegeerde verordening (nieuw)

„Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

„Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010, en in het bijzonder artikel 3, lid 6 […] en artikel 53, lid 3,

Gelet op Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010, en in het bijzonder artikel 3, lid 6 […] en artikel 53, lid 3,

 

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,

Overwegende dat:”

Overwegende dat:”

Uitleg

Overeenkomstig artikel 296 van het Verdrag, dat bepaalt dat rechtshandelingen verwijzen naar adviezen waarin de Verdragen voorzien, is de voorgestelde wijziging noodzakelijk om te verduidelijken dat de ontwerp-gedelegeerde verordening wordt vastgesteld in overeenstemming met artikel 127, lid 4, en 282, lid 5 van het Verdrag. Deze bepalingen verplichten ertoe de ECB te raadplegen inzake een voorstel vor een handeling van de Unie dat binnen haar bevoegdheden valt. Wat betreft de adviserende rol van de ECB inzake ontwerpen van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen wordt verwezen naar lid 4 van ECB-Advies CON/2012/5 van 25 januari 2012 inzake een voorstel voor een Richtlijn inzake toegang tot de werkzaamheden van kredietinstellingen en het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en een voorstel voor een Verordening betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen  (2).

Wijziging 2

Overweging 42 bis van de ontwerp-gedelegeerde verordening (nieuw)

[Geen tekst]

„Het hogere kader van de abi-beheerder moet de lijst van geselecteerde prime brokers goedkeuren. De abi-beheerders zouden de prime brokers van deze lijst moeten benoemen. Aangezien een prime broker systeemrelevant kan zijn, zouden hedgefondsen meer dan één prime broker dienen te gebruiken welke wordt gekozen uit de goedgekeurde lijst.”

Uitleg

Artikel 27 van de ontwerp-gedelegeerde verordening stelt gedetailleerde vereisten voor de selectie en de benoeming van prime brokers vast. De ECB ondersteunt dergelijke criteria, evenals het vereiste dat de lijst van geselecteerde prime brokers door het hoger kader van de abi-beheerders moet worden goedgekeurd. Bovendien, aangezien een prime broker systeemrelevant kan zijn voor een hedgefonds, zou de ontwerp-gedelegeerde verordening eveneens dienen te bepalen dat abi-beheerders in beginsel in overeenstemming met de actuele marktpraktijken meerdere prime brokers dienen te gebruiken.

Wijziging 3

Artikel 5, leden 6 en 7 van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

[Geen tekst]

„6.   De krachtens lid 3 ontvangen kennisgevingen worden aan ESMA voorgelegd.

7.   ESMA kan richtsnoeren ontwikkelen opdat bevoegde autoriteiten situaties van tijdelijke aard waarnaar wordt verwezen in dit artikel, eenvormig beoordelen.”

Uitleg

De ECB verwelkomt de opname van artikel 5 in de ontwerp-gedelegeerde verordening, welk artikel voorziet in een vrijstelling van registratie van abi-beheerders die incidenteel de drempel voor registratie overschrijden. Desalniettemin zouden sommige abi-beheerders van deze vrijstelling misbruik kunnen maken. Daarom ware het passend indien de bevoegde autoriteiten wordt verzocht om aan ESMA de kennisgevingen te sturen die zij van een abi-beheerder hebben ontvangen inzake de overschrijding van de drempel, zulks om een gemeenschappelijke benadering tussen de nationale autoriteiten bij de evaluatie van tijdelijke overschrijdingen te bevorderen.

Wijziging 4

Artikel 43, lid 3, onder c) van de ontwerp-gedelegeerde verordening.

„3.   Voor de toepassing van lid 1 moet de abi-beheerder de volgende handelingen stellen voor elke abi die hij beheert:

„3.   Voor de toepassing van lid 1 moet de abi-beheerder de volgende handelingen stellen voor elke abi die hij beheert:

[…]

[…]

c)

periodiek passende stresstests en scenario-analyses uitvoeren ter beheersing van risico's van mogelijke wijzigingen in de marktvoorwaarden die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de abi;

c)

periodiek minstens op kwartaalbasis passende stresstests en scenario-analyses uitvoeren ter beheersing van risico's van mogelijke wijzigingen in de marktvoorwaarden die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op de ABI;

[…]”

[…]”

Uitleg

Vanuit financiële stabiliteit gezien beveelt de ECB aan dat de uitvoeringsfrequentie van de stresstests en scenario-analyses wordt verhoogd, zodat zij minstens op kwartaalbasis worden uitgevoerd om te evalueren in hoeverre een abi bestand is tegen negatieve financiële, economische en idiosyncratische schokken.

Wijziging 5

Artikel 51, lid 2, onder e) van de ontwerp-gedelegeerde verordening

„2.   De abi-beheerder voert regelmatig onder zowel normale als uitzonderlijke liquiditeitsomstandigheden stresstests uit die hem in staat stellen het liquiditeitsrisico van de abi die hij beheert te beoordelen. De stresstests moeten:

„2.   De abi-beheerder voert regelmatig onder zowel normale als uitzonderlijke liquiditeitsomstandigheden stresstests uit die hem in staat stellen het liquiditeitsrisico van de abi die hij beheert te beoordelen. De stresstests moeten:

[…]

[…]

e)

verricht worden met een frequentie die aansluit bij de aard van de abi, rekening houdend met de investeringsstrategie, het liquiditeitsprofiel, het soort belegger en terugbetalingsbeleid van de abi, maar minstens één keer per jaar.”

e)

verricht worden met een frequentie die aansluit bij de aard van de abi, rekening houdend met de investeringsstrategie, het liquiditeitsprofiel, het soort belegger en terugbetalingsbeleid van de abi, maar minstens één keer per jaar op kwartaalbasis.”

Uitleg

Zie de uitleg bij de bovenstaande wijziging 4.

Wijziging 6

Overweging 117 bis van de ontwerp-gedelegeerde verordening (nieuw)

[Geen tekst]

„Ter vergemakkelijking van de invoering van samenwerkingsovereenkomsten en ter garantie van de uniforme toepassing van artikel 37 van Richtlijn 2011/61/EU, kan ESMA richtsnoeren ontwikkelen ter bepaling van de toepassingsvoorwaarden van dit Deel.”

Uitleg

De ECB ondersteunt de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten en derde landen middels samenwerkingsovereenkomsten. Dienaangaande is coördinatie tussen lidstaten essentieel om beleidsinconsistenties te minimaliseren. De directe betrokkenheid van ESMA conform artikel 37, lid 16 en 17 van Richtlijn 2011/61/EU zou mede een consistente benadering tussen de lidstaten tegenover derde landen waarborgen.


(1)  Vet gedrukte tekst geeft aan waar de ECB voorstelt nieuwe tekst toe te voegen Doorhaling betreft tekst die de ECB voorstelt te schrappen.

(2)  PB C 105 van 11.4.2012, blz. 1.


Naar boven